Halfafzinkbaar platform: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 15:
Als een halfafzinkbaar platform naar een nieuwe locatie vaart, dan ontballast het tot de transitdiepgang waarbij alleen de pontons zich nog ten dele onder water bevinden. Bij deze diepgang is de vaarweerstand minimaal, zodat er een hogere snelheid kan worden bereikt tegen een lager brandstofverbruik.
 
Eenmaal op locatie zal het afballasten naar de operationele diepgang waartoe het vele meters inzinkt tot de pontons zich ruim onder water bevinden. Dit vermindert de [[scheepsbewegingen]] sterk. Als een golftop het platform passeert, ondervindondervindt het ponton daaronder een neerwaartse [[excitatiekracht]]hydrodynamische kracht en de kolommen in de golven een opwaartse kracht. Bij een bepaalde golfperiode heffen deze krachten elkaar grotendeels op, zodat er nog maar weinig golfkrachten op het platform werken. ElkDoor ontwerphet heeftvolume zijnvan eigende karakteristiekpontons enonder zeegedrag,water watgroot kante wordenmaken weergegeventen inopzichte van de [[responsewaterlijn amplitudevan operator]]sde (RAO's)kolommen, worden de eigenperiodes voor [[slingeren]],de verticale bewegingen van dompen en [[Stampen (scheepsbeweging)|stampen]] enzo groot dat deze zich bevinden in het frequentiegebied waarin nog maar zeer weinig golfenergie is. Hiermee wordt voorkomen dat er [[dompenResonantie (natuurkunde)|resonantie]] optreedt.
 
Elk ontwerp heeft zijn eigen karakteristiek en zeegedrag, wat kan worden weergegeven in de [[response amplitude operator]]s (RAO's) voor [[slingeren]], [[Stampen (scheepsbeweging)|stampen]] en [[dompen]].
 
Door het verlies aan waterlijn vermindert de [[Scheepsstabiliteit|stabiliteit]] ook na het afzinken.