Wouter Schouten: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Robotgeholpen doorverwijzing: Hooghly (district) - Koppeling(en) gewijzigd naar Hooghly (stad) |
k -/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB) |
||
Regel 12:
Toen hij veertien jaar was, ging Schouten de in de leer bij een chirurgijn. Omdat hij ervaring wilde opdoen, en gedreven door reislust, monsterde hij in 1658 aan bij de [[Vereenigde Oostindische Compagnie|Vereenigde Oost-Indische Compagnie]] en voer op 16 april van datzelfde jaar in de functie van onderchirurgijn op het [[fluitschip]] de ''Nieuwpoort'' het zeegat uit.<ref>De Oost-Indische voyagie van Wouter Schouten (1676), p. 12. Michael Breet (2003) met medewerking van Marijke Barend-van Haeften</ref>
Chirurgijns behandelden niet alleen zieken en gewonden, ze waren aan boord ook aangewezen om haren te knippen en te scheren. Voor behandeling van aan boord ontstane ziekten en verwondingen mochten de chirurgijns geen beloning vragen. Kwetsuren wegens vechtpartijen en geslachtsziekten moesten apart worden betaald. Vingers en tenen kapte hij af met een beitel en hamer.<ref>
Na een reis van een halfjaar kwam het schip aan op de rede van Batavia en Schouten vestigde zich in het Kasteel van [[Batavia (Nederlands-Indië)|Batavia]].
Later reisde Schouten, inmiddels benoemd tot opperchirurgijn, naar [[Japara (stad)|Japara]] en naar de [[Molukken]] en kreeg te horen dat hij op [[Ambon (eiland)|Ambon]] moest blijven. Hij was daar getuige van de [[hongitocht]]en, waarbij de bevolking wordt gestraft door hun huizen, boten, en plantages te vernietigen voor het leveren van specerijen aan de concurrenten, zoals Portugezen, Engelsen, Chinezen of handelaren uit [[Makassar]]. Schouten beschreef in zijn boek uitgebreid de listige en geslaagde VOC-aanval op het kasteel van Makassar; de sultan beloofde de 2.000 Portugese handelaren uit te wijzen. Na verloop van tijd kreeg hij toestemming om weer te varen op het schip de ''Hasselt''.<ref>http://www.vocsite.nl/schepen/detail.html?id=10417
Schouten tekende voor nog eens drie jaar dienst bij de Compagnie. In Batavia was ondertussen besloten de Portugezen te verdrijven van de [[Malabar (India)|Malabarkust]]. De VOC had zich als doel gesteld een [[monopolie]] te verkrijgen op de peper, die daar groeit en in [[Kochi (India)|Cochin]] werd verhandeld. Schouten maakte er kennis met schrijvende dominee [[Philippus Baldaeus]]. De Portugezen verdedigden de stad, die al 150 jaar in hun bezit was. Het lukte [[Rijcklof van Goens]] in 1662 vanwege de hevige moessonregens niet Cochin in te nemen. Het beleg werd opgegeven en de vloot keerde terug naar Batavia.
Schouten werd geplaatst op een schip met bestemming [[Bengalen (gebied)|Bengalen]] en maakte twee reizen naar [[Hooghly (stad)|Hooghly]]. Terug in Batavia maakte hij duidelijk terug naar Holland te willen. Op zijn vorige reis had hij te maken gehad met een drankzuchtige schipper, hevige stormen en honger. Rond Kerst (1664) vertrok hij uit Batavia. Onderweg naar Texel kreeg zijn schip de ''Rijzende Zon''
In oktober 1665 vestigde Schouten zich als chirurgijn te Haarlem. In 1666 werd hij lid van het [[Gilde (beroepsgroep)|gilde]] en trouwde in Bloemendaal met een nicht van [[Frederik Ruysch]].<ref>
== Werken ==
In 1676 publiceerde Schouten drie boeken, elk met twaalf hoofdstukken, over zijn reizen. Hij maakte gebruik van de bestaande literatuur, o.a. boeken door [[Johan van Twist]], [[Adam Olearius]], en [[François Bernier]]. De ''Oost-Indische voyagie'' behoort, ook volgens [[François Valentijn]], een tijdgenoot, tot de beste reisverhalen die destijds zijn geschreven.<ref>De Oost-Indische voyagie van Wouter Schouten (1676), p. 14. Michael Breet (2003) met medewerking van Marijke Barend-van Haeften.
* {{aut|Schouten, Wouter}}, [http://books.google.nl/books?id=hwZJAAAAcAAJ&printsec=frontcover&dq=Oost-Indische+Voyagie&hl=nl#v=onepage&q&f=false Oost-Indische voyagie; vervattende veel voorname voorvallen en ongemeene vreemde geschiedenissen, bloedige zee- en landtgevechten tegen de Portugeesen en Makassaren] Jacob Meurs, Amsterdam (1676) Volledige weergave via Google Books
|