Districtenstelsel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
correctie
Masmak (overleg | bijdragen)
→‎Nederland: Koppelingen toegevoegd
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele app Bewerking via Android-app
Regel 8:
Daarnaast is er een meervoudig districtenstelsel mogelijk, waarbij niet alleen de kandidaat met de meeste stemmen, maar ook de nummers 2, 3 of 4 (in aantal stemmen) verkozen worden. Het kiesstelsel in [[België]] en in veel andere landen is hierop gebaseerd: per kieskring is een vastgesteld aantal zetels te verdelen, hoewel dat aantal groot genoeg is om geen verkiezing tussen kandidaten, maar tussen partijlijsten te houden. Binnen de kieskring is dus sprake van een stelsel van [[evenredige vertegenwoordiging]].
 
== [[Nederland]] ==
In de negentiende eeuw en begin twintigste eeuw, tot de invoering van het huidige stelsel van evenredige vertegenwoordiging in 1918, had [[Nederland]] ook al een enkelvoudig districtenstelsel (door de Fransen het stelsel van den 'scrutin uninominal' genoemd). Iedere kiezer koos één afgevaardigde in zijn of haar kiesdistrict.
Elk van de kiesdistricten was goed voor 1 kamerzetel. Hierbij moet aangetekend worden dat grote plaatsen als Amsterdam (9), Rotterdam (5), Den Haag (3) en Utrecht (2) in meerdere kiesdistricten opgedeeld waren.
Het stelsel werkte in het nadeel van de verspreid over het land wonende [[liberalen]] toen het [[censuskiesrecht]] versoepeld werd en ze concurrentie te duchten kregen van de sterk geconcentreerd wonende aanhang van confessionele partijen. In 1906 kende Nederland volgens de kieswet van 7 september 1896, staatsblad no. 154 (gewijzigd in 1897 en 1900 - "zie den volledigen tekst K.B. 13 febr. 1901, Stbl. no. 66") onder meer de volgende kiesdistricten (het zijn er totaal 100):