Videorecorder: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k typo
Regel 12:
 
==Techniek==
Voor opname van [[geluid]], met [[frequentie]]s tot ca. 20 kHz, is een bandsnelheid van enkele cm/s voldoende. Moderne consumentenbandrecorders lopen voor de beste geluidskwaliteit op 19  cm/s; (semi-)professionele bandrecorders lopen veelal op 38  cm/s of zelfs 76  cm/s. De informatie wordt met de kop van een [[elektromagneet]] met smalle spleet op de bewegende band geschreven en weer afgelezen. Een signaal op de band met een [[golflengte]] kleiner dan twee maal de spleetbreedte wordt bij weergave sterk verzwakt. Dit bepaalt de minimale bandsnelheid.
 
Een videosignaal bevat veel hogere frequenties dan geluid en vereist daarom een hogere bandsnelheid, ca. 3  m/s. In de eerste videorecorders liep de band inderdaad met die snelheid. Een dergelijkdergelijke snelheid resulteert natuurlijk in een groot bandverbruik, dus zeer grote en zware spoelen, en allerlei technische problemen bij het aandrijven van die spoelen. Om met kortere banden te kunnen werken, wordt de band steeds aan het einde omgekeerd en de band met een groot aantal sporen beschreven. Dit levert elke paar minuten een onderbreking in het signaal aan het eind van de band, en ook snelle slijtage.
 
De oplossing bestaat uit roterende koppen. De band loopt langzaam, en de koppen bevinden zich op een snel draaiende trommel die korte vegen op de band registreert. Er zijn twee mogelijkheden, het professionele transversale systeem en het longitudinale systeem voor consumentenapparatuur.
Regel 35:
'''VCR''' is een systeem voor [[video|'''v'''ideo]][[videocassette|'''c'''assette]][[:Categorie:Videoapparatuur|'''r'''ecorders]], ontwikkeld door [[Koninklijke Philips Electronics N.V.|Philips]]. Het was een van de eerste systemen voor het opnemen van beeld en geluid die met cassettes werkten.
 
Het VCR-systeem werkt met een cassette, waarbij de twee spoelen boven elkaar liggen, en niet naast elkaar, zoals bij de latere modellen videorecorders. De cassettes hebben nog een tamelijk korte speelduur: 30, 45 en 60 minuten. enZe zijn bovendien erg duur. Bij de latere VCR-modellen is de speelduur ruim verdubbeld. De opnames daarvan zijn niet uitwisselbaar met de eerdere modellen, als gevolg van een andere techniek. De cassettes zijn wel uitwisselbaar.
 
De kwaliteit van het klassieke VCR-systeem is redelijk goed te noemen. Wel treden er, zeker bij de eerste VCR-modellen, veel storingen op. De koppen slijten erg snel. Reparaties waren moeizaam en daardoor duur. De apparaten zijn namelijk opgebouwd met "discrete elektronica", losse componenten in plaats van [[geïntegreerde schakeling]]en. Ook is er nog veel mechaniek aanwezig: het hele loopwerk en de sturing van de bandfuncties zijn mechanisch.
 
De VCR-lijn werd opgevolgd door [[Video 2000]].