Louis Hubert Rutten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
Om het geven van godsdienst- en wat lager onderwijs aan arme jongens veilig te stellen, stichtte hij in 1840 in zijn geboortehuis aan de Bogaardenstraat de congregatie van de broeders van Maastricht. Voor het lager onderwijs aan meisjes wist hij enige [[Ursulinen|zusters Ursulinen van Tildonk]] (B.) te interesseren, die hij huisvestte in zijn eigen woning in de Jodenstraat. Mgr. Rutten haalde ook [[Zusters van Liefde]] naar Maastricht om er een huis voor gevallen vrouwen en ongehuwde moeders te leiden. Deze congregatie stond plaatselijk bekend als de zusters van de Miséricorde.
 
Louis Rutten was als stichter en geldschieter jarenlang nauw betrokken bij deze en andere stichtingen. De congregatie avn de broeder van Maastricht maakte al meteen een stormachtige ontwikkeling door in Nederland en België, maar ofschoon Rutten de richting en expansie mede bepaalde, trad hij niet toe tot de kloostergemeenschap. Hij bleef wereldgeestelijke. Vanaf 1860 begon hij te sukkelen met zijn gezondheid. Toen zijn toestand verslechterde, verhuisde hij in 1871 naar het hospitaal van de [[Alexianen|cellebroeders]] te Thienen[[Tienen]] (B.), waar hij twintig jaar in alle rust zou worden verzorgd. Hij stierf op 16 december 1891 en werd op 19 december bijgezet in een praalgraf op de Algemene Begraafplats aan de Tongerseweg te Maastricht.
 
Louis Rutten werd op 21 december 1861 door paus [[Pius IX]] benoemd tot ere-kamerheer. Vanaf dat moment droeg hij de kerkelijke titel monseigneur en was hij gerechtigd tot het dragen van een zwarte soutane met paarse zoom en knopen, een zwarte bef met paarse randen, een paarse sjerp en een zwart-paarse bonnet.