Julia Agrippina minor: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Na de oudheid: aanvulling
k dubbel woord, replaced: ISBN 2-87706-152-3 → {{ISBN|2-87706-152-3}} (15), niet niet → niet (2) met AWB
Regel 96:
Hoe Agrippina aan haar einde kwam is onzeker vanwege de historische tegenstrijdigheden in de bronnen, die bovendien anti-Nero zijn. Alle overgeleverde verhalen over de dood van Agrippina spreken zichzelf en elkaar tegen en zijn over het algemeen zeer fantasierijk.
 
Volgens Tacitus zou Nero in 58 een buitenechtelijke relatie zijn aangegaan met de ''[[Matrona (Romeinen)|matrona]]'' [[Poppaea Sabina]]. Daar hij besefte dat Agrippina zich zou verzetten tegen een scheiding van zijn toenmalige echtgenote Claudia Octavia en een huwelijk met Poppaea, zou hij hebben besloten Agrippina te doden.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.1.1 XIV 1.1]. Cf. Cassius Dio, LXI 11.2-4.</ref> Maar Nero zou pas in 62 met Poppaea trouwen en bij dit door Tacitus opgeworpen motief zijn dan ook vraagtekens geplaatst.<ref>{{Aut|A. Dawson}}, Whatever Happened to Lady Agrippina?, in ''The Classical Quarterly'' 64 (1969), p. 264, {{Aut|F. Holztrattner}}, Poppaea Neronis potens. ''Die Gestalt der Poppaea Sabina in den Nerobüchern des Tacitus. Mit einem Anhang zu Claudia Acte'', Gras - Horn - Wenen, 1995, pp. 41-49. Cf. {{Aut|L. Foubert}}, ''Agrippina. Keizerin van Rome'', Leuven, 2006, p. 109. Dat het jaar 62 v.Chr. in het werk van Tacitus een keerpunt vormt, heeft vooral te maken met het literaire karakter van diens werk, zie: {{Aut|M. Kleijwegt}}, Nero's Helpers: The Role of the Neronian Courtier in Tacitus' ''Annals'', in ''Classics Ireland'' 7 (2000), [http://www.ucd.ie/cai/classics-ireland/2000/kleijwegt.html art. 5].</ref> Bovendien vertelt Suetonius ons dat Poppaea's echtgenoot, [[Marcus Salvius Otho]], pas na de dood van Agrippina werd verbannen, wat er niet direct op wijst dat Poppaea voor Agrippina's dood aandrong op een huwelijk.<ref>Suetonius, ''Vita Othonis'' 3.</ref> Dit motief lijkt eerder uit literaire overwegingen te zijn gekozen, omdat dit uitstekend paste in Tacitus' beeld van Nero als speelbal van vrouwen en vrijgelatenen.<ref>{{Aut|L. Foubert}}, ''Agrippina. Keizerin van Rome'', Leuven, 2006, p. 109. Cf. {{Aut|R.D. Scott}}, The Death of Nero's Mother (Tacitus, Annals, XIV, 1-13), in ''Latomus'' 33 (1974), pp. 111-113, {{Aut|E.M. Iovane}}, ''Paura e angoscia in Tacito. Implicazioni ideologiche e politiche'', Napels, 1989, pp. 34-39, {{Aut|P.H. Schrijvers}}, Nero-Agrippina als historische roman, in ''Lampas'' 24 (1991), pp. 346-358.</ref> Sommige historici stellen dat Nero's beslissing om Agrippina te doden werd gemotiveerd door haar samenzwering om [[Rubellius Plautus]] (een achterneef van Nero) op de troon te plaatsen.<ref>{{Aut|R.S. Rogers}}, Heirs and Rivals to Nero, in ''[[Transactions of the American Philological Association|Transactions and Proceedings of the American Philological Association]]'' 86 (1955), p. 202.</ref> Een ander mogelijk motief voor de moord wordt zowel bij Tacitus als bij Suetonius en bij Cassius Dio vermeld, namelijk dat er een [[incest]]ueuze relatie tussen Nero en Agrippina zou zijn geweest waardoor deze laatste hem terug onder haar invloed zou hebben gebracht.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.1.2 XIV 2], Cassius Dio, LXI 11.3-4, Suetonius, ''Vita Neronis'' [https://web.archive.org/web/20111023184213/http://adiutor.varro.eu/04/suetonius_nero_26.htm 28.2].</ref> Zij zijn het er echter niet over eens of dit gerucht wel klopt en wie nu het initiatief hiertoe nam - Nero of Agrippina. Bovendien was het niet niet ongewoon dat ''principes'' die na hun regering negatief werden beoordeeld van incest werden beschuldigd.<ref>{{Aut|H.G. Mullens}}, The Women of the Caesars, in ''Greece & Rome'' 11 (1942), pp. 59-66, {{Aut|A.H. Krappe}}, La fin d'Agrippina, in ''Revue des Études Anciennes'' 42 (1940), pp. 467-471.</ref> Wat ook de aanleiding geweest moge zijn, Nero besloot uiteindelijk zijn moeder eens en voorgoed uit de weg te ruimen.
 
