Fenrir (mythologie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
10Guillot (overleg | bijdragen)
hoop
10Guillot (overleg | bijdragen)
De band Gleipnir vastgemaakt tot diep in de aarde
Regel 10:
Ten slotte stuurde Odin de boodschapper van [[Freyr (god)|Freyr]], [[Skírnir]], naar de [[svartalfer|svartalvene]] (zwarte elfen, ook wel nachtelfen genoemd) toe om een speciale ketting te laten maken. Deze zou zo sterk moeten zijn dat zelfs Fenrir hem niet zou kunnen breken. Het werd een heel fijne ketting, de [[Gleipnir]], die zo slank en zacht was als een van [[zijde (textiel)|zijde]] gemaakt [[touw]]. Gleipnir werd gemaakt van zes ingrediënten die niemand vandaag meer kan vinden: de ademhaling van de vis, de baard van een vrouw, het speeksel van een vogel, de wortels van de berg, het geluid van de poten van een kat en de pezen van een beer.
 
De æsen lokten Fenrir in de val op het kleine eiland [[Lyngvi]] in het meer [[Ámsvartnir]] (pekzwart). Ze gingen met hem een weddenschap aan: Fenrir beweerde dat hij zo verschrikkelijk sterk was dat ze daar weleens een bewijs van wilden zien. Ze zouden hem vastbinden en Fenrir zou zijn boeien moeten doorbreken. Als het hem niet lukte, was hij zo zwak dat ze hem niet hoefden te vrezen - en hem los zouden laten.
 
Fenrir echter had weinig vertrouwen in de æsen. Hij eiste dat iemand zijn hand in zijn muil moest leggen, als "onderpand". Enkel [[Týr]], de [[oorlogsgod]], durfde dit te doen. Týr legde zijn rechterhand in de muil van Fenrir en toen de wolf zijn boeien niet kon doorbreken beet hij Týrs hand af tijdens zijn poging om los te komen. Zodoende verloor Týr zijn rechterhand.
 
Het losse eind van Gleipnir, Gelgia, werd door een grote steen, Gjoll, gestoken, die diep in de aarde werd vastgemaakt. Met de enorme rots Thviti werd Gjoll nog dieper de aarde in gedreven.
 
Fenrir hapte naar de æsen, zij staken een zwaard in zijn muil met de punt omhoog zodat hij niet kon bijten. Door zijn gekwijl ontstond de rivier Ván (hoop).