Overijsselse Vecht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Waterwerken: doorwaadbare plaatsen+link
m3 - per seconde per seconde - punt na de zin
Regel 18:
[[Bestand:Overijsselse Vecht.jpg|{{Largethumb}}|De Vecht bij Ommen]]
[[Bestand:Dalfsen Vecht.jpg|{{Largethumb}}|De Vecht bij Dalfsen]]
[[File:Vecht, hoogwater.png|thumb|De Overijsselse Vecht bij een debiet van ongeveer 200 m3/s (2010)]]
De '''Overijsselse Vecht''' ([[Nedersaksisch]]: '' De Vechte'') is een [[rivier|regenwaterrivier]] in [[Duitsland]] en [[Nederland]]. Zij is 167 kilometer lang<ref>{{cite book |title=Cultuurhistorische Atlas van de Vecht (Biografie van Nederlands grootste kleine rivier) |author=Jan Neefjes, Otto Brinkkemper, Luc Johee, Wim van de Griendt |publisher=WBOOKS (Provincie Overijssel) |page=11 |isbn=9789040078309 }}</ref> waarvan 60  km in Nederland. Haar oorsprong ligt in het [[Münsterland]] en zij mondt bij Zwolle in het [[Zwarte Water (rivier)|Zwarte Water]]. Het [[stroomgebied]] van de Overijsselse Vecht beslaat 3780 vierkante kilometer. In Duitsland wordt de rivier '''Vechte''' genoemd. De eerste schriftelijke vermelding van de Overijsselse Vecht stamt uit omstreeks [[1232]] en staat in het geschrift [[Narracio]].
 
==Loop van de rivier==
Regel 25:
 
==Afvoer==
De Vecht is een echte regenrivier en heeft daaromdaardoor een zeer fluctuerende afvoer. In de zomer kan een afvoer van slechts enkele m³/s per seconde voorkomen, terwijl in de wintermaanden een afvoer van 100 tot 200 m3 m³/s zeker niet ongebruikelijk is.
 
==Betekenis van de rivier voor de scheepvaart==
De Overijsselse Vecht heeft, tot ver in de [[19e eeuw]], een belangrijke rol gespeeld in de scheepvaart. De rivier kende een onregelmatig debiet, waardoor in de zomermaanden de waterstand weleens extreem laag kon zijn. De rivier was eigenlijk alleen goed bevaarbaar in de waterrijke tijd, ongeveer van oktober tot april. In de zomermaanden viel de rivier bijna droog en lag de scheepvaart soms weken achtereen stil. Bovendien was de rivier erg bochtig. De vaartijd van Zwolle naar Nordhorn was ongeveer 6 dagen, terwijl een schipper in 2twee dagen van [[Amsterdam]] naar Zwolle voer. De [[zomp]]en die men daarvoor gebruikt waren hieraan aangepast zodat men zo lang mogelijk door kon varen. Bij een te lage waterstand werden er door de schippers dammetjes in de rivier opgeworpen. Zodra er voldoende water was verzameld, stak men de dam door en kon men weer (een stuk) verder varen. Dit was overigens op alle rivieren in Oost-Nederland een gangbare praktijk: het varen daar waar geen water was. Over de Vecht werd veel [[Bentheimer zandsteen]], dat een belangrijk bouwmateriaal was, vervoerd. Bij de [[grens]] moesten hoge tolgelden worden betaald. Om deze te ontlopen werd er door de schippers veel gesmokkeld. Er zijn veel voorbeelden bekend: zijden spek werden tegen het boord gespijkerd en b.v. schinken werden aan een touw onder water meegetrokken. Werd een schipper betrapt, dan werd lading en schip verbeurd verklaard. Tegen betaling kon hij dat dan terug kopen. Indien men het geld niet beschikbaar had, werd men door andere schippers geholpen.
Om de vaartijd naar Zwolle te verkorten, werd hiervoor rond 1600 de [[Nieuwe Vecht (Zwolse watergang)|Nieuwe Vecht]] gegraven. Zwolle had namelijk het [[stapelrecht]] op alle goederen die over de Overijsselse Vecht werden vervoerd. In het midden van de 19e eeuw kwamen het kanaal de [[Dedemsvaart (kanaal)|Dedemsvaart]] en haar zijtak de [[Lutterhoofdwijk]] gereed. Zij vormden een kortere vaarweg tussen Coevorden en Zwolle en dat betekende dat het belang van de Overijsselse Vecht als vaarweg verminderde.
 
