Bestuurlijke boete: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Aanvlullingen en ordening
k Cautie hoeft alleen bij mondeling verhoor
Regel 19:
Er wordt in sommige wetten voor de hoogte van de bestuurlijke boete aangesloten bij de [[Boete#Strafrecht|boetecategorieën in het strafrecht]], bijv. in de [[Arbeidsomstandighedenwet]]: "De bestuurlijke boete die voor een overtreding kan worden opgelegd bedraagt ten hoogste het bedrag van de vijfde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht." In een aanhangige wijziging van de [[Successiewet 1956]] wordt in de wet de formulering "bestuurlijke boete van de vierde categorie" gebruikt, zonder dat in die wet categorieën en bijbehorende bedragen worden genoemd. Uit de toelichting blijkt dat ook hier bedoeld wordt aan te sluiten bij de boetecategorieën in het strafrecht: "kan een bestuurlijke boete worden opgelegd van de vierde categorie (thans maximaal € 19.500). Deze boete is gelijk aan de maximale geldboete die kan worden opgelegd indien strafrechtelijke vervolging plaatsvindt wegens het opzettelijk niet, onjuist of onvolledig verstrekken van inlichtingen, met dien verstande dat in dat geval ook gevangenisstraf kan worden opgelegd."
 
Een bestuurlijke boete wordt in de context van het [[Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens]] als een "criminal charge" (strafsanctie) aangemerkt. Dit betekent dat een aantal waarborgen, zoals de plicht tot het geven van [[cautie (strafrecht)|cautie]] (indien de verdachte mondeling wordt verhoord), gelden wanneer een bestuursorgaan voornemens is een bestuurlijke boete op te leggen. Een bestuurlijke boete (punitief) is niet hetzelfde als een [[last onder dwangsom]] (preventief).
 
[[Categorie:Straf]]