Het woeden der gehele wereld (boek): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 18:
Alexander Goudveyl woont in 't Hoofd, een plaats of buurt aan de [[Nieuwe Waterweg]]. Zijn vader is voddenkoopman en handelaar in oude metalen. Het gezin staat niet goed bekend. Goudveyl en zijn vrouw zijn extreem gierig. Alexander wordt op school gepest en tijdens een uitstapje naar het zwembad wordt hij bij wijze van grap bijna verdronken door een klasgenoot. Omdat hij geen vriendjes heeft gaat Alexander graag vissen op een stil plekje bij een oude kwekerij. Dat wordt ontdekt door de enige man die Goudveyl vaak beschermt tegen zijn kwelgeesten, de politieman Arend Vroombout. Vroombout is zelf ook een buitenbeentje, hij was fout tijdens de oorlog en staat bekend als [[pedofiel]]. Hij vraagt aan Alexander of hij voor een kwartje zijn geslacht mag zien. De jongen durft er niets van te zeggen en regelmatig keert de agent terug naar het vissersplekje.
Tijdens een grote evangelisatiecampagne van de Maassluise kerken in 1956 begeleidt Alexander zijn geloofsgenoten op de piano die staat opgesteld in het pakhuis van zijn vader. Vroombout wordt doodgeschoten in het pakhuis. Als Alexander omkijkt ziet hij de moordenaar met hoed en sjaal, die het wapen vervolgens op hem richt. De jongen wordt verhoord door de plaatselijke recherche die een verband zoekt tussen de moord en de pedofiele neigingen van het slachtoffer. De moord blijft echter onopgelost en Alexander vraagt zich af of de geheimzinnige moordenaar nog terug zal komen. Hij komt erachter dat de moord veel meer met hem en zijn familie heeft te maken dan hij had gedacht. Beetje bij beetje komt hij erachter dat Willem Vroombout in 1940 schipper was van een [[haringlogger]]
Als zijn ouders overlijden door een koolmonoxidevergiftiging erft Alexander een groot bedrag. Hij komt er zo ook achter dat Vroombout ooit twee keer een groot bedrag heeft geleend van zijn vader en nooit heeft terugbetaald. Dan is Alexander al farmacie gaan studeren in Leiden en trouwt met Joanna Oberstein, de prachtig zingende dochter van een beroemde Joodse dirigent. Oberstein was in 1940 ook op de bewuste logger. Voor Alexander is Oberstein een belangrijke verdachte voor de moord op Vroombout. Als hij zijn schoonvader Aäron jaren na zijn huwelijk voor het eerst thuis ontmoet is het de lezer al duidelijk dat Alexanders ouders niet zijn echte ouders waren. Oberstein beweert dat zijn kind door Vroombout in de oorlog aan een kinderloos echtpaar in Rotterdam is gegeven. De ‘ouders’ van Alexander kwamen ook uit Rotterdam en de verwijzing naar een verhuizing met een "dubbele hit" is het sluitstuk. Goudveyls schoonvader bekent bij de moord aanwezig te zijn geweest, maar niet te hebben geschoten. Alexander realiseert zich dat zijn 'moeder' moet hebben geschoten om te voorkomen dat Vroombout zou verraden dat Alexander niet hun zoon was. De lezer blijft achter met het besef dat Alexander en Joanna dezelfde vader hebben.
|