Hypatia: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
10Guillot (overleg | bijdragen)
10Guillot (overleg | bijdragen)
Regel 51:
In 363 was de heidense keizer [[Julianus Apostata]] gestorven en sommige van zijn iamblichaanse adviseurs werden gearresteerd. Toch duurde de 'kleine vrede van de tempels', begonnen met Julianus' troonsbestijging, tot midden jaren tachtig voort. Veel traditionele, religieuze praktijken werden getolereerd. Het was de tijd geweest waarin Hypatia haar talenten en filosofie kon ontwikkelen. Midden jaren tachtig veranderde het 'religieuze klimaat'. De verandering begon met een wet in 381 van de Oost-Romeinse keizer [[Theodosius I]], waarin stond dat nachtelijke offers en naar tempels gaan om te offeren verboden was. In 382 mochten in het Oosten aanbidders de tempels niet meer binnen en in het Westen trok keizer [[Gratianus]] de financiële steun voor de Romeinse, traditionele religie in. In de laatste tachtiger jaren werden de aanvallen meer fysiek: Monniken en bisschoppen, die samen reisden met de [[Pretoriaanse garde|praetoriaanse]] prefect [[Cynegius]], vernietigden tempels in [[Mesopotamië]] en [[Syria]] en plunderden tussen 386 en 388 [[schrijn]]en in Egypte. Het begon heidenen te dagen dat het voortbestaan van het openbaar belijden van hun geloof wezenlijk bedreigd werd. Ze vreesden dat ze ook privé een verbod zouden krijgen opgelegd.
 
Door de twisten onderling over de interpretatie van het [[Concilie van Nicaea]] (325) waren Alexandrijnse bisschoppen niet opgetrokken tegen de traditionele religie in de stad. Dat veranderde toen Theophilus in 385 als 'niceense' patriarch aantrad. Theophilus stond op goede voet met de eveneens niceens christelijke, jonge keizer. Hij kon zich niet profileren door zich, als zijn voorgangers, af te zetten tegen het keizerlijke hof, en koos er daarom voor, nog harder dan de keizer, tegen de traditionele religie op te treden. Toen er protest van de heidenen in Alexandrië kwam tegen de verboden en beperkingen die hen door de wetten werden opgelegd, in 391 kwamen er zelfs zware straffen voor de ambtenaren, die niet voldoende op de naleving van de wetten toezagen, verhoogde Theophilus de spanning. Hij had de keizer toestemming gevraagd een keizerlijke [[Basilica (bouwwerk)|basilica]] te renoveren en was tussen de fundamenten op een oude, ondergrondse schrijn gestuit met objecten van de heidense cultus. Hij zag dit als een kans de traditionele religie in een parade in het openbaar te bespotten. Aangezien Hypatia's leer geen rituelen of tempelbezoek vereisten, waren de nieuwe wetten aan haar adres voorbijgegaan, maar voor de aanhangers van Iamblichus lag dat anders. Zij konden hun geloof niet meer naar behoren praktiseren en weigerden de beperkingen te aanvaarden. De spot van Theophilus verergerde de situatie. Volgens christelijke bronnen begon de heidense massa 'zich gewelddadig te gedragen en hun woede in het openbaar te luchten. Ze gebruikten wapens in de straten, zodat er twee partijen in een open oorlog verkeerden' ([[Tyrannius Rufinus|Rufinus]], HE 11.22). Olympus nam de leiding over de heidense partij en trok zich terug op de heuvel van het Serapeum, de '[[Akropolis]] van Alexandria'. De heuvel kon niet door de bestuurders van Alexandria worden ingenomen en vroegen keizer Theodosius om raad. De heidense opstandelingen zouden [[amnestie]] krijgen als ze zich van de heuvel terugtrokken en (volgens dezelfde christelijke bron) zou het klaar zijn met de heidense gebruiken in de stad, zodat de reden voor het conflict zou zijn opgelost. Omdat ze het toch niet zouden hebben kunnen uithouden tegen een militaire belegering, dropen de bezetters van het Serapeum af. Toen kwam een christelijke meute het tempelcomplex binnen, plunderde er de schatkist en trokken het tien meter hoge beeld van Serapis , van goud en ivoor, omver. Veel heidense leraren ontvluchtten de stad. Van Olympus wordt in bronnen niets meer vernomen. [[Helladius]] en [[Ammonius Hermiae|Ammonius]] vluchtten naar Constantinopel, waar ze beide les gaven aan [[Socrates Scholasticus]]. In de herfst van 293 verbandeverbood Theososius zowel openbare als privé offers thuis. Theophilus gebruikte de geroofde schat van het Serapeum om een rijk versierde schrijn op te richten voor de overblijfselen van [[Johannes de Doper]] en de [[profeet Elisa]] op het terrein van de verwoeste, Alexandrijnse tempel. Hij maakte van de Alexandrijnse ''[[Tychaion]]'' een wijnwinkel en alle afbeeldingen van Serapis werden in de hele stad van de muren verwijderd. Hypatia had van de iamblichaanse rivaal niets meer te vrezen. Ze zette zich in voor de goede organisatie van mensenlevens en van de stad.
 
===Werken===