Sebastian Castellio: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k -/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB)
Regel 13:
}}
 
'''Sebastian Castellio''', eigenlijk '''Sébastien Châtillon''', ook wel genoemd '''Castellion''', '''Châtellion''' of '''Châteillon''' ([[Saint-Martin-du-Frêne]], [[1515]] - [[Bazel (Zwitserland)|Bazel]], [[23 december]] [[1563]]) was een [[Frankrijk|Frans]] [[Renaissance-humanisme|humanist]] en [[theoloog]]. Als verdediger van de [[Godsdienstvrijheid|geloofs]]- en [[Vrijheid van geweten|gewetensvrijheid]] tegenover [[Johannes Calvijn]] ontwikkelde hij in zijn geschriften een theorie over [[Tolerantie (maatschappij)|tolerantie]].
 
==Levensbeschrijving==
Regel 23:
 
===Aan de Universiteit van Lyon===
In 1535 ging Castellio studeren in [[Lyon]], destijds een centrum van [[Renaissance-humanisme|humanisme]], waar ook [[Maarten Luther|Martin Luther]] veel aanhang had, relatief ongehinderd door de Franse regering en de Rooms-Katholieke kerk. Castellio leerde er aan het Collège de la Trinité Latijn, Grieks en Hebreeuws. Naast zijn moedertaal Frans sprak hij ook Italiaans en een beetje Duits.<ref name="Hillar 2002">Hillar (2002)</ref> Als student in Lyon ergerde zich daarbij aan de kwaliteit van de [[Vulgaat]]. Hij nam zich voor om, zodra zich de gelegenheid zou voordoen, zelf de bijbel in het Latijn te vertalen.
 
In januari 1540 vonden in Lyon op last van de [[Inquisitie]] de eerste ketterverbrandingen van [[Hugenoten]] plaats. Deze deden hem besluiten om zich definitief tot de [[Reformatie]] te bekennen, zijn studie te beëindigen, de stad verlaten, en zich aan te sluiten bij [[Johannes Calvijn]], die zich na zijn verbanning uit Genève had gevestigd in [[Straatsburg]].
Regel 33:
Al snel kreeg Castellio echter theologische en persoonlijke conflicten met Calvijn. [[Voltaire]] schreef over deze conflicten met Calvijn: "Men kan de kwaadaardigheid van deze tirannie afmeten aan de onderdrukking waaraan Castellio werd onderworpen onder verantwoordelijkheid van Calvijn - hoewel Castellio een veel groter geleerde was dan Calvijn, wiens jaloezie hem uit Genève deed verdrijven."<ref>Zweig (1936), pagina 89</ref>
 
Castellio werkte aan een Franse en Latijns vertaling van de hele bijbel, maar dat lag bij Calvijn erg gevoelig. Zo was er een conflict over de vraag of het in het Frans en Latijn vertaalde [[Hooglied]] wel aan de scholieren mocht worden voorgelegd, omdat het als (te) erotisch getint werd beschouwd. Op de achtergrond speelde ook dat Calvijn al een bijbelvertaling had omarmd van zijn neef, Pierre Olivetan. Calvijn schreef daarover aan een vriend: "Neem nou dat belachelijke opzetje van Sebastien. Ik moet er om glimlachen, maar tegelijkertijd maakt het mij boos. Drie dagen geleden vroeg hij mij toestemming om zijn vertaling van het Nieuwe Testament te mogen uitgeven." <ref>Zweig (1936), pagina 242</ref>
 
De conflicten tussen Castellio en Calvijn verergerden nog toen Castellio in een publieke bijeenkomst stelde dat de geestelijkheid moest ophouden met vervolging van degenen die er andere interpretaties van de Bijbel op na hielden. Hij vond dat de geestelijkheid niet moest pretenderen de waarheid in pacht te hebben. Ook over de leer van de [[predestinatie]] verschilden Calvijn en Castellio van opvatting. <ref> name="Hillar (2002)<"/ref> Calvijn wees vervolgens ook nog eens een verzoek van Castellio af om een beter betaalde betrekking als predikant.
 
In 1543 sloeg de [[Pest (ziekte)|Pest]] toe in Genève. Castellio was de enige geestelijke die de zieken bezocht. Calvijn en diens kliek van bestuurders en predikanten hielden zich er verre van en verlieten de stad. Calvijn rechtvaardigde zich hier later voor: hij was onmisbaar; hulp aan een deel van de kerkelijke gemeenschap zou leiden tot verzwakking van de gemeenschap als geheel."<ref>Zweig (1936), pagina 234</ref> Castellio uitte geen kritiek op de uitwijk van Calvijn, maar wel op de lafheid van diens predikanten. Dit leverde hem in 1544 een aanklacht op bij de Raad van Genève, omdat Castellio de eenheid van de predikanten in diskrediet zou hebben gebracht. Castellio legde zijn ambt neer, voordat de Raad zich over de klacht kon buigen. Op 30 mei 1544 werd hij officieel van zijn taken ontheven.
Regel 42:
 
