Enzym: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k beperkende bijzin
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
Enzymen worden bij de [[eiwitsynthese]] gevormd in cellen van alle [[organisme]]n, van [[Dierenrijk|dieren]], [[planten]], [[schimmels]] en [[micro-organisme]]n. Voor de opbouw ervan zijn in een aantal gevallen [[vitamine]]n nodig. Enzymen bevinden zich ook in voedsel, voor zover dat niet (langdurig) verhit is geweest. Omdat enzymen een bepalende rol spelen in het geheel van reacties binnen de cel, kunnen cellen hun chemie regelen door de aanmaak van enzymen te controleren.
 
Na de reactie keert het enzym weer terug naar de oorspronkelijke toestand en kan het direct weer een reactie versnellen. Een enzym “wacht” totdat de [[Molecuul|moleculen]], waarmee het enzym “aan de slag kan”, bereikbaar zijn. Het enzym klemt zich dan op een plaats aan het substraat, veelal moleculen van [[voedingsmiddel]]en die ontbonden worden, waar dat past en waartoe het dus geschikt is. Dat deel dat omklemd is, wordt losgemaakt van het grotere geheel, waarna ook het enzym weer vrij is en verder kan met het volgende molecuul(deel). De plaats waar substraat en enzym aan elkaar hechten heten de ''sleutel'' voor het substraat en het ''slot'' of ''[[Actief centrum (biochemie)|actieve centrum]]'' voor het enzym. Wanneer het enzym zich aan het substraat hecht, is er sprake van een ''[[Enzymatische katalyse#Induced fit model|induced fit]]'': het enzym vervormdvervormt zich waardoor het substraat volledig wordt omsloten. Ketens van moleculen van diverse aard, kunnen zo in andere enkelvoudige moleculen worden omgezet.
<center>'''Enzym + Substraat''' ↔ '''Enzym-Substraat-Complex''' ↔ '''Enzym + Product'''</center>
Enzymen zijn vaak specifiek voor hun substraat, meestal bindt een enzym maar aan één substraat. Er zijn echter ook enzymen die een heleboel verschillende substraten kunnen omzetten. Hiervan komen er een paar voor in de [[lever]], bijvoorbeeld CYP2D6, een enzym uit het [[cytochroom P450]]-enzymsysteem.