Na te hebben getwijfeld tussen gif of zwaard als moordwapen, besloot Nero voor gif te gaan. Maar hij twijfelde of gif wel zou werken op een vrouw die ervan werd verdacht met vergiften al meerdere mensen het leven te hebben ontnomen en dus wel tegengif zou hebben genomen.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.3.1 XIV 3.1-2]. Cf. Suetonius, ''Vita Neronis'' [https://web.archive.org/web/20111023184213/http://adiutor.varro.eu/04/suetonius_nero_26.htm 34.2].</ref> Een ander plan kwam van [[Anicetus]], een vrijgelatene en ''[[praefectus classis]]'' te Misenum. Hij stelde voor een schip te bouwen waarvan men het deel waarop Agrippina zich bevond kon losmaken van de rest van het schip om haar aldus door verdrinking uit te schakelen en hiermee zo weinig mogelijk verdenking op zich te laden.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.3.3 XIV 3.3]. Zie ook: {{Aut|L. Herrmann}}, À propos du navire d'Agrippine, in ''Revue des Études Anciennes'' 29 (1927), pp. [http://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k69248x 68-70], {{Aut|C. Ferone}}, Suet. Nero 34 e la nave di Agrippina, in ''Rheinisches Museum für Philologie'' 147 (2004), pp. 80-87.</ref> Nero besloot daarop zijn moeder uit te nodigen voor de ''[[Quinquatria|Quinquatrus]]'' ter ere van [[Minerva (godin)|Minerva]] in [[Baiae]], waar Agrippina werd overgehaald om op de mooist versierde boot te gaan.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.4.1 XIV 4], Suetonius, ''Vita Neronis'' [https://web.archive.org/web/20111023184213/http://adiutor.varro.eu/04/suetonius_nero_26.htm 34.2], Cassius Dio, LXI 12.2-13.2.</ref> Maar toen men de boot tot zinken trachtte te brengen, liep alles fout en Agrippina wist uiteindelijk al zwemmend te ontsnappen aan een wisse dood.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.4.1 XIV 5], Suetonius, ''Vita Neronis'' [https://web.archive.org/web/20111023184213/http://adiutor.varro.eu/04/suetonius_nero_26.htm 34.3], Cassius Dio, LXI 13.3-4.</ref> Door dit voorval en het feit dat haar vriendin [[Acerronia Pollia]] door de scheepslui was gedood, omdat zij, om zichzelf te redden van verdrinking, schreeuwde dat ze Agrippina was, begon Agrippina te beseffen wat haar zoon van plan was.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.5.3 XIV 5.3-6.1]. Cf. Cassius Dio, LXI 13.3.</ref> Omdat ze niet wilde dat Nero te weten zou komen dat zij hem doorhad, zond ze haar vrijgelatene, [[Lucius Agermus]], naar haar zoon om hem te vertellen welk ongeluk zijn moeder was overkomen en door welk gelukkig toeval ze gered was van de dood. Op die manier hoopte ze Nero te misleiden.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.5.3 XIV 6.2], Suetonius, ''Vita Neronis'' [https://web.archive.org/web/20111023184213/http://adiutor.varro.eu/04/suetonius_nero_26.htm 34.3]. Cf. Cassius Dio, LXI 13.4.</ref> Nero - die blijkbaar het nieuws van Agrippina's redding al had vernomen - was intussen zo angstig, dat hij, toen Agermus bij hem aankwam, deze een wapen voor de voeten wierp om hem vervolgens te beschuldigen in naam van Agrippina een aanslag te hebben willen plegen op zijn leven, waarna hij hem in de boeien liet slaan.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.5.3 XIV 7.6], Suetonius, ''Vita Neronis'' [https://web.archive.org/web/20111023184213/http://adiutor.varro.eu/04/suetonius_nero_26.htm 34.3], Cassius Dio, LXI 13.4.</ref> Omdat hij besefte (volgens Tacitus omdat Sextus Afranius Burrus hem dit ook had gezegd) dat de [[Praetorianen]] nooit de dochter van Germanicus zouden willen vermoorden, stuurde Nero Anicetus met zijn mariniers eropuit om Agrippina's ''[[villa rustica|villa]]'' te omsingelen.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.5.3 XIV 8.2], Cassius Dio, LXI 13.4-5.</ref> Na de deuren te hebben opengebroken, zou Anicetus - volgens Tacitus samen met ''trierarchus'' Herculeius en de ''centurio classiarius'' Obaritus - haar alleen hebben aangetroffen en haar met verscheidene steken hebben omgebracht.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.5.3 XIV 8.4-5], Cassius Dio, LXI 13.5.</ref> De bronnen voegen hier nog het gruwelijke detail aan toe - zij het dat sommigen hierover terughoudend zijn - dat Nero persoonlijk haar lijk kwam inspecteren en zelfs opmerkingen maakte over hoe knap zijn dode moeder wel niet was.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.5.3 XIV 9.1], Suetonius, ''Vita Neronis'' [https://web.archive.org/web/20111023184213/http://adiutor.varro.eu/04/suetonius_nero_26.htm 34.4], Cassius Dio, LXI 14.2.</ref> De moord werd voorgesteld als zelfmoord uit schuldbesef voor haar (vermeende) misdadige moordplannen voor Nero.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.5.3 XIV 10.3], Cassius Dio, LXI 14.3.</ref> Diezelfde nacht nog werd ze gecremeerd op een ligbed en zolang Nero aan de macht was, zou er geen geen grafmonument voor haar worden opgericht. Na Nero's dood zouden vrijgelatenen van Agrippina echter een ''[[tumulus]]'' oprichten bij de weg naar Misenum.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.5.3 XIV 9.1].</ref> Haar vrijgelatene Mnester, die haar brandstapel zou hebben aangestoken, pleegde daarop zelfmoord uit genegenheid voor haar of vrees voor haar zoon.<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann14_1.html#14.5.3 XIV 9.2].</ref>
 
