Café: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k -/- spaties voor <ref> (verzoek op WP:VPB)
Regel 30:
Vóór de 16e eeuw bestonden eigenlijk nog geen kroegen zoals we die tegenwoordig kennen. Er waren [[herberg]]en, logementen en taveernes die gericht waren op het bieden van eten, rust en onderdak aan reizigers, maar ook de eigen stadsbewoners bezochten herbergen. [[Jan Steen]] en [[Adriaen Brouwer]] schilderden heel wat interieurs van zulke drankgelegenheden.
 
Halverwege de 17e eeuw begon de opmars van [[koffie]] in Europa. Dit resulteerde in het ontstaan van [[Koffiehuis|koffiehuizen]] voor de meer welgestelden uit eigen stad. Hiervan is de term café, het Franse woord voor koffie, afkomstig. Hoe elitair de koffiehuizen aanvankelijk waren blijkt uit het feit dat er in 1806 in Amsterdam 25 koffieschenkerijen waren, naast 1763 kroegjes die bier en andere alcohol schonken. Deze zaakjes werden destijds tapperijen of bierhuizen genoemd. Omdat koffiehuis een betere naam had, gingen ook steeds meer kroegen zich zo noemen.
 
=== 19e-eeuwse cafés ===
De bruine kroeg ontstond begin 19e eeuw, toen meer en meer mensen als extra kostwinning hun voorkamer inrichtten als plaats waar mensen iets konden drinken. In zulke vaak piepkleine huiskamercafés kon de vrouw dan het inkomen van een geregeld werkloze man aanvullen. In Vlaanderen was op het einde van de 19e eeuw een op de zes huizen zo'n drankhuis.
 
In Nederland mocht nagenoeg iedereen tappen, totdat in 1881 de "Wet tot reguleering van de handel in sterken drank en van de beteugeling van openbare dronkenschap" een tamelijk dure vergunning verplicht stelde. Bovendien mochten daarvan in de grootste steden maximaal 500 worden afgegeven. Dit is het begin van een professionalisering van de horecasector.
 
De Belgische [[Wet Vandervelde]] uit 1919, die [[sterkedrank]] in cafés verbood, moest het [[alcoholisme]] onder de verpauperde bevolking tegengaan, maar de bieren kregen wel een hoger alcoholpercentage. De traditionele inrichting van de bruine kroeg, met kleedjes op tafel en lampjes aan de muur, is vaak wel intact gebleven.
 
Naast de bruine cafés ontstonden in de jaren 1880 naar Duits voorbeeld de "bierhallen", grote zalen met veel marmer en spiegels, die gespecialiseerd waren in een nieuw, licht soort bier afkomstig uit het Boheemse industriestadje [[Pilsen]] en dat om die reden [[pils]] genoemd werd.
 
Rond 1900 werden oude koffiehuizen omgevormd tot de eerste grand cafés, vaak uitgevoerd in de [[Jugendstil]] en later [[Art deco]]-stijl. Bekende voorbeelden in Amsterdam zijn [[Bodega Keijzer]] aan de Van Baerlestraat, [[Mille Colonnes]], [[Schiller (café)|Schiller]] en [[De Kroon (café)|De Kroon]] op het Rembrandtplein en het [[Café Américain]] op het Leidseplein. In Haarlem werd [[Brinkmann]] aan de Grote Markt een van de grootste café-restaurants van Europa. Hiermee kwam de scheiding tussen kroegen voor het volk en cafés voor de middenklasse pas goed op gang.
Regel 64:
De vaste klanten verzamelen zich vaak rond de [[Toog (café)|bar]] of rond een grote tafel, die daarom de [[stamtafel]] wordt genoemd. Deze vaste klanten worden ook wel "stamgasten" genoemd, en het café is hun "stamkroeg" of "stamcafé". Een stamgast kent het bedienend personeel bij de (voor)naam, en ook de namen van andere stamgasten zal hij of zij kennen. Omgekeerd weet het personeel wat de klant drinkt. Bij zijn binnenkomst wordt zijn consumptie ongevraagd voor hem klaargezet – een gebaar van zijn hand is voldoende. Daardoor voelt hij zich vertrouwd en thuis in het café en beschouwt het personeel en de andere vaste klanten als goede kennissen.
 
Wanneer één persoon drankjes voor een hele groep betaalt, dan noemt men dat een "tournée" of een "[[rondje]]" en als iemand voor alle aanwezigen betaalt een "tournée générale" of een "rondje voor de hele zaak". Dit kan worden aangekondigd door het luiden van een bel, die daartoe in veel cafés bij de bar hangt. Om meer klanten te trekken wordt in bepaalde cafés op vaste tijden ook wel een [[happy hour]] gehouden, waarbij men doorgaans twee drankjes voor de prijs van één krijgt.
 
Tot het midden van de 20e eeuw was het, met name in zuidelijk [[Nederland (hoofdbetekenis)|Nederland]], niet ongewoon om overledenen in een plaatselijk café op te baren, vaak op de biljarttafel. Zo refereert de naam van het [[Sittard]]se café "'t Sjterfhoes" (het sterfhuis) nog aan deze tijd en werd uitbaatster [[Bet van Beeren]] van het Amsterdamse homo/lesbische [[Café 't Mandje]] na haar overlijden in 1967 ook nog op het biljart opgebaard.
 
Het is en was niet ongebruikelijk na het werk, voor het naar huis gaan, eerst de kroeg te bezoeken, zeker in de tijd dat loon aan het eind van de week of maand nog in harde valuta in het [[loonzakje]] werd uitbetaald. Overigens staat tegenwoordig in de Nederlandse drank- en horecawet dat werkgevers hun personeel niet in een café mogen uitbetalen, horecaondernemers uiteraard uitgezonderd.
 
In komische televisieseries en strips zijn ook stamgasten te vinden. Zo draait de strip ''[[Stamgasten]]'' van de Nederlandse tekenaar [[Toon van Driel]] om de belevenissen van aangeschoten wild, en speelt de Amerikaanse televisieserie ''[[Cheers]]'' zich vrijwel geheel af in een café. Stamgasten in dit café zijn onder meer de postbode Cliff Clavin en de psychiater Frasier Crane. Ook ''[['t Schaep met de 5 pooten]]'', een komische Nederlandse televisieserie die van 1969 tot 1970 werd uitgezonden, draaide om de gasten van een stamcafé.
Regel 129:
{| border=0
| valign=top |
* 2017 - De Gekroonde Suikerbiet, Zierikzee <ref>Misset Horeca: [https://web.archive.org/web/20171107060700/http://www.missethoreca.nl/cafe/nieuws/2017/11/gekroonde-suikerbiet-wint-cafe-top-100-2017-10128508 Gekroonde Suikerbiet wint Café Top 100 2017], 6 november 2017</ref>
* 2016 - In de Karkhol, Maastricht
* 2015 - In den Bockenreyder, Esbeek
* 2014 - Belgisch Biercafé Olivier, Utrecht <ref>http://www.missethoreca.nl/Cafe/Nieuws/2013/11/Olivier-in-Utrecht-wint-Cafe-Top-100-1406483W/</ref>
* 2013 - [[Hoppe (café)|Café Hoppe]], Amsterdam
* 2012 - De Bôbbel, Maastricht