Nederlandsche Oost Compagnie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
Bij de oprichting waren aanwezig: Jan Robertson (als gemachtigde van Rost van Tonningen), wethouder Johannes Walch (als gemachtigde van de burgemeester van Amsterdam, [[Edward John Voûte]]) en wethouder Gerrit Coenraad Blom (namens burgemeester [[Frederik Ernst Müller]] van Rotterdam).<ref name=":4" />
 
Met de NOC-organisatie wilde Rost van Tonningen Nederlandse koloniën stichten in door de nazi's veroverde gebieden, met name Oekraïne, Estland, Letland en Litouwen, die zogenaamd door de Duitsers "bevrijd waren".<ref name=":0" /> Daarbij zag de organisatie zichzelf als voortzetter van de traditie van de [[Vereenigde Oost-Indische Compagnie|VOC]]. Hiermee gaf Rost van Tonningen ook invulling aan de [[Lebensraum]] gedachte van de nazi's.<ref name=":1" /> Dit zou moeten worden gecoördineerd door koloniale [[Handelshuis|handelshuizen]]. Deze waren door de oorlog afgesneden van hun eigenlijke handelsgebied in [[Nederlands-Indië]] en hadden ervaring met de manier van werken.
 
Nog een ander doel van de NOC was de [[Arisch ras|arisering]] van Oost-Europa.<ref>{{Citeer web|titel = Het oosten roept / Nederlandsche Oost Compagnie - Het Geheugen van Nederland - Online beeldbank van Archieven, Musea en Bibliotheken|url = http://www.geheugenvannederland.nl/?/nl/items/EVDO02:NIOD05_4137|werk = www.geheugenvannederland.nl|bezochtdatum = 2015-12-29}}</ref>