===Hoogleraar in Bazel===
Vervolgens vertrok Castellio in 1544 met zijn echtgenote en zijn schare kinderen naar [[Bazel (Zwitserland)|Bazel]]. Het lukte hem niet om een aanstelling als predikant te verwerven. De jaren die volgden sleet hij met zijn gezin in diepe armoede. De gewezen rector van Genève en een van de grootste geleerden van zijn tijd moest van deur tot deur gaan, bedelend om een stuk brood. Zweig speculeerde dat zijn onmin met de machtige Calvijn Castellio in de weg zat bij het vinden van een betrekking. De toorn uit Genève werd gevreesd.<ref>Zweig (1936), pagina 337</ref> Bij gebrek aan een vast inkomen nam hij zijn toevlucht tot losse opdrachten, variërend van het uitgraven van sloten tot het geven van privélessen. Ook kon hij de geleerde drukker/uitgever Johannes Oporinus af en toe assisteren als corrector.
 
Op 13 oktober 1546 schreef hij zich in aan de [[Universiteit van Bazel]]. Op 1 augustus 1553 behaalde hij er de graad van Magister Artium <ref>{{cite book|language=de|first=Hans Georg|last=Wackernagel|title=Die Matrikel der Universität Basel|publisher=Verlag der Universitätbibliothek|location=Bazel|year=1956|page=44}}</ref> waarna hij in nog hetzelfde jaar werd aangesteld als hoogleraar [[Oudgrieks]]. Hij gaf er werken uit van [[Xenophon]], [[Homerus]] en andere Griekse schrijvers, alsmede middeleeuwse [[devotie|devotiewerken]]werken als de mystieke [[Theologia Deutsch]] en [[De imitatione Christi]] van [[Thomas a Kempis]].
 
===De kwestie Servet===
Regel 54:
Van kritiek op zijn heftige optreden in godsdienstige polemieken moest Calvijn niets weten; hij zag zichzelf als degene die door God geroepen was om de waarheid te verkondigen en hij was ervan overtuigd dat het zijn plicht was om net als eens de oudtestamentische profeten dat hadden gedaan, deze waarheid te verdedigen. De terechtstelling van Michael Servet was het begin van een hevige polemiek tussen Calvijn en Castellio over [[tolerantie (maatschappij)|tolerantie]] en over de rol van de overheid in religieuze aangelegenheden.<ref>{{cite web|language=fr|url=http://www.museeprotestant.org/Pages/Notices.php?noticeid=134&scatid=6&lev=1&cim=0&Lget=FR|title=Jean Calvin (1509-1564)|author=Musée virtuel du protestantisme français}}</ref>
 
Castellio, die Servets werken niet eens gelezen had,<ref>{{cite journal|language=de|first=Wilhelm|last=Schwendemann|title=Calvin, Castellio und die Menschenrechte – einen Menschen töten heißt nicht eine Lehre verteidigen, sondern einen Menschen töten|journal=Theo-Web. Zeitschrift für Religionspädagogik|edition=8|year=2009|page=147|url=http://www.theo-web.de/zeitschrift/ausgabe-2009-02/17.pdf}}</ref> reageerde in december van hetzelfde jaar met het anoniem gedrukte ''Historia de morte Serveti''<ref>{{cite book|language=de|first=Uwe|last=Plath|title=Der Fall Servet und die Kontroverse um die Freiheit des Glaubens und Gewissens|publisher=Alcorde|location=Essen|year=2014|pages=106–115}}</ref> en schreef een antwoord op Calvijns apologie met de uitgave van ''De haereticis, an sint persequendi'' („Over de ketters, of zij vervolgd moeten worden“), een bundeling van teksten waarin [[Johannes Chrysostomus]], [[Augustinus van Hippo]], [[Maarten Luther|Martin Luther]] ''(Over het wereldlijke gezag, in hoeverre men die gehoorzaamheid schuldig is),'' [[Desiderius Erasmus|Erasmus]] en zelfs Calvijn zelf (Commentaar op [[Lucius Annaeus Seneca|Seneca]]'s ''De Clementia'' uit 1532) zich tegen de doodstraf voor ketters uitspraken. In zijn pleidooi voor religieuze tolerantie beriep hij zich op Luther.<ref>{{cite book|language=de|first=Heinrich|last=Bornkamm|hoofdstuk=Toleranz. In der Geschichte des Christentums|title=Die Religion in Geschichte und Gegenwart|year=2008|isbn=978-3825284015|publisher=UTB|location=Stuttgart}}</ref> Castellio schreef de inleiding tot het werk zelf, maar onder het pseudoniem ''Martinus Bellius'' en droeg het werk op aan [[Christoffel van Württemberg|Christoph, hertog van Württemberg]].<ref> name="Hillar (2002)<"/ref> Het werd een hele polemiek met Calvijn en Beza, waarop Castellio in 1554 wederom een publicatie uitbracht: ''Contra Libellum Calvini''. In deze publicatie bestreed Castellio het recht van de wereldlijke macht om afwijkingen in de kerkelijke leer met geweld te bestrijden. Het geschrift bevatte Castellio's bekendste citaat:
<blockquote>''Hominem occidere non est doctrinam tueri sed hominem occidere.
''(Een mens doden betekent niet een leer verdedigen, het betekent een mens doden.)
Regel 68:
In zijn laatste jaren bekritiseerde Castellio in het bijzonder Calvijns leer van de [[predestinatie]], die hij in zijn onvoltooide ''Dialogi quatuor'' bestreed. De groeiende invloed van het calvinisme zat Castellio behoorlijk in de weg: het werd lastig om zijn werken gepubliceerd te krijgen. Castellio werd immers door de calvinisten beschouwd als "werktuig van Satan". Zijn laatste werk, ''De arte dubitandi'' („Over de kunst van het twijfelen“), werd pas in 1981 volledig gepubliceerd. Hierin betoonde hij zich als vroege proponent van het [[rationalisme]], door de rede boven het dogma te stellen en bijvoorbeeld het [[Eucharistie|Avondmaal]] louter als symboliek te duiden.<ref>Salvadori (2008), pagina 42</ref>
 
