Samuel van Houten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Eissink (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 30:
Na het overlijden van vader Derk in 1864 stelde Van Houten zich verkiesbaar voor de vrijgekomen plaats in de gemeenteraad. Hij werd verkozen. In 1867 volgde het wethouderschap. Bij een tussentijdse verkiezing voor een vrijgekomen Groningse zetel was Van Houten kandidaat voor de Tweede Kamer. Tegenstander was het voormalig Kamerlid J. Dirks. Van Houten werd verkozen en zou 25 jaar Tweede Kamerlid blijven.
 
Van Houten was van mening dat de staat geen kunstmatige [[Nivellering (financieel)|nivellering]]spolitiek moest uitoefenen. Wel moest de overheid corrigerend optreden wanneer bepaalde partijen door de markt in een zwakkere positie werden gebracht.
 
[[Bestand:Elias Spanier - Leve mijnheer Van Houten.jpg|thumb|left|''De fabriekskinderen: "Leve mijnheer van Houten"'', 1874, [[Elias Spanier]].]]Hij werd vooral bekend door zijn [[Kinderwetje van Van Houten|Kinderwetje]] uit [[1874]] waarin bepaalde vormen van [[kinderarbeid]] werden verboden. Dit was de tweede sociale wet in Nederland, na de Armenwet in 1854.