Bevrijding van Maastricht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Maastricht bevrijd: Robert Kiek heeft het over de bevrijding van Maastricht; de Amerikaanse bronnen over de ontvangst in Nederland (=Zuid-Limburg), niet specifiek Heerlen
Regel 66:
 
[[Bestand:The old hickory (detail).jpg|thumb|left|240px|De plek waar het 117e regiment de Maas overstak (gezien door een opening in het Old Hickorymonument)]]
In de vroege ochtend van donderdag 14 september stak de bevelhebber van het 117e regiment van de Old Hickorydivisie, kolonel Johnson, vergezeld van majoor Giles, soldaat Killinworth en een radioman, in een roeibootje de Maas over, gadegeslagen door enkele honderden Maastrichtenaren. Na de oversteek van compagnie F van het 117e regiment, trok men van de Blekerij naar de binnenstad. Het 120e regiment, dat zich al een paar dagen op de westelijke Maasoever bevond, naderde de stad tegelijkertijd uit het zuiden, westen en noorden. In de vroege middag maakten beide groepen contact met elkaar. Volgens de correspondent van [[Radio Oranje]] werden de geallieerden in Zuid-Limburg ontvangen met vreugdetranen en laaiend enthousiasme. BijAmerikaanse de bevrijding van Heerlen enkele dagen laterbronnen spraken Amerikaanse bronnen echter van een meer gereserveerde ontvangst in Zuid-Limburg dan men in Frankrijk en België gewend was.<ref>[http://www.30thinfantry.org/unit_history_117.shtml 117th-2nd Bn. Giles History] op ''30thinfantry.org''.</ref>
 
Vervolgens werd de stad uitgekamd om de laatste Duitsers onschadelijk te maken. In het [[Stadhuis van Maastricht|stadhuis]] werden 28 Duitse militairen, waaronder enkele onderofficieren, ontwapend. In het Witte Huis in het [[Villapark (Maastricht)|Villapark]], de ambtswoning van ''Beauftragte'' Wilhelm Schmidt, die al op 10 september de stad had verlaten, werden 3 Duitsers gevangengenomen. Nog diezelfde dag werden de eerste arrestaties verricht van [[collaborateur]]s door de Maastrichtse [[Ordedienst]]en onder leiding van majoor E.W.H.A. Wetzels, kapitein A.J.E. Lamberti en reserve-kapitein P.J. Sijmons.<ref>Bronzwaer (1989-1), pp. 49-54.</ref> Niet voorkomen kon worden dat enkele door de Duitsers achtergelaten tijdbommen ontploften, waaronder een in de piano van het ''Wehrmachtsheim'' in de Wycker Brugstraat, waarbij twee Amerikaanse militairen om het leven kwamen. In de avond begon de ''1104th Combat Group'', een Amerikaanse [[Genie (strijdmachtonderdeel)|genie]]-afdeling, met de bouw van een [[pontonbrug]], die al na enkele uren gebruiksklaar was. Enkele dagen later werd een tweede tijdelijke brug aangelegd.<ref>Bronzwaer (1989-1), p. 97.</ref>