De druk van de calvinisten werd zo sterk dat Castellio overwoog naar [[Pools-Litouwse Gemenebest|Polen-Litouwen]] uit te wijken, <ref> name="Hillar (2002)<"/ref> waar de religieuze tolerantie onder [[Sigismund II August van Polen]] een opleving had.<ref>Zie {{en}}[[w:en:Warsaw Confederation|Wikipedia: Warsaw Confederation]]</ref>
 
In Bazel kwam Castellio in contact met de Nederlandse [[anabaptisme|wederdoper]] [[David Joris]], die daar sinds 1544 tot aan zijn dood in 1556 in ballingschap woonde. Joris was een controversiële figuur met een aanzienlijke schare aanhangers; hij claimde de nieuwe [[Koning David|David]] te zijn en hij beweerde toverkracht te hebben. Joris preekte geweldloosheid en tolerantie. Tegelijkertijd matigde hij zichzelf onfeilbaarheid aan: hij sprak uit Gods mond, eiste volledige gehoorzaamheid van zijn aanhangers en ongeloof aan hem was die zonde tegen de Heilige Geest die nooit vergeven zal worden. In hoeverre Castellio een aanhanger was van Joris, is niet helder, maar dat er sprake was van sympathie, is wel duidelijk.<ref>Van Veen (2012)</ref> Ook in Genève bleef dat niet onopgemerkt. Beza schreef in 1563 aan de predikanten van Bazel een lange opsomming van ketterse zonden van Castellio, waaronder diens contact met David Joris.<ref>Stückelberger (1939), pagina 117–118</ref> Dit leidde in november 1563 tot een officiële aanklacht, waartegen Castellio zich op 24 november 1563 schriftelijk verweerde.<ref>Mahlmann-Bauer (2006)</ref>
 
Castellio's vroegtijdige dood op 23 december 1563, 48 jaar oud, verhinderde een mogelijke veroordeling en ballingschap wegens ketterij. Hij werd in de [[Munster van Bazel]] begraven, in de tombe van een notabele lokale familie. Lang heeft zijn gebeente daar niet gelegen, want fanatici haalden het weg, verbrandden het lijk en verspreidden de asresten. Drie Poolse edelen, oud-studenten van Castellio, richtten later een monument voor hem op, maar dat is later per abuis vernietigd; alleen de inscriptie bestaat nog.
Regel 80:
===Ketterij===
[[File:Castellio De haereticis.jpg|thumb|Sebastian Castellio, ''De haereticis, an sint persequendi'', voorblad]]
Al sinds haar vroegste tijd zag de christelijke kerk het als haar opdracht de kerkelijke dogma's te bewaken. De [[kerkvader|kerkvaders]]s, [[apologeten]] en [[kerkleraar|kerkleraren]] produceerden een grote hoeveelheid literatuur, waarin werd gepoogd de uiteenlopende ketters verklaarde leringen (vaak zeer gedetailleerd) te weerleggen. De tot ketters bestempelde gelovigen werden al vóór de tijd van de [[Eerste zeven oecumenische concilies|eerste concilies]] vervolgd en hun geschriften werden verbrand. Bij [[Ignatius van Antiochië]] (overleden ca. 110-120) was het begrip ketterij al duidelijk een negatief begrip voor een stelling, die niet te verenigen was met de leer van het christendom. Door [[Irenaeus van Lyon]] werd in ongeveer het jaar 180 duidelijker inhoud gegeven aan het begrip ketterij (heresie).
 
