Strafvervolging: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele app
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele app
Regel 8:
 
Het opportuniteitsbeginsel biedt de mogelijkheid om de voor- en nadelen van de vervolging voor zowel de gemeenschap als de dader en zijn omgeving tegen elkaar af te wegen, zelfs al is er voldoende bewijs van het misdrijf.
 
De beslissing tot seponeren kan echter leiden tot een ongelijke behandeling van personen die hetzelfde misdrijf in gelijkaardige omstandigheden hebben gepleegd. Daarom zijn er in België aantal controlemaatregelen die in acht moeten worden genomen aangaande het opportuniteitsbeginsel waarover het Openbaar Ministerie beschikt:
*de [[procureur-generaal]] staat hiërarchisch boven de [[Procureur des Konings]] en kan hem derhalve toch bevelen over te gaan op vervolging
*de [[minister van Justitie]] beschikt over het positief injunctierecht, wat hem de mogelijkheid biedt de procureur-generaal van het [[hof van beroep]] te bevelen om over te gaan op vervolging
*de benadeelde kan zich [[burgerlijke partij]] stellen, enerzijds in het kader van het gerechtelijk onderzoek, anderzijds door de verdachte rechtstreeks te dagvaarden voor de feitenrechter
*de [[kamer van inbeschuldigingstelling]] kan ambtshalve de vervolging gelasten (het zgn. evocatierecht)
 
Het is nuttig te vermelden dat de minister van Justitie niet beschikt over een negatief injunctierecht, wat zou inhouden dat hij het bevel tot niet-vervolging zou kunnen geven. Zulks zou immers een flagrante schending uitmaken op de [[scheiding der machten]]. Het positief injunctierecht is onderhevig aan rechtsgeleerde kritiek. Men stelt zich vragen omtrent de verenigbaarheid van dit recht met de leer van de scheiding der machten.