Vedische tijd: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kaey --> Keay; dienen de jaartallen bij de verwijzingen naar Keay ook aangepast te worden naar 2010?
k Wijzigingen door Ikkenickdanniet (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Robbot
Regel 5:
 
===Filologisch onderzoek===
Bij de bestudering van de ''Veda's'' deed de taalkundige [[William Jones (taalkundige)|William Jones]] in 1786 de opmerkelijke ontdekking dat het Sanskriet verwant is aan veel Europese talen. Jones bedacht zich dat er waarschijnlijk een gemeenschappelijke moedertaal (het "[[Indo-Europees]]") moest hebben bestaan, waaruit zowel de Europese als Noord-Indiase talen ontstaan zijn.<ref>KeayKaey (2000), p126</ref> Latere [[filologie|filologen]] gebruikten de naam "[[Indo-Arische talen]]" voor het Sanskriet en de ervan afstammende Indiase talen. Ze stelden vast dat deze talen meer verschil hebben met de [[Dravidische talen]] van het zuiden van India, dan met Europese talen.
 
De term "Indo-Ariërs" komt in de ''Veda's'' niet voor: daarin wordt het woord "arya" ("rein", "puur") gebruikt om de protagonisten te beschrijven. In de ''Veda's'' kunnen aanwijzingen gevonden worden dat deze "arya" niet uit India afkomstig waren. Niet alleen was er de taalkundige relatie met Europa, ook voeren de "arya" in de ''Veda's'' strijd tegen "dasa" of "dasyu", stammen met een donkere huidskleur, die het Sanskriet niet machtig waren. De "dasa" werden door de "arya" als "onrein" beschouwd omdat ze de in de ''Veda's'' beschreven riten niet kenden. De historici uit de koloniale tijd zagen in de "dasa" de oorspronkelijke bewoners, die door de Indo-Ariërs onderworpen zouden zijn.
 
Volgens bijvoorbeeld de Duitse oriëntalist [[Max Müller]] moesten de oorspronkelijke sprekers van het Indo-Europees een soort "meesterras" zijn geweest. Vanuit het zuiden van [[Rusland]] of [[Centraal-Azië]] zouden ze naar zowel Europa als India getrokken zijn, waar ze de beschaving zouden hebben gebracht.<ref>KeayKaey (2000), p130</ref> Müller geloofde niet in de hoge ouderdom van de Vedische teksten. Hij schatte dat deze op de overgang tussen het 2e en 1e millennium v.Chr. (rond 1000 v.Chr.) moesten zijn ontstaan, wat redelijk overeenkomt met de huidige ideeën.<ref>Kulke & Rothermund (2004), p35-36</ref>
 
Er waren in de 19e eeuw ook historici die twijfelden aan een afkomst buiten India. De Britse oriëntalist [[Mountstuart Elphinstone]] bijvoorbeeld wees erop dat in de ''Veda's'' geen plaatsnamen buiten India voorkomen, of verslagen van een grote migratie. De geaccepteerde verklaring hiervoor is echter dat de ''Veda's'' enkele eeuwen na de migratie moeten zijn geschreven.<ref>KeayKaey (2000), p148</ref>
 
===Een superieur ras?===
[[Bestand:Aryans entering India.jpg|thumb|350px|"De Ariërs arriveren in India", een afbeelding uit een Brits prentenboek uit de [[1930-1939|jaren 1930]] waarin het idee van een superieur Arisch ras nog volop doorklonk. De Ariërs worden als "nobel" afgeschilderd, en zouden de onbeschaafde oorspronkelijke bewoners de beschaving hebben gebracht.]]
Moreel berustte de Britse koloniale heerschappij over India onder meer op de gedachte dat de Britten superieur in cultuur, techniek en beschaving waren. Dat India al zeer vroeg diepgaande beschaving, wetenschap en filosofie bezat was daarom enigszins verontrustend en ondergroef de legitimiteit van het Britse gezag. De idee dat de beschaving vanuit het westen naar India was gebracht stelde gerust en werd dus snel omarmd. Paradoxaal genoeg konden de vroege Indiase nationalisten zich ook in het beeld van een superieure Arische cultuur vinden, omdat het de anciënniteit en grote waarde van de Indiase beschaving bevestigde.<ref>KeayKaey (2000), p132</ref> Sommige inheemse historici gingen zelfs zover te stellen dat de Ariërs geen migranten waren maar een inheemse Indiase groep moesten zijn geweest.<ref name="K&R32">Kulke & Rothermund (2004), p32</ref>
 
Overigens is helemaal niet duidelijk wie de "arya" in de ''Veda's'' precies waren. Dat een ras of volk bedoeld werd blijkt nergens uit. Mogelijk ging het slechts om de stammen die zich aan de voorgeschreven riten hielden en het Sanskriet machtig waren.
 
