Paus Johannes XVII: verschil tussen versies

Johannes werd na de dood van [[Paus Silvester II|Silvester II]] door [[Johannes II Crescentius]], de de facto heerser van Rome, op 16 mei 1003 tot Paus verheven en was van hem afhankelijk. Zo kwam het dat hij door Crescentius werd verhinderd met [[Keizer Hendrik II de Heilige|Hendrik II]] in contact te treden, om goede betrekkingen bij de keizer uit te bouwen. Over zijn pontificaat is slechts weinig bekend. Zijn belangrijkste ambtshandeling was de benoeming van Benedictus tot missionaris en diens uitzending naar [[Polen]], want met Benedictus begon de kerstening van de [[Slavische volkeren|Slaven]]. Hoe oud Johannes bij zijn dood op 6 november 1003 was, is niet bekend. Hij wordt tot een van de minst beduidende pausen uit de geschiedenis gerekend. Nochtans is een grafschrift uit 1040 bewaard gebleven, waarop drie van zijn verwanten worden vermeld, die allen evenwel hoge posities in de Kerk innamen. Het gaat om een [[bisschop]], een [[diaken]] en een waardigheidsdrager van de kanselarij van Lateranen.

 

 

== Referenties ==