==Waterwerken==
In [[1908]] werd de rivier [[kanalisatie|gekanaliseerd]] en werden er vele bochten afgesneden. In Nederland daalde haar lengte daardoor van 85 naar 60 kilometer.<ref>{{cite book |title=Cultuurhistorische Atlas van de Vecht (Biografie van Nederlands grootste kleine rivier) |author=Jan Neefjes, Otto Brinkkemper, Luc Johee, Wim van de Griendt |publisher=WBOOKS (Provincie Overijssel) |page=12 |isbn=9789040078309 }}</ref> Door deze en andere waterwerken daalde het water in de rivier naar een laag niveau en moest men in [[1920]] besluiten om [[stuw]]en te bouwen. Dat werden er zeven: [[De Haandrik]], [[Ane]] (inmiddels afgebroken) Hardenberg, [[Diffelen]] (bij [[Mariënberg]]), [[Junne]] (iets ten oosten van Ommen), [[Vilsteren]] en Vechterweerd (bij buurtschap Marshoek, tussen Dalfsen en Zwolle). De rivier is vanaf de monding bij Zwolle tot de stuw bij Junne bevaarbaar voor schepen. Dat komt doordat de stuwen benedenstrooms van Junne wel [[schutsluis|schutsluizen]] hebben en de stuw bij Junne zelf niet. Verder stroomopwaarts hebben de stuwen wel weer schutsluizen tot de stuw bij De Haandrik die ook een kleine waterkrachtcentrale heeft. Dit is de enige van deze sluizen die nog bediend word: 1een keer per jaar om de boot van [[Sinterklaas]] door te laten. In de jaren 60 is er aan de Duitse kant van Brandlecht tot aan de Nederlandse grens het één en ander aan waterwerken en kanalisatie uitgevoerd. Ook heeft men indertijd de meeste oevers met keien verstevigd, waardoor de vroegere [[Voorde (doorwaadbare plaats)|doorwaadbare plaatsen]], glooiende oevers en zandstrandjes zijn verdwenen.
 
Een recent waterwerk is het retentiegebied in de Meene ten noorden van Gramsbergen dat zo rond 2002 gerealiseerd is. In dit 375 hectare grote gebied kan bij extreem hoge waterstand van de Overijsselse Vecht water worden ingelaten. Zo kan 4,25 miljoen kubieke meter water worden geborgen, zonder dat er veel schade wordt opgelopen in het poldergebied. De plannen hiervoor zijn gemaakt naar aanleiding van de hoge waterstanden in oktober 1998 toen Ommen, Hardenberg, en Coevorden gevaar liepen onder te lopen. De stuwen bij de Haandrik staan aan beide zijden van de kruising met de Vecht, die op de foto van rechts naar links loopt.
Regel 50:
Er zijn diverse recreatieve voorzieningen in het Vechtdal. Naast het landschappelijk schoon is ook een gebouw als [[Kasteel Rechteren]] van belang. Het [[Pieterpad]] loopt tussen Coevorden en Ommen door het dal van de Overijsselse Vecht. Bij de stuw van Junne kruist het pad de rivier. Het [[Vechtdalpad]] loopt van Zwolle tot Gramsbergen en is onderverdeeld in vier etappes. De eerste wandelgids van het Vechtdal stamt uit 1903. De [[LF-route|Landelijke Fietsroute]] LF 16 volgt de Overijsselse Vecht van monding tot de bron.
 
[[Hardenberg (stad)|Hardenberg]] profileert zich in de zomermaanden als ''Klepperstad'', naar de [[klepperman]] die vroeger waarschuwde bij bijvoorbeeld brand. In deze tijd vindt onder andere het drie dagen durende [[luchtballon]]enfestival plaats en worden er vele andere activiteiten georganiseerd. Ook in [[Ommen (stad)|Ommen]] hebben er 's zomers veel activiteiten plaats, waarvan de [[Ommer Bissingh]] in de omgeving het meest bekendstaat. [[Gramsbergen]] heeft 's zomers de feestweek, waarbij de stad tot ''Lichtstad'' wordt omgedoopt.
 
==Dialect==