De illusie van een Arisch superras raakte in diskrediet door de propaganda van de [[nazi's]] in de [[1930-1939|jaren 1930]] en de catastrofale politieke gebeurtenissen die volgden. Bovendien werden tijdens het [[Interbellum]] de ruïnes van de Harappabeschaving opgegraven; een cultuur die ouder en geavanceerder leek dan die van de Vedische periode. De periode raakte vanwege de associatie met de nazi's en racisme taboe, zodat er relatief weinig onderzoek naar werd verricht in de tweede helft van de 20e eeuw.<ref>KeayKaey (2000), p122</ref>
 
===De invasietheorie===
Regel 27:
In de 20e eeuw, na de ontdekking van de Harapppabeschaving, kwam het idee op dat deze beschaving door Indo-Arische invallers ten val was gebracht. Dit idee werd nog in 1947 mogelijk geacht door de Britse archeoloog [[Mortimer Wheeler]], die opgravingen in [[Harappa]] deed.
 
Pas in de tweede helft van de 20e eeuw raakte het idee dat Indo-Ariërs met een gewelddadige invasie het subcontinent veroverden achterhaald. Taalkundig (filologisch) onderzoek wees eerder op een geleidelijke verspreiding, mogelijk in verschillende migratiegolven die uit kleine groepen (stammen) bestonden. Oorspronkelijke bewoners namen de taal en cultuur van deze "arya" over of integreerden erin. Bovendien werd ontdekt dat in de ruïnes van de Harappabeschaving vrij weinig sporen van een gewelddadige vernietiging voorkwamen. In plaats daarvan leken de bewoners hun steden zelf geleidelijk de rug toe te hebben gekeerd.<ref name="harappa">Stein (2010), p 47; KeayKaey (2000), p134-136; Thapar (2004), p367</ref>
 
==Afkomst en begin van de Vedische cultuur==
Regel 50:
 
===Aryanisatie===
Het is onduidelijk of er wel zoiets als een "Indo-Arisch volk" bestaan heeft. Met de "arya" worden in de ''Veda's'' waarschijnlijk slechts stammen bedoeld die zich aan de rituele voorschriften hielden, of dit nu nieuwkomers of inheemse groepen waren. In tegenstelling tot de voorstelling van hordes gewapende Indo-Arische veroveraars die de historici uit de koloniale tijd in gedachten hadden, ziet men de verspreiding van de Vedische cultuur tegenwoordig daarom als een geleidelijk proces van assimilatie. De Vedische cultuur werd in die visie verspreid door handelaren en werklieden, niet door verovering. Hetzelfde proces is tegenwoordig nog steeds gaande bij de verspreiding van de hindoeïstische cultuur onder de [[Adivasi]] in India, of in andere gebieden ter wereld waar zich Indiase migranten vestigen, zoals [[Suriname]] of [[Fiji]]. Voor een dergelijk proces zijn geen grote aantallen migranten nodig. Een kleine groep gelukszoekers, handelaren of leraren, in het bezit van superieure technologie of een overtuigende ideologie is al in staat een stam tot de Vedische religie en cultuur te bekeren.<ref>Thapar (2004), p435; KeayKaey (2000), p152-154</ref>
 
Er zijn inderdaad aanwijzingen in de ''Veda's'' te vinden dat, vooral in gebieden verder naar het oosten in de Gangesvlakte, inheemse stammen tot de "arya" gingen behoren. Zo eindigen veel namen van koningen in die gebieden op "-dasa". Uit de ''Veda's'' blijkt dat aanvankelijk op de bewoners van deze gebieden werd neergekeken door de stammen in de Punjab en de Yamuna-Gangesdoab, die hun gebied "[[Aryavarta]]" ("land van de arya") noemden. Later, in de tijd van de eerste staatjes, verdween dit onderscheid echter en werden de rollen zelfs omgedraaid. "Aryavarta" ging toen ook gebied verder naar het oosten beslaan.
 