== Agrippina's persoonlijkheid ==
Regel 119:
Agrippina is de voornaamste vrouwenrol in de [[Tragedie (toneel)|tragedie]] ''Brittanicus'' van [[Jean Racine]] uit 1669. De rol werd in Nederland o.a. vertolkt door [[Johanna Cornelia Wattier]], die zich als Agrippina liet vereeuwigen op het doek. Een gefictionaliseerd verhaal over Agrippina vormde de basis voor [[Georg Friedrich Händel]]s opera ''[[Agrippina (opera)|Agrippina]]'' ([[HWV]] 6) uit 1709, waarvan het ''[[libretto]]'' van de hand van [[Vincenzo Grimani]] was.<ref>{{Aut|M. Boyden}}, ''The Rough Guide to Opera'', Londen, 2002<sup>3</sup>, pp. [http://books.google.com/books?id=bLDaqKzJF08C&pg=PT47&dq=Agrippina+Vincenzo+Grimani&hl=nl&sig=OpPQ585C30fehhyccNyKltjymjA 57]-[http://books.google.com/books?id=bLDaqKzJF08C&pg=PT47&dq=Agrippina+Vincenzo+Grimani&hl=nl&sig=OpPQ585C30fehhyccNyKltjymjA#PPT48,M1 58].</ref> De figuur van Agrippina is door verschillende actrices in verschillende films en televisiereeksen neergezet, waaronder [[Gloria Swanson]] in de film ''Nero's Mistress'' uit 1956, [[Barbara Young (actrice)|Barbara Young]] in de BBC-televisieserie ''[[I, Claudius]]'' - naar de romans van [[Robert Graves]] - (waar ze ''Agrippinilla'' wordt genoemd), [[Ava Gardner]] in de epische miniserie ''[[A.D. – Anno Domini]]'' uit 1985,<ref>[http://www.imdb.com/find?s=char&q=Agrippina&x=0&y=0 IMDb Search: Agrippina.]</ref> [[Frances Barber]] in de Masterpiece Theater-productie ''Boudica'' van 2003 en [[Laura Morante]] in de televisieminiserie ''Imperium: Nero'' uit 2004.
 
Agrippina wordt gezien als de stichteres van [[Keulen (stad)|Keulen]] en wordt daar nog steeds door het kleed van de jonkvrouw van het ''[[Kölner Dreigestirn]]'' gesymboliseerd.<ref>[http://www.koelner-karneval.info/Dreigestirn/Dreigestirn.htm art. Dreigestirn, www.koelner-karneval.info]</ref> De Franse oudhistoricus [[Pierre Grimal]] heeft een [[historische roman]] ''Mémoires d'Agrippine''<ref>{{Aut|P. Grimal}}, ''Mémoires d'Agrippine'', Parijs, 1992. {{ISBN |2-87706-152-3}}</ref> geschreven, vertrekkend vanuit een gegeven bij Tacitus<ref>Tacitus, ''Annales'' [http://benbijnsdorp.info/ann04_52.html#4.53.2 IV 53.2]. Cf. Plinius maior, ''Naturalis Historia'' VII 46.</ref> dat Agrippina minor haar ''[[commentarius]]'' (memoires) zou hebben nagelaten. Hierin heeft hij getracht de memoires van Agrippina als het ware te herscheppen.
 
