Een '''buitengewoon hoogleraar''' was in [[Nederland]] een [[hoogleraar]] die in deeltijd verbondenin dienst was aanbij een universiteit. De functie werd niet uit het normale onderwijsbudget van een [[universiteit]] wordt betaald, maar die is aangesteld buiten de vaste, reguliere aanstellingsplaatsen om, omdatveelal erbetaald waarde aan wordt gehecht dat binnenuit een bepaaldspecifiek vakuniversitair [[onderzoek]] wordt gedaan en [[onderwijs]] wordt gegeven op academisch niveaufonds.{{bron?|Is dat niet bijzonder hoogleraarschap?}}
Anders dan de [[bijzonder hoogleraar]] is de buitengewoon hoogleraar niet aangesteld vanuit de middelen van een organisatiestichting of bedrijf, maar uit die van de universiteit zelf.{{bron?|Tegenstrijdig met WUR, die schrijft: Een buitengewoon hoogleraar krijgt een onbezoldigde aanstelling aan WU met meestal een weektaak van 0,2 fte. Het salaris en soms een extra budget worden gefinancierd door de externe partij.}} De buitengewoon hoogleraar wordt dan veelal betaald uit een specifiek universitair fonds. Het hoogleraarschap wordt niet voltijds vervuld.