De verspreiding van de Vedische en later Indiase cultuur wordt "[[aryanisatie]]" of (vooral buiten India) "[[indianisatie]]" genoemd.<ref>Zie bv. Osborne (2004), vanaf p23, voor een beschrijving van het proces in Zuidoost-Azië</ref> Concreet houdt aryanisatie in dat de drie belangrijkste kenmerken van de cultuur van de "arya" zich verspreiden.<ref>KeayKaey (2000), p154</ref> Deze kenmerken zijn:
*Het gebruik van Sanskriet als taal voor riten en hymnen. Na verloop van tijd staan talen bloot aan verandering. Ook in de ''Veda's'' is al een verschil tussen de taal van de oudere en nieuwere delen te zien. Uit het Sanskriet van de ''Veda's'' waren in het 1e millennium v.Chr. lokale dialecten ontstaan, de zogenaamde [[prakrit]]s, de voorlopers van de regionale Indische talen zoals het [[Bengali]], [[Gujarati (taal)|Gujarati]] of [[Hindi]]. Priesters werden echter geacht het Sanskriet in de "pure" vorm uit te spreken. Sanskriet werd een sacrale taal, die deels onbegrijpelijk was voor de bevolking. De priesters (brahmanen) zullen gemerkt hebben dat dit hielp om een indruk op de leek achter te laten.
*Een machtige priesterklasse. Oorspronkelijk, onder semi-nomadische stammen, waren degenen die de Vedische teksten mondeling doorgaven nog barden en zieners geweest. In een maatschappij van sedentaire landbouwers is echter behoefte aan meer en ingewikkeldere rituelen, en zijn ook meer middelen aanwezig om een priesterklasse (de [[brahmaan|brahmanen]]) te onderhouden.
Regel 63:
===Archeologische culturen geassocieerd met de vroege Vedische periode===
[[Bestand:Red and Black Ware - Sonkh - Showcase 6-15 - Prehistory and Terracotta Gallery - Government Museum - Mathura 2013-02-24 6467.JPG|thumb|350px|Aardewerken kommen uit de [[Black and Red Ware]]cultuur, gevonden in Sonkh, in de buurt van [[Mathura (stad)|Mathura]], 900-600 v.Chr.. Government Museum, Mathura ([[Uttar Pradesh]]).]]
De Ochre-Coloured Potterycultuur wordt opgevolgd door de zogenaamde [[Painted Grey Warecultuur]] (PGW), die gepaard gaat met de introductie van op primitieve manier bewerkt [[ijzer (element)|ijzer]]. Enige overlap van vondsten uit de twee culturen in de Punjab duidt erop dat de PGW nog voor 1000 v.Chr. begon.<ref>Thapar (2004), p 375</ref> De keramiek van de PGW werd gemaakt op [[pottenbakkersschijf|pottenbakkersschijven]] en is beschilderd met geometrische patronen en bloemmotieven. De PGW is verspreid over de Punjab, de Yamuna-Gangesdoab, het westen van de Gangesvlakte en delen van het huidige [[Rajasthan]].<ref>KeayKaey (2000), p198</ref> De PGW komt overeen met het gebied waar volgens de Vedische literatuur de stammen die zichzelf [[Kuru's]] noemden woonden. De Kuru's spelen een centrale rol in de latere delen van de ''Rig Veda'' en het epos de ''Mahabharata''. Uit dezelfde periode wordt over een groter gebied in het noorden en midden van India aardewerk van de zogenaamde [[Black and Red Ware]] (BRW) gevonden. Deze cultuur wordt in verband gebracht met de [[Yadava's (Vedische tijd)|Yadava's]], stammen die zich in het gebied ten zuidwesten van de Kuru's hadden gevestigd. De verspreiding van de BRW naar het zuiden, naar het gebied dat in de ''Veda's'' [[Avanti (Veda's)|Avanti]] genoemd wordt (het tegenwoordige [[Malwa]]), en de PGW naar de Gangesvlakte in het oosten zou de verspreiding van de Vedische cultuur kunnen vertegenwoodigen.
 
