Dienst van het Koninklijk Huis: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Algemeen: + komma |
overtollig geworden puntje na de 3 referenties verwijderd |
||
Regel 4:
== Algemeen ==
In de [[Nederlandse Grondwet]] van 1848 werd in artikel 25 bepaald: "De Koning richt zijn Huis naar eigen goedvinden in". Bij de [[Nederlandse_Grondwet#Algehele_herziening_Grondwet_in_1983|grondwetsherziening van 1983]] werd deze tekst aangepast tot de huidige tekst, nu als artikel 41: "De Koning richt, met inachtneming van het openbaar belang, zijn Huis in." Hierdoor is de Dienst van het Koninklijk Huis, voor zover nodig, onder de [[ministeriële verantwoordelijkheid]] gebracht.<ref>[http://wetten.overheid.nl/BWBR0001840/2017-11-17 Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden], zie artikel 41</ref><ref>[https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/koninklijk-huis/troonswisseling Troonswisseling 30 april 2013], paragraaf 'Hofhouding', website van de Rijksoverheid</ref><ref name="civielemilitairehuis">[https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/dienst-koninklijk-huis/civiele-en-militaire-huis Het Civiele Huis en het Militaire Huis], website van het Koninklijk Huis</ref>
De Dienst van het Koninklijk Huis bestaat uit een Civiel Huis en een Militair Huis, die verderop nader worden beschreven. De drie hoogste functionarissen zijn de grootmeester, de grootmeesteres en de chef van het Militaire Huis. Zij en andere hoge leden van het hof voerden vroeger de titel [[Grootofficier|grootofficier van het Koninklijk Huis]].{{Bron?||2018|08|06}} Ook is er nog de honoraire hofhouding, die bestaat uit oud-leden van de hofhouding. Zij kunnen, indien nodig, worden ingeschakeld voor assistentie bij grote evenementen.<ref name="civielemilitairehuis" /><ref>Remco Meijer, ''Aan het hof, de monarchie onder Beatrix'', Ooievaar, Amsterdam 2000³, p. 13 e.v.</ref>
| |||