Slag bij Austerlitz: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 28:
==Achtergronden==
In 1804 begon de [[Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland|Britse]] premier [[William Pitt de Jongere]], die een Franse invasie van [[Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland|Groot-Brittannië]] vreesde, de [[Derde Coalitie]] te smeden tegen de [[hegemonie]] op het Europese continent van de Franse [[eerste consul]], weldra keizer, Napoleon. Eerst lukte het hem om een anti-Frans verdrag te sluiten met Zweden, daarna met Rusland en uiteindelijk met het Oostenrijkse keizerrijk dat op 8 september 1805 met zestigduizend man het [[
Ondertussen was een Russisch expeditieleger onder [[Michail Koetoezov]] aangekomen in Oostenrijk. Eerst voorwendend dat hij samen met de restanten van de Oostenrijkse strijdmacht, elfduizend man, Wenen zou verdedigen, trok Koetoezov op 11 november zijn troepen ver naar het noordoosten terug in [[Moravië (regio)|Moravië]], gevolgd door Napoleon die op 23 november [[Brno]] bereikte. De toestand van het Franse leger was op dat moment niet onverdeeld gunstig. De snelle opmars was alleen mogelijk geweest door een beperkte strijdmacht in te zetten en gebruik te maken van de nieuwe oogst die in de landstreken waar de invasiemacht doorheen trok net binnengehaald werd. Het voedsel begon nu echter op te raken. Daarbij dreigde voor Frankrijk als geheel een nationaal bankroet wegens de hoge oorlogskosten. Napoleon wilde daarom een snelle overwinning afdwingen. Die leek echter niet voor de hand te liggen. Koetoezov had met een numerieke overmacht een sterke verdedigende positie ingenomen ten oosten van het riviertje de [[Litava (rivier)|Litava]] en ten westen van het plaatsje Austerlitz dat de Fransen weer hadden moeten ontruimen. Daarbij was hij van plan om, mochten de Fransen echt in staat zijn de Russische stellingen te bedreigen, steeds verder terug te trekken, eerst over het [[Tatragebergte]] en desnoods tot in [[Galicië (Centraal-Europa)|Galicië]]. Aan gebrek aan bevoorrading zou het Franse leger dan in de winter te gronde gaan.
Het lukte Napoleon echter om de geallieerde troepen zo te manipuleren dat ze tot een aanval overgingen. Koetoezov had namelijk geen vrijheid van handelen: zijn leger werd begeleid door [[
[[Bestand:Bacler d’Albe, Eve of the Battle of Austerlitz.jpg|{{largethumb}}|Het leger juicht Napoleon toe in de nacht voor de slag]]
In feite had Napoleon zijn rechterflank opzettelijk verzwakt om een aanval uit te lokken. Daarbij waren kort daarvoor twintigduizend man versterkingen gearriveerd, onder andere het Ie Korps onder maarschalk [[Karel XIV Johan van Zweden|Jean-Baptiste Jules Bernadotte]] dat weer uit [[Bohemen]] was teruggetrokken, zodat de krachtsverhoudingen veel gunstiger voor hem waren dan de geallieerden dachten. Hoewel hij befaamd was om zijn geniale strategische manoeuvres tijdens de opmars van legers, paste Napoleon tijdens de eigenlijke veldslagen meestal dezelfde simpele tactiek toe: een zo groot mogelijke overmacht bleef op het zwakste punt van de vijand inhameren totdat de verdediging van de tegenstander het begaf. De Slag bij Austerlitz onderscheidt zich door de ongebruikelijke subtiliteit dat Napoleon nu de vijand zelf dat zwakke punt liet scheppen door zijn troepen uit te rekken in de achtervolging van de zogenaamd verslagen Franse rechterflank. Napoleon hoopte door een onverwachte troepenconcentratie de hoogten van Prace opnieuw te bezetten om van daaruit de oprukkende geallieerde linkerflank te verpletteren — hij hoopte zelfs dat het hele vijandelijke leger de route onder de heuvelrug door zou nemen.
|