Hagedissen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
De vermindering bestond vooral uit de kaart met voetnoot met het leefgebied van de hagedis, die helemaal zwart was. Alleen Canada was wit, daar staat bij dat er geen gegevens over bekend zijn.
Sphaerodactylus verwijst naar Kogelvingergekko
Regel 5:
| taxon = [[Onderorde]]
| w-naam = Lacertilia
| auteur = [[Albert Carl Lewis Gotthilf Günther|Günther]]
| datum = 1867
| commons = Category:Sauria
Regel 26:
[[Bestand:World.distribution.sauria.1.png|thumb|400px|Het mondiale verspreidingsgebied van de hagedissen in het zwart, soorten in [[Canada (hoofdbetekenis)|Canada]] zijn niet weergegeven.<ref>Cogger, H.G & Zweifel, R.G. (1998). Reptiles & Amphibians". {{ISBN|0-12-178560-2}}</ref>]]
 
Hagedissen komen vrijwel wereldwijd voor, alleen in het noorden van [[Noord-Amerika]] en het uiterste noorden van [[Azië]] komen geen soorten voor. Hagedissen leven vooral in vochtige [[Tropen (geografie)|tropische]] en [[Subtropisch klimaat|subtropische]] gebieden maar er zijn ook soorten die leven in meer gematigde gebieden of zich hebben gespecialiseerd in droge, schrale omgevingen zoals bergstreken, steppen en zelfs [[woestijn]]en. In tegenstelling tot de [[krokodilachtigen]], de [[schildpadden]] en de [[slangen]] is er geen enkele hagedis die permanent in zee leeft.<ref name="GRZ" />
 
Het verspreidingsgebied hangt samen met de familie, agamen bijvoorbeeld komen in alle werelddelen voor maar anolissen leven alleen in [[Zuid-Amerika|Zuid-]] en [[Midden-Amerika]] en [[dove varanen]], slechts vertegenwoordigd door één soort, zijn uitsluitend te vinden op het eiland [[Borneo (hoofdbetekenis)|Borneo]].
Regel 33:
 
=== In Nederland en België ===
{{Zie ook|Zie ook de [[Lijst van reptielen en amfibieën in Nederland]]}}
 
In Nederland en België komen vier soorten hagedissen voor waarvan één pootloze soort; de [[hazelworm]] (''Anguis fragilis''). Deze glanzende, egaal bruin tot grijs gekleurde hagedis lijkt oppervlakkig op een slang maar blijft kleiner tot 50&nbsp;cm, heeft in tegenstelling tot een slang oogleden en is veel stijver dan een slang. De duinhagedis of [[zandhagedis]] (''Lacerta agilis'') leeft op zandgronden als verstuivingen en duinen, mannetjes zijn in het voorjaar fel groen van kleur de vrouwtjes zijn bruin. De [[muurhagedis]] (''Podarcis muralis'') leeft op steenhopen en muren, in Nederland alleen in [[Limburg (Nederland)|Limburg]]. Ten slotte de [[levendbarende hagedis]] (''Zootoca vivipara'') die zich evenals de hazelworm heeft aangepast door de eitjes in het lichaam te laten ontwikkelen. Hierdoor profiteren de embryo's van de lichaamswarmte van de moeder en kan de hagedis zich toch voortplanten in meer gematigde streken. De omgevingstemperatuur is hier te laag voor de ontwikkeling van eitjes die op de bodem worden afgezet.<ref>André Van Hecke - '''De levendbarende hagedis (''Lacerta vivipara'') in het Natuurreservaat “Westmalse heyde”''' - [http://www.freanonherping.be/pdf/Wh/LacVivWH.pdf Website (PDF)]</ref>
Regel 40:
[[Bestand:Thornydevil.jpg|{{largethumb}}|De [[bergduivel]] (''Moloch horridus'') heeft een afwijkende bouw en is bezaaid met stekels.]]
 
Alle hagedissen hebben in principe een vergelijkbare bouw maar de verschillende soorten kunnen sterk afwijken qua lengte, kleur en lichaamsvorm. De kleinste soorten worden slechts enkele centimeters lang, de grootste soorten bereiken een lengte van meer dan drie meter. De kleinste soorten zijn de [[kogelvingergekkoKogelvingergekko|kogelvingergekko's]] uit het geslacht ''[[Sphaerodactylus]]'', de grootste soorten behoren tot de [[varanen]]. De voor zover bekend grootste en zwaarste hagedis is de [[komodovaraan]] (''Varanus komodoensis'') die een lengte van meer dan drie meter kan bereiken.
 
Ondanks de variatie in lengte en de grote vormenrijkdom binnen de hagedissen volgen ze over het algemeen ongeveer hetzelfde bouwplan. Opvallend zijn het langwerpige lichaam dat bestaat uit een lange romp en een lange staart maar een relatief kleine en platte kop. De vier gebogen poten staan niet naar onderen maar zijwaarts gericht waardoor de buik over de grond sleept. De [[schedel]] is kenmerkend: de vorm en de plaatsing van de [[neus]]gaten, [[oorOor|gehoororganen]] en [[Oog (anatomie)|ogen]] is onmiskenbaar en makkelijk te onderscheiden van [[krokodilachtigen]] en [[schildpadden]]. Met [[brughagedissen]] ligt het wat moeilijker;. zeZe lijken sprekend op hagedissen maar zijn een zeer oude groep van reptielen. Ondanks de naam zijn ze niet direct verwant aan de hagedissen.
 
Door de afgeplatte lichaamsvorm en de dito kop kunnen hagedissen makkelijk onder en tussen stenen en andere objecten kruipen. Er zijn echter uitzonderingen, sommige gravende soorten hebben een rolrond lichaam en korte staart, de [[kameleons]] hebben juist een zijdelings afgeplat bladachtig lichaam en een oprolbare grijpstaart. Ze hebben daarnaast een grote brede kop en lijken qua bouw niet op de andere groepen van hagedissen.