In de eerste jaren van de [[reformatie]] was nog niet uitgekristalliseerd hoe de reformatoren - zelf doorgaans verketterd door de [[Rooms-Katholieke kerk]] - dachten over ketterij in de protestantse leer. De idee dat er binnen dezelfde gemeenschap ruimte is voor verschillende opvattingen had nog niet postgevat; dat afwijkende meningen te vuur en te zwaard bestreden moesten worden was immers eeuwenlang onomstreden geweest. Er waren wel protesten, maar die kwamen eigenlijk alleen van de vervolgden zelf, zoals de kalkoen niet dol is op kerstmis. Met name vervolgde dopers hadden reeds geprotesteerd tegen de niets en niemand ontziende wijze waarop de overheden hen het leven zuur maakten. Iemand als de Nederlandse [[anabaptisme|doper]] [[David Joris]] had betoogd dat hij een brave burger was die niemand kwaad berokkende. Het was oneerlijk, zo schreef hij aan het Hof van Holland, dat mensen die niets anders wilden dan leven in overeenstemming met hun geloof, meer van het justitiële apparaat te verduren hadden dan dieven en rovers. David Joris nam de wijk naar Bazel. Zijn gedreven pleidooi voor tolerantie werd nauwelijks door iemand serieus genomen.<ref>{{cite web|first=Mirjam|last= Veen, van|url=http://www.mirjamvanveen.nl/Mirjam_van_Veen/Castellio.html|title=Castellio: vroege held van religieuze tolerantie}}</ref>
Regel 92:
Ook over zijn eigen opvattingen was hij bescheidener dan veel tijdgenoten, en zeker dan Calvijn, die zijn opvattingen als onfeilbaar presenteerde. In zijn voorwoord bij zijn bijbelvertaling schreef hij dat de vertaling stellig veel fouten bevatte, aangezien hij veel passages uit de Bijbel zelf niet goed begreep. De lezer deed er daarom goed aan om te vertrouwen op zijn eigen oordeelsvermogen.
 
Castellio was een voorstander van [[politiek]]-godsdienstige tolerantie waardoor ieder in vrijheid zijn eigen geloof kan beleven en de overheid alleen dan behoort op te treden als er zich uitwassen voordoen. Ook stelde hij zich onverschillig op ten aanzien van de christelijke dogma's van de goddelijkheid van [[Religieuze visies op Jezus#christendom|Jezus Christus]] en de [[protestants]]e leer van de rechtvaardiging door het geloof.
 
Of godsdienstige tolerantie zich ook uitstrekte tot gelovigen buiten het Christendom, daarover liet Castellio zich niet duidelijk uit. Allereerst constateerde hij dat Joden en Turken ([[islam|IslamietenIslam]]ieten dus) in het algemeen op tolerantie konden rekenen. Het leek hem raadzaam om als Christenen het goede voorbeeld te geven met onderlinge tolerantie. En het zou beter zijn als Joden en Moslims zich tot het ware Christelijke geloof zouden bekeren. Maar gedwongen bekeringen, daar zag hij niets in. Een gedwongen Christen is geen goede Christen; bekering zou een vrijwillige daad moeten zijn, zo schreef hij in zijn ''Conseil à la France désolée''.
 
===Invloeden===
Regel 106:
 
==Werken==
*{{cite book|language=la|author=[[Sebastian Castellio]]|title=Dialogi sacri|location=Genève|year=1542|url=https://books.google.nl/books?id=cA5SAAAAcAAJ}}
*{{cite book|language=la|author=[[Sebastian Castellio]]|title=Biblia sacra latina|location=Bazel|year=1551}}
*{{cite book|language=la|author=[[Sebastian Castellio]]|title=Contra libellum Calvini|year=1554|url=https://archive.org/details/contralibellumca00cast}}
*{{cite book|language=la|author=[[Sebastian Castellio]]|title=De haereticis, an sint persequendi|location=Bazel|year=1554|url=https://www.e-rara.ch/bau_1/content/titleinfo/10273418}}
*{{cite book|language=fr|author=[[Sebastian Castellio]]|title=La Bible translatée avec annotations|location=Bazel|year=1555}}
*{{cite book|language=fr|author=[[Sebastian Castellio]]|title=Conseil à la France désolée|year=1562|url=https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k1349528/f10.image}}
*{{cite book|language=la|author=[[Sebastian Castellio]]|title=De arte dubitandi|year=1562}}
 
==Literatuur==
Regel 145:
 
{{Commonscat|Sebastian Castellio}}
 
{{DEFAULTSORT:Castellio, Sebastian}}
[[Categorie:Humanistisch geleerde]]