== Kwartierstaat ==
Regel 176:
 
== Referenties ==
* {{Aut|A.A. Barrett}}, ''Agrippina: Sex, Power and Politics in the Early Empire'', New Haven - Londen, 1996. {{ISBN |0-415-20867-X}}
* {{Aut|H.W. Benario}}, ''Tacitus Annals 11 and 12'', Lanham - Londen - New York, 1983. {{ISBN |0-8191-3480-5}}
* {{Aut|M. Boyden}}, ''The Rough Guide to Opera'', Londen, 2002<sup>3</sup>. {{ISBN |1-85828-749-9}}
* {{Aut|K.R. Bradley}}, ''Suetonius' Life of Nero: A Historical Commentary'', Brussel, 1978. {{ISBN |2-87031-007-2}}
* {{Aut|G.H. de Vries}} (trad. comm.), ''Cassius Dio. Vier keizers. Rome onder Tiberius, Caligula, Claudius en Nero'', Amsterdam, 2000. {{ISBN |90-253-0871-6}}
* {{Aut|W. Eck}}, Die iulisch-claudische Familie: Frauen neben Caligula, Claudius und Nero, in {{Aut|H. Temporini-Gräfin Vitzhum}} (ed.), ''Die Kaiserinnen Roms: von Livia bis Theodora'', München, 2002, pp.&nbsp;103–163. {{ISBN |3-406-49513-3}}
* {{Aut|L. Foubert}}, ''Agrippina. Keizerin van Rome'', Leuven, 2006. {{ISBN |90-5826-402-5}}
* {{Aut|D. Gillis}}, The Portrait of Afranius Burrus in Tacitus' Annales, in ''La Parola del Passato'' 18 (1963), pp.&nbsp;5–22.
* {{Aut|J. Ginsburg}} - ed. {{Aut|E. Gruen}}, ''Representing Agrippina: Constructions of Female Power in the Early Roman Empire'', Oxford - New York, 2006. {{ISBN |0-19-518141-7}}
* {{Aut|M.T. Griffin}}, ''Nero: the End of a Dynasty'', New Haven - Londen, 1985. {{ISBN |0-415-21464-5}}
* {{Aut|R. Hälikkä}}, Discourses of Body, Gender and Power in Tacitus, in {{Aut|P. Setälë - e.a.}} (edd.), ''Women, Wealth, and Power in the Roman Empire'', Rome, 2002, pp.&nbsp;75–104. {{ISBN |952-5323-02-1}}
* {{Aut|J. Humphrey}}, The Three Daughters of Agrippina Maior, in ''American Journal of Ancient History'' 4 (1979), pp.&nbsp;125–143.
* {{Aut|D.W. Hurley}}, The Politics of Agrippina the Younger's Birthplace, in ''American Journal of Ancient History''<sup>2</sup> 2 (2003), pp.&nbsp;95–117.
* {{Aut|[[Theodor Mommsen|T. Mommsen]]}}, Die Familie des Germanicus, in ''Hermes'' 13 (1878), pp.&nbsp;245–265.
* {{Aut|M.P.O. Morford}}, The Training of Three Roman Emperors, in ''Phoenix'' 22 (1968), pp.&nbsp;57–72.
* {{Aut|E. O'Gorman}}, ''Irony and misreading in the Annals of Tacitus'', Cambridge, 1999. {{ISBN |0-521-66056-4}}
* {{Aut|E.R. Parker}}, The Education of Heirs in the Julio-Claudian Family, in ''American Journal of Philology'' 67 (1946), pp.&nbsp;29–50.
* {{Aut|H. Schmitz}}, Die Kaiserin Agrippina als Patronin der ''Colonia Agrippinensium'', in ''Gymnasium'' 62 (1955), pp.&nbsp;429–434.
* {{Aut|R.R.R. Smith}}, The Imperial Reliefs from the Sebasteion at Aphrodisias, in ''Journal of Roman Studies'' 77 (1987), pp.&nbsp;88–138, afb. III-XXVI.
* {{Aut|W. Trillmich}}, ''Familienpropaganda der Kaiser Caligula und Claudius. Agrippina Maior und Antonia Augusta auf Münzen'', Berlijn, 1978. {{ISBN |3-11-007259-9}}
* {{Aut|P.A. Watson}}, ''Ancient Stepmothers. Myth, Misogyny and Reality'', Leiden - New York - Keulen, 1995. {{ISBN |90-04-09571-3}}
* {{Aut|S.E. Wood}}, Diva Drusilla Panthea and the Sisters of Caligula, in ''American Journal of Archaeology'' 99 (1995), pp.&nbsp;463–464.
* {{Aut|S.E. Wood}}, ''Imperial Women: A Study in Public Images, 40 B.C.-A.D. 68'', Leiden, 1999. {{ISBN |90-04-11281-2}}
 
== Externe links ==