Ivoorsnijwerk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k is al mv
k sp
Regel 68:
Tussen de [[Myceense kunst|Myceense]] periode en de 9e eeuw v.Chr. is er een periode waaruit weinig werk is overgeleverd. Vanaf de 9e eeuw v.Chr. wordt de ivoorsnijkunst terug actief en volgens Barnett waren er drie belangrijke scholen die de ivoorsnijkunst in Griekenland hebben beïnvloed namelijk die van Noord-Syrië, Fenicië en [[Anatolië]].<ref name=bar24>R. D. Barnett, 1948, p. 24.</ref> De eerste twee kwamen via Rhodos en Kreta naar [[Samos (eiland)|Samos]] en mogelijk naar [[Sparta (Griekenland)|Sparta]] en [[Athene (stad)|Athene]]. De Anatolische school kwam via [[Phrygië]] en [[Lydië]] naar [[Ionië]] en [[Korinthe (stad)|Korinthe]], waar deze stroming in contact kwam met de beide andere.<ref name=bar24/>
 
Vanaf de 6e eeuw v.Chr. werd in Griekenland gebruik gemaakt van ivoor bij de realisatie van [[chryselefantijnchryselefantien]] beeldhouwwerk voor monumentale cultusbeelden. Ook dit type beeldhouwwerk waar de lichaamsdelen uit ivoor en de kleding uit goud of andere edelmetalen werd gemaakt, kennen we al uit het oude Egypte en het vond via Mesopotamië en Kreta zijn weg naar Griekenland en het westen. Het oudste gekende voorbeeld is de Palaikastro Kourus (1480 - 1425 v.Chr.) die opgegraven werd in een heiligdom van een Minoïsche nederzetting bij Roussolakkos op Kreta. Bekende voorbeelden hiervan zijnde kolossale beelden die door [[Phidias]] werden gemaakt: een beeld van [[Athena Promachos]] voor de [[Akropolis van Athene]] en een beeld van [[Beeld van Zeus te Olympia|Zeus]] voor zijn tempel in [[Olympia (stad)|Olympia]]. Geen van beide beelden is bewaard gebleven, maar we kennen ze vandaag uit de beschrijvingen van [[Pausanias (schrijver)|Pausanias]] (ca. 115-180).
 
;Galerij