Majesteitsschennis: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
alfabetisch
Regel 1:
'''Majesteitsschennis''' is een begrip uit het [[Romeins recht]] ([[Latijn]]: ''crimen laesae maiestatis''). De [[majesteit (hoofdbetekenis)|majesteit]] ("majestas") van de Romeinse [[republiek]] werd geschonden wanneer iemand zich minachtend over de republiek en haar instellingen uitliet. Ook handelingen als feestvieren na een nederlaag van het Romeinse leger of het spotten met de [[religie]]uze ceremoniën van de staat werden gezien als majesteitsschennis.
Toen de [[keizer (hoofdbetekenis)|keizer]] alle sleutelposities in de staat ging innemen werd majesteitsschennis al gauw een synoniem voor belediging van het [[staatshoofd]]. In veel landen wordt het begrip ook nu in deze beperkte zin uitgelegd. In andere landen is het ook nu nog strafbaar om "de goede naam van de republiek" in diskrediet te brengen.
 
==België==
In België ligt de majesteitsschennis vervat in de ''wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beleedigingen aan den Koning''.<ref>[http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=1847040630&table_name=wet Wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beleedigingen aan den Koning]</ref> De persoon van de koning en de leden van de koninklijke familie genieten hierdoor een bijzondere bescherming tegen beledigingen, bovenop de gemeenrechtelijke strafbaarstelling van [[laster|aanrandingen op de eer of de goede naam]] van personen. De wet zou te verantwoorden zijn door de grondwettelijke onschendbaarheid en onverantwoordelijkheid die van de koning een 'weerloze' vorst maken. De uitbreiding naar de koninklijke familie zou dan weer te maken hebben met het feit dat beledigingen jegens hen afstralen op de koning. Overigens zijn het de koninklijke personen die tegen beledigingen worden beschermd, niet de monarchie als zodanig. Het [[republikanisme]] mag dus vrij worden verkondigd voor zover er geen persoonlijke beledigingen aan te pas komen.<ref>Jan Velaers, ''De beperkingen van de vrijheid van meningsuiting'', 1991, p. 450-453</ref>
 
In de praktijk wordt de wet nauwelijks of niet toegepast. Rechtszaken worden contraproductief geacht en moeten bovendien worden gevoerd voor een 'onberekenbare' [[assisenhof|assisenjury]]. Nochtans veroordeelde de [[correctionele rechtbank]] van [[Hasselt (België)|Hasselt]] eind 2006 de Lommelaar Paul Kennis bij verstek tot een celstraf van 8 maanden en een boete van 3300 euro wegens majesteitsschennis. Hij had in de periode mei 2005-juli 2006 enkele tientallen mails gestuurd naar de premier, ministers en anderen met beledigingen aan het adres van [[Koning Albert II van België|Koning Albert]]. Na verzet werd de straf in 2007 verhoogd tot 1 jaar cel en 5500 euro boete. De rechtspraak van het [[Europees Hof voor de Rechten van de Mens]] doet vragen rijzen over de verenigbaarheid van de wet van 1847 met de [[vrijheid van meningsuiting]].
 
Onder Franse druk voerde België in 1852 een wet in tegen kwaadwillige openbare aanvallen op vreemde staatshoofden.<ref>[https://web.archive.org/web/20070313052119/http://www.juridat.be/cgi_loi/loi_N.pl?cn=1852122030 Wet van 20 december 1852 tot bestraffing van de beleedigingen aan de hoofden van vreemde Staatsbesturen]</ref> Franse ballingen, zoals [[Victor Hugo]], weken vaak uit naar België om de regering van hun eigen land te bekritiseren. Op grond van deze wet zijn er vier [[assisenhof|assisenprocessen]] gevoerd voor een volksjury, telkens tegen Franse uitgevers. In de [[20e eeuw|twintigste eeuw]] heeft de wet niet meer tot strafvervolging geleid, wel nog tweemaal tot de inbeslagname van het Franstalige tijdschrift ''[[Pourquoi Pas]]'', wegens belediging van de Duitse ambassadeur (1939) en van de [[Congo-Kinshasa|Congolese]] president (1964). In 1985 werd de wet nog eens ingeroepen om bij het bezoek van de [[paus Johannes-Paulus II]] affiches te laten wegnemen. De wet van 1852 is in 2005 opgeheven na een uitspraak van het [[Europees Hof voor de Rechten van de Mens]].<ref>EHRM, 25 juni 2002, Colombani t. Frankrijk, verz. 51279/00</ref>
 
Voorts is het kwaadwillig en openbaar aanranden van het koninklijk gezag een [[drukpersmisdrijf]].<ref>Artikel 3 van het [http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=1831072030&table_name=wet Decreet van 20 juli 1831 op de drukpers]</ref> Het gaat meer bepaald om aanvallen op ''hetzij het grondwettelijk gezag van den Koning, hetzij de onschendbaarheid van zijn persoon, hetzij de grondwettelijke rechten van zijn stamhuis''. Deze omschrijvingen zijn zo vaag dat ze mogelijk strijdig zijn met het [[legaliteitsbeginsel]] in strafzaken.
 
