Halfafzinkbaar platform: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 9:
In veel gevallen zijn er horizontale buizen (''bracings'') aangebracht tussen de kolommen om de [[splijtkracht]]en op te vangen. Deze krachten treden op door de horizontale versnellingen van de [[Oppervlaktegolf (vloeistofdynamica)|golven]] en trekken de pontons uit elkaar.<ref>DNV Ocean, Me315, ''Ocean Engineering'', [http://research.dnv.com/hci/ocean/bk/c/a36/s6.htm Section 3.6.6 - Forces on Multi-Hull Semisubmersibles]</ref>
 
De genoemde constructie geldt voor mobiele buitengaatse booreenheden (''Mobile Offshore Drilling Units'', MODU's). Deze beschikken over parallele pontons om zo de [[Scheepsweerstand|vaarweerstand]] te verminderen. Bij tot [[Floating Production, Storage and Offloading|Floating Production System]]s (FPS) is dit niet relevant, zodat hier wel doorlopende pontons worden toegepast.
 
Deze platforms worden in positie gehouden door middel van [[Anker (schip)|ankers]] of een [[dynamisch positioneringssysteem]].
Regel 15:
Als een halfafzinkbaar platform naar een nieuwe locatie vaart, dan ontballast het tot de transitdiepgang waarbij alleen de pontons zich nog ten dele onder water bevinden. Bij deze diepgang is de vaarweerstand minimaal, zodat er een hogere snelheid kan worden bereikt tegen een lager brandstofverbruik.
 
{| class="wikitable" style="float:right; margin-left: 1em; margin-bottom: 1em; font-size: 85%;"
Eenmaal op locatie zal het afballasten naar de operationele diepgang waartoe het vele meters inzinkt tot de pontons zich ruim onder water bevinden. Dit vermindert de [[scheepsbewegingen]] sterk. Als een golftop het platform passeert, ondervindt het ponton daaronder een neerwaartse hydrodynamische kracht en de kolommen in de golven een opwaartse kracht. Bij een bepaalde golfperiode heffen deze krachten elkaar grotendeels op, zodat er nog maar weinig golfkrachten op het platform werken. Door het volume van de pontons onder water groot te maken ten opzichte van de waterlijn van de kolommen, worden de eigenperiodes voor de verticale bewegingen van dompen en [[Stampen (scheepsbeweging)|stampen]] zo groot dat deze zich bevinden in het frequentiegebied waarin nog maar zeer weinig golfenergie is. Hiermee wordt voorkomen dat er [[Resonantie (natuurkunde)|resonantie]] optreedt.
|+ <big>Typische [[Eigenfrequentie|eigenperiode]] ([[Seconde|s]])</big><ref>(2014): DNV-RP-C205, ''Environmental Conditions and Environmental Loads'', p. 98</ref>
|-
| schrikken (''surge'')
| > 100
|-
| verzetten (''sway'')
| > 100
|-
| dompen (''heave'')
| 20 - 50
|-
| slingeren (''roll'')
| 30 -60
|-
| stampen (''pitch'')
| 30 - 60
|-
| gieren (''yaw'')
| > 50 - 60
|}
Eenmaal op locatie zal het afballasten naar de operationele diepgang waartoe het vele meters inzinkt tot de pontons zich ruim onder water bevinden. Dit vermindert de [[scheepsbewegingen]] sterk. Als een golftop het platform passeert, ondervindt het ponton daaronder een neerwaartse hydrodynamische kracht en de kolommen in de golven een opwaartse kracht. Bij een bepaalde golfperiode heffen deze krachten elkaar grotendeels op, zodat er nog maar weinig golfkrachten op het platform werken. Door het volume van de pontons onder water groot te maken ten opzichte van de waterlijn van de kolommen, worden de eigenperiodes voor de verticale bewegingen van dompen en [[Stampen (scheepsbeweging)|stampen]] zo groot dat deze zich bevinden in het frequentiegebied waarin nog maar zeer weinig golfenergie is. Hiermee wordt voorkomen dat er [[Resonantie (natuurkunde)|resonantie]] optreedt. Elk ontwerp heeft zijn eigen karakteristiek en zeegedrag, wat kan worden weergegeven in de [[response amplitude operator]]s (RAO's) voor [[slingeren]], [[Stampen (scheepsbeweging)|stampen]] en [[dompen]].
 
Doordat de pontons uit elkaar zijn geplaatst, ligt de [[Scheepsstabiliteit|stabiliteit]] relatief hoog ten opzichte van conventionele scheepsvormen. Door het verlies aan waterlijn vermindert de stabiliteit echter na het afzinken.
Elk ontwerp heeft zijn eigen karakteristiek en zeegedrag, wat kan worden weergegeven in de [[response amplitude operator]]s (RAO's) voor [[slingeren]], [[Stampen (scheepsbeweging)|stampen]] en [[dompen]].
 
Door het verlies aan waterlijn vermindert de [[Scheepsstabiliteit|stabiliteit]] ook na het afzinken.
 
== Geschiedenis ==