Stroomvoorziening van spoorwegen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
volgorde - formulering
Regel 151:
[[Metro (vervoermiddel)|Metro's]] rijden overal ter wereld elektrisch. Hiervoor wordt meestal een [[derde rail]] gebruikt met een spanning van 750 V [[gelijkspanning]]. De rail heeft een isolerende kap in de vorm van een omgekeerde U, waardoor het aanrakingsgevaar vrij gering is, en de spanning wordt dus afgenomen met een [[sleepcontact]] aan de onderzijde van de rail. Bij de [[Brussel (stad)|Brusselse]] [[metro (vervoermiddel)|metro]] wordt 900 V gebruikt. In [[Napels (stad)|Napels]] en metrosystemen van sommige andere steden bedraagt de voedingsspanning zelfs 1500 V. Bij sommige oudere metrobedrijven in Europa gaat het sleepcontact langs de zijkant of zelfs langs de bovenzijde van de stroomrail waardoor het gevaar van aanraking toeneemt. Ook zijn er enkele metrobedrijven met bovenleiding in plaats van derde rail. Ook de Amsterdamse [[Noord/Zuidlijn]] zou uit veiligheidsoverwegingen worden voorzien van bovenleiding in plaats van derde rail, maar daar is later vanaf gestapt.
 
De [[metro van Londen]] gebruikt naast een derde, ook een vierde rail voor de voeding. De ene rail ligt in het midden tussen de rails waarover de wielen rijden, en de andere opzij, links of rechts. Op beide stroomrails staat gelijkspanning, −210 V op de rail in het midden en +420 V op de buitenste rail. Hierdoor rijdt de Londense metro op 630 V gelijkspanning. De spanningsrails hebben geen bescherming tegen aanraking, ze zijn uiterlijk nauwelijks te onderscheiden van de rails waarop de wielen rijden, behalve dat ze een hogere positie hebben en anders gemonteerd zijn. De spanning wordt aan de bovenzijde van de rails afgenomen. Op sommige trajecten rijden zowel metrotreinen als hoofdspoorwegtreinen. Deze laatsten gebruiken de stroomrail in het midden niet. Sporen die zowel met bovenleiding als met derde rail uitgerust zijn, zijn er nauwelijks of alleen bij overgangssituaties. Combinaties waar er een bovenleiding met wisselspanning is en een derde rail met gelijkstroom zijn lastig te beheren, daar de treindetectielussen zijn geïsoleerd op basis van wisselstroom '''of''' gelijkstroom. Beide tegelijk kan niet. Boven zijn er vaak ongewenste zwerfstromen van de verkeerde type als een anders elektrificatiesysteem op een naastgelegen spoor wordt gebruikt.
 
De spoorwegen in Zuid-Engeland gebruiken een enkele rail, opzij van het spoor. Evenals bij de Londense metro is dit een aanraakgevaarlijke rail, waarbij de spanning aan de bovenzijde wordt afgenomen. Er is dus een groot aanrakingsgevaar voor iemand die zich langs het spoor bevindt of van het perron valt. Wel geldt dat de rail in de stations nooit aan de kant van het perron ligt.