OV-chipkaart: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Transactieoverzicht: achtergelaten spoor bij controle
→‎In- en uitchecken: Het wordt den reiziger moeilijk gemaakt (ik reisde voor niks omdat er geen chippaal in de tram was en dat wist ik niet)
Regel 60:
Aan het begin van de reis moet de OV-chipkaart tegen een [[OV-chipkaartlezer]] van de vervoersmaatschappij worden gehouden, het “inchecken”. Deze kaartlezers kunnen zich in de vervoermiddelen bevinden of erbuiten, op de stations of haltes. Ze zijn te herkennen aan het pictogram van een hand die een gestileerde roze ov-chipkaart vasthoudt; dit pictogram markeert de plaats waar men de kaart moet presenteren. Ook hebben ze veelal het logo van de betreffende vervoersmaatschappij, wat van belang is op stations die worden bediend door verschillende bedrijven. Iedere vervoerder heeft namelijk eigen kaartlezers (ook nog gesplitst per [[vervoerwijze]], zoals stadstram en sneltram). Op stations en haltes waar verschillende in- en uitchecksystemen naast elkaar worden gebruikt moeten reizigers dus oppassen de benodigde handeling niet bij de verkeerde lezer te verrichten.
 
Reizigers met stads- en streekbussen, stadstrams, de [[RandstadRail]] van HTM en de [[Waterbus Rotterdam-Drechtsteden]] moeten bij het in- en uitstappen in- en uitchecken bij de kaartlezer in het voertuig (in bussen en trams meestal in de buurt van de deur). Om te reizen met de treinen, sneltram of metro (incl RandstadrailRandstadRail van RET) moet men in- en uitchecken op station of halte. Wie met RandstadRail reist, moet dus vóór het instappen in de eerste de beste tram, weten of het een tram van HTM (inchecken in het voertuig) of van RET (inchecken op het station) is. De kaartlezers kunnen zich bevinden op de perrons, bij de ingang van het station, of ergens daartussenin. Op de meeste treinstations en de haltes van de [[sneltram]]s staan OV-chipkaartpalen waarin de lezer is geïntegreerd. Op metrostations en de grotere treinstations zijn de kaartlezers geïntegreerd met een toegangspoortje dat open gaat als er in of uit wordt gecheckt.
 
Als er voldoende saldo of een geldig reisproduct (bijvoorbeeld abonnement) op de kaart staat, gaat het poortje open of geeft de kaartlezer een toegangssignaal en brandt er een groen lampje. Aan het eind van de reis dient men de kaart wederom bij een kaartlezer te houden om uit te checken. Het systeem berekent dan wat de reis heeft gekost en welk saldo op de kaart overblijft en toont dit op het beeldschermpje.