Johan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 20:
Als hertog van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg zette Johan zich in om de financieel-economische toestand van zijn hertogdom te verbeteren. Ook had Johan grote geldsommen nodig voor zijn kostbare en arbeidsintensieve hofhouding en liet hij daarom de belastingen met 12.000 rijksdaalders stijgen. Omdat agrarisch grondbezit de economische basis van zijn gebieden vormde, onteigende Johan landbouwgrond van de kerk, de adel en de boeren, waardoor hij meer gronden in handen kreeg en zijn vermogen aanzienlijk toenam. Hierdoor was in 1600 geen zelfstandig adellandgoed meer op het eiland [[Als (eiland)|Als]]. De hertogelijke boeren waren dienstplichtig. Johan oefende ongehinderd de kerkelijke [[soevereiniteit]] uit in zijn [[Hertogdom Holstein|Holstein]]se gebieden. De kerkrechtelijke invloed op de eilanden Alsen en Arrö kon hij ondanks een jarenlange strijd niet tegengaan. Ook was Johan niet bereid om de kerkelijke soevereiniteit van zijn gebieden door te geven aan zijn broer Frederik II.
 
In 1590 kreeg Johan het recht om eigen munten uit te geven. In het Sleeswijkse landdeel had echter ook de Deense koning dit recht. Omdat Johan zijn zilverdubbel[[schelling]]en ook in Sleeswijk liet slaan, kwam het in 1604 tot een conflict met koning [[Christiaan IV van Denemarken]] en de [[hanze]]steden [[Lübeck]] en [[Hamburg]]. Hierdoor werd de schellingen van Johan in hun gebieden verboden. In 1618 stichtte Johan in het Slot van [[Reinfeld]] een nieuw [[munthuis]], waar de Deense koning geen toegangsrecht had en Johan tot aan zijn dood in 1622 munten liet slaan.
{{Meebezig}}
 
Ook verbeterde Johan de infrastructuur van zijn gebieden door onder andere nieuwe boerderijdorpen aan te leggen en kerken te bouwen. Ook liet hij voor representatie en eigengebruik vier paleizen bouwen: het Slot van Glücksburg, het Slot van Ahrensböck, het Slot van Reinfeld en het Slot van Norburg. Ook was hij verantwoordelijk voor de aanleg van twee dammen en een kanaal. Om deze maatregelen te kunnen uitvoeren, schrok Johan er niet voor terug om dwang en geweld te gebruiken door bijvoorbeeld willekeurige terechtstellingen uit te voeren.
 
In oktober 1622 stierf Johan op 77-jarige leeftijd in het Slot Glücksburg. Het hertogdom Sleeswijk-Holstein-Sonderburg werd vervolgens verdeeld onder vijf van zijn zes nog levende zonen.
 
==Huwelijken en nakomelingen==