Ten slotte zijn ook aanslagen en samenspanningen tegen de koning, de troonopvolger en hun familie bijzondere misdrijven waarmee het betreffende deel van het [[Strafwetboek (België)|Strafwetboek]] aanvangt.<ref>[http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/loi_a1.pl?language=nl&la=N&cn=1867060801&table_name=wet&&caller=list&N&fromtab=wet&tri=dd+AS+RANK&rech=1&numero=1&sql=%28text+contains+%28%27%27%29%29#Art.100ter Art.100-112 Strafwetboek]</ref> De verhoogde strafmaat in vergelijking met het gemeenrechtelijke equivalent weerspiegelt dat het gaat om zeer ernstige feiten tegen de [[staatsveiligheid|veiligheid van de staat]], zoals pogingen om de koning uit te schakelen of gevangen te nemen. Het gooien van een taart brengt het regime wellicht niet in gevaar en zou mogelijk slechts een [[Overtreding (strafrecht)|overtreding]] opleveren, zoals bedoeld in artikel 563 Sw.: ''zij die opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen''.
 
==Nederland==
Regel 61 ⟶ 72:
 
Begin [[2018]] werd het initiatiefvoorstel van Verhoeven opnieuw besproken.<ref>{{Citeer web |url=https://nos.nl/artikel/2215077-afschaffing-majesteitsschennis-weer-op-de-agenda-van-de-kamer.html |title=Afschaffing majesteitsschennis weer op de agenda van de Kamer |publisher=NOS |date=3 februari 2018 |accessdate=17 februari 2018}}</ref> Op 10 april stemde de Tweede Kamer voor afschaffing van de strafbepaling.<ref>{{Citeer nieuws |url=https://www.parool.nl/amsterdam/straf-voor-belediging-koning-fors-lager~a4591828/ |title=Straf voor belediging koning fors lager |publisher=Het Parool |date=10 april 2018 |accessdate=13 april 2018}}</ref>
 
==België==
In België ligt de majesteitsschennis vervat in de ''wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beleedigingen aan den Koning''.<ref>[http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=1847040630&table_name=wet Wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beleedigingen aan den Koning]</ref> De persoon van de koning en de leden van de koninklijke familie genieten hierdoor een bijzondere bescherming tegen beledigingen, bovenop de gemeenrechtelijke strafbaarstelling van [[laster|aanrandingen op de eer of de goede naam]] van personen. De wet zou te verantwoorden zijn door de grondwettelijke onschendbaarheid en onverantwoordelijkheid die van de koning een 'weerloze' vorst maken. De uitbreiding naar de koninklijke familie zou dan weer te maken hebben met het feit dat beledigingen jegens hen afstralen op de koning. Overigens zijn het de koninklijke personen die tegen beledigingen worden beschermd, niet de monarchie als zodanig. Het [[republikanisme]] mag dus vrij worden verkondigd voor zover er geen persoonlijke beledigingen aan te pas komen.<ref>Jan Velaers, ''De beperkingen van de vrijheid van meningsuiting'', 1991, p. 450-453</ref>
 
In de praktijk wordt de wet nauwelijks of niet toegepast. Rechtszaken worden contraproductief geacht en moeten bovendien worden gevoerd voor een 'onberekenbare' [[assisenhof|assisenjury]]. Nochtans veroordeelde de [[correctionele rechtbank]] van [[Hasselt (België)|Hasselt]] eind 2006 de Lommelaar Paul Kennis bij verstek tot een celstraf van 8 maanden en een boete van 3300 euro wegens majesteitsschennis. Hij had in de periode mei 2005-juli 2006 enkele tientallen mails gestuurd naar de premier, ministers en anderen met beledigingen aan het adres van [[Koning Albert II van België|Koning Albert]]. Na verzet werd de straf in 2007 verhoogd tot 1 jaar cel en 5500 euro boete. De rechtspraak van het [[Europees Hof voor de Rechten van de Mens]] doet vragen rijzen over de verenigbaarheid van de wet van 1847 met de [[vrijheid van meningsuiting]].
 