Een probleem is dat in de vroegste Vedische bronnen geen ambachtslieden als [[pottenbakken|pottenbakkers]], [[smeedkunst|smeden]] of [[Bakker (beroep)|bakker]]s voorkomen. Deze ambachten spelen immers geen rol onder groepen semi-nomadische veehouders. Toen de "arya" eenmaal een vast bestaan kozen kwamen ze onder de inheemse bevolking pottenbakkers tegen. Deze werden als onrein beschouwd omdat ze bij hun werk met de [[Element (oudheid)|elementen]] in aanraking komen. Mogelijk was de afkeer die de "arya" voor bepaalde hen onbekende ambachten voelden mede-oorzaak voor het ontstaan van het kastenstelsel. Hoe dit ook zij, de keramiek uit archeologische vondsten kan lastig aan Indo-Ariërs worden toegeschreven. Ze laat waarschijnlijk een continue ontwikkeling van een inheemse traditie zien. Maar omdat ook de ambachtslieden in de Vedische cultuur geassimileerd werden, kunnen vondsten uit de PWG en BRW wel degelijk aanwijzingen geven hoe de Vedische cultuur zich over het noorden van India verspreidde.<ref>Kulke & Rothermund (2004), p42-43</ref>
Regel 72:
 
===Vedische mythologie===
De vier ''Veda's'' bevatten voornamelijk religieuze hymnen en voorschriften. Als de oudste delen werkelijk rond 1600 v.Chr. ontstonden, betekent dit dat ze duizend jaar lang mondeling doorgegeven werden. De priesters hadden echter een goede reden de tekst zeer nauwkeurig door te geven: bij het uitspreken van de sacrale tekst was het onontbeerlijk dat de juiste woorden, zelfs uitspraak en intonatie gebruikt werden. De Vedische literatuur is echter omvangrijker dan alleen de ''Veda's''. De ''[[Brahmana's (geschriften)|Brahmana's]]'' zijn commentaren op en handleidingen bij de rituelen uit de ''Veda's''. De ''[[Upanishad]]en'' en de ''[[Aranyaka's]]'' zijn filosofische verhandelingen die de [[mystiek]] en [[spiritualiteit]] van de ''Veda's'' onderzoeken. Ze werden aanvankelijk mondeling overleverd, en kregen rond 500 v.Chr. hun definitieve vorm.<ref>KeayKaey (2000), p158</ref>
 
Hoewel in al deze geschriften aanwijzingen gevonden zijn over de Vedische cultuur en maatschappelijke ontwikkeling, bevatten ze geen integrale visie op het verleden, in de vorm van een complete [[kosmologie]] of [[mythologie]]. De [[hindoeïstische mythologie|Vedische mythologie]] is voornamelijk afkomstig uit de ''[[Purana's]]'' en de twee grote epen, de ''[[Mahabharata]]'' en de ''[[Ramayana]]''. Ook deze bronnen werden pas rond 500 v.Chr. schriftelijk vastgelegd,<ref>KeayKaey (2000), p182</ref> en in tegenstelling tot de ''Veda's'' dragen ze de sporen van intensieve herwerking. Er zijn honderden ''Purana's'', elk bestaande uit duizenden verzen, waarvan 18 werken (de "[[mahapurana's]]") als de belangrijkste worden ervaren. Ten eerste bevatten ze voorschriften voor aanbidding van, offeren aan, en lofzangen op verschillende godheden. Er zijn ook commentaren op de ''Veda's'', vertellingen over de handelingen van de goden, en beschrijvingen van het hiernamaals.
 
Het ontstaan van de huidige [[heelal|kosmos]] (volgens de hindoeïstische [[kosmologie]] herhaalt de schepping en vernietiging van de kosmos zich cyclisch) wordt verteld in de ''[[Linga Purana]]''. De aarde werd volgens de Vedische mythologie in het begin geregeerd door de [[Manu's]], waarvan er zeven waren. De eerste was [[Svayambhu Manu]], die uit de god [[Brahma (hindoeïsme)|Brahma]] werd geboren. De laatste Manu ([[Sraddhadeva Manu]]) was de voorouder van de mensheid en de hoofdrolspeler in een [[zondvloed]]verhaal. Dit verhaal, uit de ''[[Matsya Purana]]'', vertoont overeenkomsten met de Mesopotamische mythe van [[Gilgamesj|Gilgamesh]], waaruit ook het Bijbelse zondvloedverhaal verondersteld wordt te zijn afgeleid. Mogelijk was het verhaal tijdens de [[Harappabeschaving]] door contact met [[Mesopotamië|Mesopotamische]] handelaren naar India gebracht. In de ''Matsya Purana'' waarschuwt de god [[Vishnu]] Manu tijdig voor de zondvloed. Manu brengt zijn familie in veiligheid in een boot, geholpen door Vishnu, die de verschijning ("[[Avatar (hindoeïsme)|avatar]]") van de vis [[Matsya]] aanneemt. Genealogische lijsten uit de ''Purana's'' laten zien hoe de verschillende Vedische stammen en koningen van Manu afstammen. De belangrijkste stamreeksen zijn de zogenaamde [[Suryavamsha|zondynastie]], die begint met Manu's oudste zoon [[Ikshvaku]] en de [[Chandravamsha|maandynastie]] die begint met zijn dochter [[Ila (mythologie)|Ila]].<ref>Thapar (2004), p403-405</ref>
Regel 89:
 
