Victory (scheepstype): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
HanhilBot (overleg | bijdragen)
k dp linkfix
Regel 65:
Zij waren een grote verbetering ten opzichte van het voorgaande Liberty-ontwerp, dat in veel grotere aantallen werd gebouwd. Zij hadden een hogere snelheid, circa 15 tot 17 [[Knoop (snelheid)|knopen]] tegen 11 knopen voor de Liberty, en een groter bereik. De hogere snelheid was vooral belangrijk omdat deze hen minder kwetsbaar maakte voor Duitse [[U-boot|U-boten]]. Onder water konden de U-boten hen zeker niet volgen en boven water waren de [[onderzeeboot|onderzeeboten]] te kwetsbaar tegen bommenwerpers en [[torpedobootjager]]s, zeker in die periode. De hogere snelheid werd bereikt door gebruik te maken van betere motoren. In plaats van de drievoudige expansie-[[zuigermotor|stoomzuigermotor]] met een vermogen van 2500 pk werd gebruikgemaakt van de Lenz-[[zuigermotor]], [[stoomturbine]]s of [[dieselmotor]]en met een vermogen tussen de 6000 en 8500 [[Paardenkracht|pk]] (4,5 tot 6 MW). Zij hadden ook geen hulpwerktuigen die werden aangedreven door stoom, maar door [[elektriciteit]]. In tegenstelling tot hun voorgangers werden zij met [[aardolie|olie]] gestookt, hoewel een aantal Canadese schepen ook uitgerust was om op [[steenkool|kolen]] te varen.
 
Bovendien was de romp sterker, aangezien een aantal Liberty-schepen waren gebroken. Om de schepen minder stijf te maken – en daarmee de langsscheepse spanning te verminderen – werden de spanten 36 [[inch (hoofdbetekenis)|inch]] (914  mm) uit elkaar geplaatst, in plaats van 30 inch (762  mm). Victory-schepen waren iets groter dan Liberty-schepen, 139 meter lang bij 19 meter breed en met een diepgang van 7,6 meter. Met een ranke boeg en een ''cruiser''-[[achtersteven (schip)|achtersteven]] - wat bijdroeg aan een hogere snelheid - hadden zij een duidelijk ander voorkomen dan de Liberty-schepen.
 
Zij waren uitgerust met een [[Kanon (geschut)|kanon]] van 5-[[inch (hoofdbetekenis)|inch]] (127  mm) op de achtersteven tegen onderzeeboten, een [[luchtafweer]]kanon op de boeg van 3-inch (76  mm) en acht kanonnen met een [[kaliber (wapen)|kaliber]] van 20mm, ook als luchtafweergeschut. Deze wapens werden bemand door de ''[[United States Naval Armed Guard]]'', die deel uitmaakte van de [[United States Navy|Amerikaanse marine]].
 
==Oplevering==
Het eerste schip was het [[SS United Victory|SS ''United Victory'']], dat op 12 januari 1944 van stapel liep bij de ''[[Kaiser Shipyards|Oregon Shipbuilding Corporation]]'' en voltooid werd op 28 februari 1944. Een maand later vond de proefvaart plaats. Amerikaanse schepen hadden vaak een naam waarin ''Victory'' voorkwam. De [[Groot-BrittanniëVerenigd Koninkrijk|Britten]] en [[Canada (hoofdbetekenis)|Canadezen]] gebruikten respectievelijk ''Fort'' en ''Park''. Na de ''United Victory'' werden de volgende 34 schepen naar geallieerde landen vernoemd, de 218 daarna naar Amerikaanse steden, de volgende 150 naar onderwijsinstellingen en de rest kreeg willekeurige namen.
 
Hoewel de oplevering aanvankelijk langzaam verliep – slechts 15 schepen waren er opgeleverd tot mei 1944 – waren er aan het einde van de oorlog 531 klaar. De commissie schrapte de order voor nog eens 132 schepen, hoewel er nog 3 werden afgeleverd in [[1946]] voor de Alcoa Steamship Company. Hiermee kwam het totaal aantal schepen dat werd gebouwd op 534.