Nemo-tenetur-beginsel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 8:
In de uitspraak Funke t. Frankrijk<ref>EHRM 25 februari 1993, nr. [http://hudoc.echr.coe.int/eng?i=001-57809 10828/84] (''Funke t. Frankrijk'').</ref> is voor het eerst bepaald dat de vervolgende instantie niemand kan dwingen om aan zijn eigen veroordeling mee te werken valt onder het [[recht op een eerlijk proces]]. Na deze uitspraak bestond bij de lidstaten van de Raad van Europa grote onduidelijkheid over de vraag tot welk bewijsmateriaal het nemo-teneturbeginsel zich precies uitstrekt. Zij vreesden dat controle op de [[handhaving|naleving]] van vele wetten en regels niet meer mogelijk zou zijn, omdat daarvoor vaak de medewerking van de burger nodig is. Men denke dan onder andere aan de [[alcoholcontrole]] of het invullen van de [[belastingaangifte (Nederland)|belastingaangifte]].
 
In de uitspraak Saunders t. Verenigd Koninkrijk<ref>EHRM 17 december 1996, nr. [http://hudoc.echr.coe.int/eng?i=001-58009 19187/91] (''Saunders t. Verenigd Koninkrijk'').</ref> zijn deze onduidelijkheden opgehelderd. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde in dat arrest dat het recht om niet aan diens eigen veroordeling mee te werken slechts geldt voor (mondeling, dan wel schriftelijk) bewijsmateriaal dat afhankelijk van de wil van verdachte bestaat. Men denke dan aan de bekentenis van een verdachte dat hij het strafbare feit heeft gepleegd. Het bewijsmateriaal dat onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat valt niet onder het verbod om niet aan diens eigen veroordeling memee te werken. Men denke dan aan de ademanalyse bij de alcoholcontrole of de bankafschriften bij de belastingaangifte. Deze bewijsmaterialen bestaan; ongeacht of de verdachte dit wel of niet wil. Van de verdachte wordt slechts verlangd dat hij deze materialen overlegt aan de vervolgende instantie.
 
== Voetnoten ==