===Geografie van de Vedische literatuur===
Achter sommige namen of vertellingen gaat een historische achtergrond schuil, want in sommige gevallen hebben archeologische opgravingen een vertelling bevestigd. In de ''Mahabharata'' is [[Hastinapura]] bijvoorbeeld de hoofdstad van de Kaurava's. De stad lag op de [[Doab (landtong)|doab]] tussen de [[Ganges (rivier)|Ganga]] en de [[Yamuna]] en werd volgens een vertelling vernietigd door een grote vloed. Dit wordt archeologisch gestaafd door sporen van een grote vloed die rond 800 v.Chr. moet hebben plaatsgevonden. Aan de hand hiervan schat men dat als de Bharata-oorlog op een historisch conflict berust, dit rond 900-950 v.Chr. moet hebben plaatsgevonden.<ref>Thapar (2004), p411; KeayKaey (2000), p146</ref>
 
De geografie van de ''Rig Veda'' beperkt zich tot het noordwesten van het subcontinent: naast de tegenwoordige Pakistaans-Afghaanse grensstreek ook de "sapta-sindhu", het gebied van de zeven rivieren: de [[Indus (rivier)|Indus]] en zijn vijf zijrivieren, samen met de later opgedroogde [[Sarasvati (rivier)|Sarasvati]]. Dit gebied was waar de Indo-Ariërs zich aanvankelijk gevestigd moeten hebben en waar ze voor het eerst de overstap van een semi-nomadisch bestaan naar vaste woonplekken en landbouw moeten hebben gemaakt.<ref>KeayKaey (2000), p146; Kulke & Rothermund (2004), p39; Stein (2010), p49</ref> In de andere drie ''Veda's'' worden ook gebieden oostelijker in de Gangesvlakte genoemd. Dit laat zien dat de aryanisatie in de loop der tijd naar het oosten verspreidde; de oostelijkere gebieden waren eenvoudig nog niet bekend toen de ''Rig Veda'' werd vastgelegd. De verder naar het oosten gelegen [[Yamuna]] wordt slechts enkele malen genoemd in de ''Rig Veda''.
 
In de tussen 900 en 600 v.Chr. ontstane ''Brahmana's'' en ''Upanishaden'' verschuift de focus echter naar de doab tussen de Yamuna en de [[Ganges (rivier)|Ganges]].
Regel 116:
 
===Overstap naar sedentaire landbouw===
Dat de "arya" oorspronkelijk geen landbouw bedreven of huizen bouwden valt af te leiden uit het feit dat woorden voor zaken als [[Ploeg (werktuig)|ploeg]], [[vijzel (vermaler)|vijzel]], [[graan]] of [[rijst]] pas in latere geschriften verschijnen, en geen Indo-Europese [[Stam (taalkunde)|stam]] hebben. Deze woorden waren blijkbaar overgenomen uit inheemse, [[Dravidische talen]].<ref>KeayKaey (2000), p140</ref> Er zijn door archeologen dan ook geen restanten van gebouwen of nederzettingen gevonden die aan Vedische "arya" kunnen worden toegeschreven.
 
De overgang naar sedentaire landbouw zal vooral zijn afgedwongen door het warme en natte Indiase klimaat. In tegenstelling tot de droge vlakten van Centraal-Azië heeft het Indisch Subcontinent een [[Moesson (regentijd)|regenseizoen]], waarin de bewoners vrijwel gedwongen worden tijdelijk op dezelfde plek te blijven wonen. Technieken van de landbouw en ambachten die daarmee gepaard gaan konden vervolgens worden afgekeken van de inheemse bewoners, die in de Vedische cultuur werden opgenomen.