Rákóczi's Opstand: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
De opstandelingen werden de zogenaamde ''[[kuruc]]''-rebellen genoemd. Een groot deel van de Hongaarse adel keerde zich echter tegen de rebellen. Anderzijds kond de opstand wel rekenen op de steun van andere etnische minderheden in Hongarije, zoals de Roemeense, de [[Roethenen (Karpatië)|Roetheense]] en de Slovaakse bevolking, die soms als huursoldaten meestreden tegen de Habsburgers.
[[Bestand:II._Rákóczi_Ferenc_portréja-id._David_Richter.jpg|miniatuur|Frans II Rákóczi]]
 
De oorlog begon onder een voor Rákóczi gunstig gesternte. De Oostenrijkse aartsvijand Frankrijk had de opstandelingen steun beloofd. Bovendien waren de Habsburgers sinds 1701 verwikkeld in de [[Spaanse Successieoorlog]]. Gaandeweg nam de Franse financiële steun echter af en bleek het moeilijk zijn leger te blijven voorzien van voedsel en wapens. Rákóczi viel van zijn paard tijdens de [[Slag bij Trencsén]] in 1708, waarna de opstandige troepen hem voor dood achterlieten en vluchtten. Zijn val was uiteindelijk beslissend, aangezien vele rebellen, in de overtuiging dat Rákóczi dood was, overliepen naar het kamp van de Habsburgse keizer, hopend op diens genade.