Bevrijding van Maastricht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 87:
 
[[Bestand:Ardennes Allied Commanders 1944.jpg|thumb|left|[[Omar N. Bradley|Bradley]], [[Arthur Tedder|Tedder]], [[Dwight D. Eisenhower|Eisenhower]] en [[Bernard L. Montgomery|Montgomery]] in Maastricht, 7 dec 1944]]
De mannen van de Old-Hickorydivisie, de bevrijders van Maastricht, vertrokken op 17 december naar het [[Ardennenoffensief]]. Van 22 oktober 1944 tot 10 maart 1945 was het hoofdkwartier en commandocentrum van het [[9e Leger (Verenigde Staten)|Amerikaanse 9e Leger]] gevestigd in de Maastrichtse [[Tapijnkazerne]] en het nabijgelegen [[Bonnefanten College#Voorloper: Veldekecollege|Henric van Veldekecollege]]. In Wyck waren eenheden gevestigd in de Ambachtschool aan de Sint Maartenslaan.<ref>''Conquer (1947)'', pp. 66-68, 193.</ref> Bevelhebber van het 9e Leger was luitenant-generaal [[William Hood Simpson]]. Op [[7 december]] 1944 vond in Maastricht een belangrijke bijeenkomst plaats van de Amerikaanse generaal en geallieerd opperbevelhebber [[Dwight D. Eisenhower]], de Amerikaanse generaal [[Omar N. Bradley]], de Britse veldmaarschalk [[Bernard L. Montgomery]] en de Britse luchtmachtcommandant [[Arthur Tedder]]. Op de bijeenkomst in het Henric van Veldekecollege werden de verdere plannen voor het westelijk front besproken.<ref>Zie '[https://en.wikisource.org/wiki/The_Ardennes:_Battle_of_the_Bulge/Chapter_IV The Ardennes: Battle of the Bulge/Chapter IV]' op ''en.wikisource.org''.</ref> Nadat het 9e Leger vanaf 20 december zijn bevelen niet langer ontving van de 12e [[Legergroep]] van [[Omar N. Bradley|Bradley]] maar van de [[21e Legergroep]] van [[Bernard L. Montgomery|Montgomery]], nam het internationale karakter van het Maastrichtse commandocentrum nog toe.<ref>''Conquer (1947)'', p. 119.</ref>
 
De stad fungeerde in deze periode als bevoorradingscentrum voor de Amerikaanse troepen. Daarbij werd onder andere gebruik gemaakt van twee kleine [[vliegveld]]en: op de Sint-Pietersberg en aan de Geusseltweg (het huidige [[Geusseltpark]]). Dat laatste was nog door de Duitsers aangelegd. Later werd een groter vliegveld bij [[Ulestraten]] in gebruik genomen (tegenwoordig [[Maastricht Aachen Airport]]). Een inderhaast aangelegde [[Pijptransport|pijplijn]] voerde benzine aan vanaf de [[haven van Antwerpen]]. Grote opslagloodsen bevonden zich bij [[Station Maastricht]] en [[Station Maastricht Boschpoort|Station Boschpoort]]. Op het [[Koningsplein-Oranjeplein|Oranjeplein]] lagen bouwmaterialen in de open lucht opgeslagen. Het terrein van het [[Beyart]]klooster deed dienst als werkplaats voor legervoertuigen.<ref>Bronzwaer (2), pp. 163-167.</ref><ref>''Conquer (1947)'', pp. 76-77, 192-193.</ref>
 
Daarnaast fungeerde de stad als ''recreation area'' voor de troepen, met winkels, restaurants, bioscopen en dansclubs die geheel op de behoefte van Amerikaanse militairen waren ingericht. [[Fred Astaire]] en [[Marlene Dietrich]] traden er op in de [[Bonbonnière]].<ref>Bronzwaer (2), p. 177.</ref> Van de duizenden soldaten die na een korte rustperiode in "Rest Center Maastricht" naar het front in de [[Ardennen]], het [[Slag om het Hürtgenwald|Hürtgenwald]] of bij de [[Roer (rivier)|Roer]] werden gestuurd, keerden er velen niet terug. Bekend is het verhaal over groeve De Schark in de [[Sint-Pietersberg]], waar op kerstnacht 1944 enkele honderden Amerikaanse soldaten de [[nachtmis]] bijwoonden, waarna ze met houtskool hun namen schreven op een wand in de groeve. Lang werd aangenomen dat het merendeel van de aanwezigen het einde van de oorlog niet had gehaald, maar thans bestaan daarover twijfels.<ref>[http://www.maastrichtunderground.nl/upload/DDL-20121222-ondergronds%20kerstfeest.pdf Ondergronds kerstfeest], in: ''[[Dagblad De Limburger]]'', 22-12-2012.</ref>