Anchiornis: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 106:
Bij veel exemplaren zijn resten van het verenkleed aanwezig. Door beschadigingen en matige preparering zijn die echter vaak slechts waarneembaar. Het lijkt erop dat de penveren korter zijn dan bij basale vogels of ''[[Microraptor]]''. Ook zijn ze tamelijk symmetrisch wat hun functie bij het vliegen zou hebben belemmerd omdat ze dan eenvoudig om de veeras konden roteren. De penveren op de arm liggen in minstens twee lagen, wat de vleugel weer wat steviger zou hebben gemaakt. Slagpennen bevinden zich niet alleen op de armen maar ook op de achterpoten. Ze zijn zelfs aan de teenkootjes verbonden. Op de staartbasis bevinden zich pluimen, dus veren zonder schachten. Tot en met de vijftiende staartwervel zetten die zich naar achteren voort, geleidelijk in grootte afnemend. Daarna echter verschijnen lange slagpennen. Die zetten zich helemaal tot aan de laatste wervel voort en staken dus een stuk verder uit dan de benige staart. Deze pennen liggen evenwijdig aan de wervelkolom en vormen dus geen duidelijke staartwaaier. Het is echter mogelijk dit het gevolg is van een tafonomisch effect, bij voorbeeld doordat waterstroming de veren parallel aan de staart spoelde.
 
De studie naar de weke delen uit 2017 stelde dat de vlekken op het propatagium overeen zouden komen met de veerzakjes van de dekveren. De vezels zichtbaar in de vlekken zouden in dat geval resten zijn van weefsel dat om het kapsel heen lag en een aanwijzing dat veren al vroeg in de evolutie zeer vast verankerd waren. De dekveren lagen dan niet in haakse rijen en zouden ook niet dicht op elkaar gestaan hebben. De dekveren zijn relatief lang, langer dan bij moderne vogels. Hun oriëntatie is diagonaal op de vleugel wat weer wel met huidige vogels overeenkomt.
De kop droeg een vrij hoge vederkuif. Een onderzoek uit 2010 naar de vorm van melanosomen in de gefossiliseerde veren stelde vast dat de penveren wit-zwart gebandeerd waren met zwarte uiteinden. De kuif was roodbruin en dezelfde kleur hadden vlekken op de hals. Het lichaam was grijs. De armen bewaren de resten van asymmetrische slagpennen. Sommige onderzoekers betwijfelden of het werkelijk mogelijk was de kleur vast te stellen. Een studie uit 2015 onderzocht dit nader aan de hand van het zeer gave specimen YFGP-T5199. Dit toonde aan dat er wel degelijk eumelanosomen aanwezig waren die een zwarte kleur gaven. Deze structuren zouden min of meer nog in de oorspronkelijke vorm aanwezig zijn, niet als afdrukken of bacteriële omzettingsresten, wat mogelijk gemaakt zou zijn door een snelle verbinding van het op zich zeer resistente eumelanine met mineraliserend [[calciumfosfaat]].