Onder Franse druk voerde België in 1852 een wet in tegen kwaadwillige openbare aanvallen op vreemde staatshoofden.<ref>[https://web.archive.org/web/20070313052119/http://www.juridat.be/cgi_loi/loi_N.pl?cn=1852122030 Wet van 20 december 1852 tot bestraffing van de beleedigingen aan de hoofden van vreemde Staatsbesturen]</ref> Franse ballingen, zoals [[Victor Hugo]], weken vaak uit naar België om de regering van hun eigen land te bekritiseren. Op grond van deze wet zijn er vier [[assisenhof|assisenprocessen]] gevoerd voor een volksjury, telkens tegen Franse uitgevers. In de [[20e eeuw|twintigste eeuw]] heeft de wet niet meer tot strafvervolging geleid, wel nog tweemaal tot de inbeslagname van het Franstalige tijdschrift ''[[Pourquoi Pas]]'', wegens belediging van de Duitse ambassadeur (1939) en van de [[Congo-Kinshasa|Congolese]] president (1964). In 1985 werd de wet nog eens ingeroepen om bij het bezoek van de [[paus Johannes-Paulus II]] affiches te laten wegnemen. De wet van 1852 is in 2005 opgeheven na een uitspraak van het [[Europees Hof voor de Rechten van de Mens]].<ref>EHRM, 25 juni 2002, Colombani t. Frankrijk, verz. 51279/00</ref>
 
Voorts is het kwaadwillig en openbaar aanranden van het koninklijk gezag een [[drukpersmisdrijf]].<ref>Artikel 3 van het [http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=1831072030&table_name=wet Decreet van 20 juli 1831 op de drukpers]</ref> Het gaat meer bepaald om aanvallen op ''hetzij het grondwettelijk gezag van den Koning, hetzij de onschendbaarheid van zijn persoon, hetzij de grondwettelijke rechten van zijn stamhuis''. Deze omschrijvingen zijn zo vaag dat ze mogelijk strijdig zijn met het [[legaliteitsbeginsel]] in strafzaken.
 
Ten slotte zijn ook aanslagen en samenspanningen tegen de koning, de troonopvolger en hun familie bijzondere misdrijven waarmee het betreffende deel van het [[Strafwetboek (België)|Strafwetboek]] aanvangt.<ref>[http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/loi_a1.pl?language=nl&la=N&cn=1867060801&table_name=wet&&caller=list&N&fromtab=wet&tri=dd+AS+RANK&rech=1&numero=1&sql=%28text+contains+%28%27%27%29%29#Art.100ter Art.100-112 Strafwetboek]</ref> De verhoogde strafmaat in vergelijking met het gemeenrechtelijke equivalent weerspiegelt dat het gaat om zeer ernstige feiten tegen de [[staatsveiligheid|veiligheid van de staat]], zoals pogingen om de koning uit te schakelen of gevangen te nemen. Het gooien van een taart brengt het regime wellicht niet in gevaar en zou mogelijk slechts een [[Overtreding (strafrecht)|overtreding]] opleveren, zoals bedoeld in artikel 563 Sw.: ''zij die opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen''.
 
==Majesteitschennis in andere landen==
Regel 85:
 
In de Bondsrepubliek Duitsland wordt de belediging van de bondspresident in zware gevallen met maximaal vijf jaar gevangenis gestraft: ''Verunglimpfung des Bundespräsidenten'', par. 90 strafwetboek. Wel moet de bondspresident zelf de opdracht tot strafvervolging geven. Achtergrond daarvan is dat rijkspresident [[Friedrich Ebert]] (1919-1925) het moeilijk had om zich tegen de verbale aanvallen van extremisten te verdedigen.
 
===Engeland===
In [[Engeland (hoofdbetekenis)|Engeland]] heeft men de koning en zijn regering in prenten, spotverzen en boeken al sinds de 18e eeuw mogen bekritiseren en belachelijk maken.
 
===Frankrijk===
Regel 104 ⟶ 101:
 
===Thailand===
====De situatie====
Volgens artikel 112 van de Thaise strafwet staat in [[Thailand]] een gevangenisstraf van 3 tot 15 jaar op majesteitsschennis. Onder majesteitsschennis vallen bijvoorbeeld het verscheuren van een bankbiljet met de afbeelding van de koning of het staan op een afbeelding van de koning.
 
====Recente gevallen====
In 2007 werd een [[Zwitserland|Zwitser]] wegens belediging van koning [[Rama IX|Bhumibol]] veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf. Hij had portretten van de koning met zwarte verf besmeurd. De man in kwestie kwam aanvankelijk zelfs in aanmerking voor 75 jaar cel, maar omdat hij bekende kreeg hij forse strafvermindering. Enkele weken later verleende Bhumibol hem gratie.
 
In augustus 2008 werd Harry Nicolaides gearresteerd op het vliegveld van Bangkok omdat zijn in 2005 in Australië verschenen novelle ''Verisimilitude'' majesteitsschennend materiaal zou bevatten. Op 19 januari 2009 werd hij tot 3 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Na precies een maand, op 19 februari 2009 werd ook hem gratie verleend.
 
===Verenigd Koninkrijk===
In het [[EngelandVerenigd (hoofdbetekenis)|EngelandKoninkrijk]] heeft men de koning en zijn regering in prenten, spotverzen en boeken al sinds de 18e eeuw mogen bekritiseren en belachelijk maken.
 
===Verenigde Staten===