Asymptotische reuzentak: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
 
Regel 15:
===De fasen van de asymptotische reuzentak===
 
Deze fasen worden in de Engelstalige astronomie in twee klassen verdeeld: de vroege asymptotische reuzentak (early-asymptotic giant branch of '''E-AGB''') en de daaropvolgende thermisch pulserende asymptotische reuzentak (thermally pulsing-asymptotic giant branch of '''TP-AGB'''). Tijdens de E-AGB fase is de voornaamste energiebron fuserend helium in een schil om een kern die grotendeels bestaat uit [[koolstof]] en [[Zuurstof (element)|zuurstof]]. Tijdens deze fase zetten de sterren flink uit, tot gigantische proporties en worden opnieuw een [[rode reus]]. De [[straal (wiskunde)|straal]] van de ster kan wel zo groot worden als 1 [[astronomische eenheid]].
 
Wanneer de heliumschil om de kern door haar brandstof heen is, begint de tweede of TP-AGB fase. De energieproductie van de ster bevind zich nu in een dunne, fuserende waterstofschil, om de heliumschil heen. Deze waterstofschil beperkt de binnenste heliumschil tot een erg dunne laag, waar stabiele kernfusie niet plaats kan vinden. Dit levert weer meer helium op van de waterstoffusie, waardoor na een periode van 10.000 tot 100.000 jaar er toch weer heliumfusie wordt gestart. Dit is een explosieve gebeurtenis en noemt men een [[heliumflits]]. In deze instantie is het dan een [[heliumschil flits]]. De lichtkracht van deze schilflits bereikt duizenden keer de hoeveelheid van de totale lichtkracht van de ster zelf, welk over slechts een paar jaar exponentieel afneemt. De heliumschil flits zorgt voor een expansieve toename van de ster, en een afkoeling van de oppervlaktetemperatuur. Dit legt het kernfusieproces in de waterstofschil lam, waarna er sterke [[convectie]] in het gebied tussen de twee schillen optreed. Wanneer het kernfusieproces van het helium in de heliumschil de grens met de waterstofschil bereikt, neemt hierbij de temperatuur dusdanig toe dan er ook weer waterstof begint te fuseren, waarna de cyclus weer opnieuw begint. De grote doch kortdurende toename in lichtkracht van de heliumschil flits produceert een toename van enkele tienden magnitudes in een ster voor een paar honderd jaar, een verandering die losstaat van de al plaatsvindende veranderlijke lichtkracht over perioden van tientallen tot honderdtal dagen die deze sterren doorgaans vertonen.