Isaac Beeckman: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Levensloop: aanvulling De Witt's |
|||
Regel 20:
Beeckman trouwde in april [[1620]] met Cateline de Cerf uit [[Middelburg (Zeeland)|Middelburg]], met wie hij zeven kinderen kreeg. In december van dat jaar verhuisde hij naar [[Rotterdam]] als assistent van zijn broer [[Jacob Beeckman]] die rector was van de Latijnse School aldaar. Samen met enkele vaklieden stichtte hij een ''Collegium Mechanicum'', waarin hij diverse praktische problemen onder de loep nam. In [[1627]] werd hij als rector van de nieuwe [[Latijnse School (Dordrecht)|Latijnse School]] van [[Dordrecht (Nederland)|Dordrecht]] aangesteld.
Isaac vestigde zich in het voormalige klooster van de Grauwezusters op de hoek van de Nieuwstraat/Augustijnenkamp, waar de school sinds 1579 was gevestigd.
De broers [[Cornelis|Cornelis de Witt]] en [[Johan de Witt]] waren zijn leerlingen en ook had hij "kostkinderen", op het hoogtepunt wel 70. In 1634 was er een pestepidemie in de stad die het leven kostte aan 20% van de bevolking, en indirect ook aan een zevental van Beeckman's leerlingen. Ze verdronken nadat ze de stad ontvlucht waren toen hun boot werd overvaren.
|