Heer Bommel en de trullenhoedster: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
0 bron(nen) gered en 1 gelabeld als onbereikbaar #IABot (v1.5beta) |
k taal |
||
Regel 1:
'''''Heer Bommel en de trullenhoedster''''' (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot ''De trullenhoedster'')
== Het verhaal ==
{{Leeswaarschuwing}}
Heel diep in het [[Donkere Bomen Bos]] woonde nog niet zo lang geleden een arme weduwe, een oude heks, met haar dochtertje Ivy. Een vermogend vrijgezel kwam op zekere dag langs en wist dat hij gevonden had wat hij al lang zocht. Hij maakt zich bekend als magister [[Hocus P. Pas]] en ontlast de weduwe door haar dochtertje onder zijn hoede te nemen. Als voogd kan hij haar een goede toekomst geven. Na enig loven en bieden ontvangt de moeder enige goudstukken, die de magister zegt zelf uit lood te hebben gemaakt. In een grot in [[de Zwarte Bergen]] groeit het kind vervolgens op tot een bevallige jonge vrouw. Ze krijgt onderricht in webzwammen en de kracht van de egotrilling. Op een dag is ze klaar voor de echte wereld en ze vertrekt met haar voogd uit de Zwarte Bergen
Op zekere dag ontwaart de [[markies de Canteclaer]] een alleenstaande poort op de heide. Hij ziet een fraaie jongedame erdoor verdwijnen, maar begrijpt niet wat er aan de hand is. Ook een begeleidende oude heer kan hem geen uitsluitsel geven. Opgelaten doet hij zijn verhaal in de [[Kleine Club]] en wekt zo de nieuwsgierigheid van veel clubleden. Heer Bommel en burgemeester [[Dickerdack]] vinden het verhaal toch wel vermakelijk.
Terwijl [[Doddeltje]] en [[Tom Poes]] over Heer Ollie praten, komt de kasteelheer zelf langs. Hij vertelt het laatste nieuws uit de Kleine Club over een jongedame op de hei. Tom Poes heeft als commentaar slechts een
[[Heer Ollie]] is ook nieuwsgierig, maar [[Doddeltje]] is al wezen kijken en verbiedt hem erheen te gaan. Bovendien heeft hij al gauw wat anders aan zijn hoofd, want bediende [[Joost (stripfiguur)|Joost]] verdwijnt plotseling na een avondverlof. Heer Ollie ontmoet kort hierna toevallig Ivy, die een hondachtig diertje aan een lijn uitlaat. Het blijkt een trul te zijn. Het beest werpt de kasteelheer tegen de grond. De markies ziet het tafereel tijdens het knippen van zijn haag.<ref>Hij denkt aan ''[[La Belle et la Bête (1946)|La Belle et la Bête]]''</ref> Vervolgens brengt de trul Ivy in moeilijkheden. Hocus Pas verschijnt op het toneel en werpt haar ruw op de grond onder medeneming van de trul in zijn koets. De markies schiet haar nu te hulp maar krijgt te horen dat de oude man haar voogd is. In een draagstoel bezoekt hij vervolgens, gadegeslagen door Tom Poes, de poort, die is veranderd in een Oosters Kasteel en hij verdwijnt.
Op slot [[Bommelstein]] heeft Doddeltje Joost vervangen. Terwijl ze zit te breien komt Tom Poes zijn verhaal doen. Op zijn aandringen
Nog onbewust van de verdwijningen worden de leden van de Kleine Club
Inspectrice Putter loopt onder het poortje door en spreekt Ivy de trullenhoedster aan met haar grote kudde trullen, die zich tegoed doen aan de welig woekerende trulzwammen. De professor laat zich wegsturen maar Heer Bommel blaast, als vrouw verkleed, met dynamiet de poort op. Hiermee is de bescherming van de trullenkudde verdwenen, maar de barmhartige heer leidt Ivy en de beesten naar zijn slot Bommelstein. Met die actie jaagt hij zijn buurvrouw weg uit het kasteel, dat ze net op orde had gebracht. De trullen zijn heel aanhankelijk tegenover de kasteelheer. Ivy legt uit dat morgen de veewagen komt en dat ze dan geslacht zullen worden. Hierop vertrekt Heer Bommel uit zijn kasteel
Tom Poes heeft een vreselijk vermoeden over wat er aan de hand is, maar dankzij
Heer Bommel biedt inmiddels Ivy een boeket herfstbloemen aan. Die klaagt over een net ontsnapte trul en de nog ongetemde heren. “Jij, de professor en Tom Poes”.<ref>Ook Dorknoper ontbreekt.</ref> Ze waarschuwt de kasteelheer dat hij weg moet zijn, voordat ze haar oog op hem laat vallen. Intussen buigt de professor zich over een ontsnapte trul. “Een canis of een sus scrofa”. Tom Poes voert wat droeselkruid aan de trul. De professor bestudeert de vormverandering met een loep. Hij ziet het lichtschuwe ‘keldertjesdier' ploderen tot een Joost-bediende. Tom Poes was intussen met zijn kruidenzak al
Intussen arriveert magister Pas bij het kasteel met de voorspelde veewagen. Tom Poes stuit aan de achterkant op de dames Netelblom, Putter en Annemarie Doddel. Heer Bommel onderhoudt de weer opgedoken Joost streng over zijn afwezigheid na een vrije avond. Terwijl de drie dames hun strategie beramen, klimt Tom Poes door het open keukenraam naar binnen en werpt het droeselkruid op de vloer waarbij hij de trullen roept. De drie dames volgen geruime tijd later, na een kistje als opstapje te hebben gevonden.
Heer Bommel en Joost lopen naar de voorkant van het kasteel. Joost klaagt over de praktijken van de niet zo onschuldige herderin en de hongerige trekken van de magister. Hocus Pas wordt echter bij de voordeur ondersteboven gelopen door de losgebroken menigte van mannelijke Rommeldammers. Heer Bommel vraagt hardop verantwoording van Ivy. De markies tuurt naar hem door zijn [[lorgnet]] en noemt hem
Heer Bommel en Joost zijn nog steeds op zoek naar het herderinnetje en de trullen. Hij treft alleen Doddeltje aan die zich beklaagt over de roddelende dames Netelblom en Putter. Burgemeester Dickerdack leest aan zijn bureau ambtenaar Dorknoper de les over de twee vrouwen op te hoge posten. Als Bulle Bas klaagt over zijn ogen meent de burgemeester dat een hooggeplaatste politiebeambte, die last heeft van zijn ogen, waardeloos is. Tom Poes leest in de bibliotheek op het kasteel dat de kracht van een heks schuilt in haar ogen. Alleen personen met een onberispelijke levenswandel kunnen aan haar blik weerstand bieden.
Regel 50:
{{EindOpvolging}}
{{DISPLAYTITLE:''{{PAGENAME}}''}}
{{DEFAULTSORT:Trullenhoedster, De}}
[[Categorie:Tekststripverhaal van Tom Poes|Trullenhoedster, De]]
[[Categorie:Bommelsaga]]
|