Het goddeloze tolhuis: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
0 bron(nen) gered en 3 gelabeld als onbereikbaar #IABot (v1.5.1) |
linken hersteld |
||
Regel 1:
[[Bestand:Het goddeloze tolhuis Valomstervaart.jpg|thumb|Het goddeloze tolhuis aan de Valomstervaart]]
[[Bestand:Overzicht - De Valom - 20053863 - RCE.jpg|thumb|De brug in 1984]]
'''Het goddeloze tolhuis''' ([[Westerlauwers Fries|Fries]]: ''It goddeloas tolhûs'') is een voormalig tolhuis aan de [[Goddeloze Singel]] langs de [[Valomstervaart]] in de [[Nederland]]se provincie [[Friesland]], vallende onder het dorp [[Veenwouden]]. Het tolhuis is rond 1934/35 afgebroken, maar het huidige op die plek staande gebouw, een boswachterswoning, draagt dezelfde naam. De naam ''Goddeloze tolhuis'' werd al in het begin van de 18e eeuw gebruikt<ref>Ene Jacob Gerrits was circa 1710 hospes (=herbergier) van het Goddeloos tolhuis, gelegen onder Rinsumageest aan de Goddeloze singel (bron: [[Tresoar]] - Collectie Pieter Nieuwland [http://www2.tresoar.nl/nieuwland/genea/hz004050.htm ]{{dode link|datum=september 2017 |bot=InternetArchiveBot }}).</ref> Er doen tientallen [[Spookverhaal|spookverhalen]] de ronde over zowel het tolhuis als de bijbehorende de ''Goddeloze Singel'' en het bruggetje ''de Skilige Piip''.<ref>[[Meertens Instituut]] (Nederlandse Volksverhalenbank): [http://www.verhalenbank.nl/
==Spookverhalen==
In vroeger tijden zou dit een ongure plek geweest zijn. Een volkslegende vertelt van een visser, hij deed niets anders dan vloeken. Toen hij na een ziekbed overleed werd hij bij het tolhek gevonden met zijn hoofd achterstevoren op zijn romp gezet. Volgens het volksverhaal zou dat het werk van de [[Satan|duivel]] zijn geweest.<ref>[[Meertens Instituut]] (Nederlandse Volksverhalenbank): [http://www.verhalenbank.nl/
Tolgaarder Gerben Klases Boskma (1772-1849), bewoner van het Goddeloze tolhuis vanaf 1812, had ook een behoorlijk aandeel in de slechte reputatie van de omgeving. Gerben zou een ruwe, onverschillige kerel geweest zijn. Mensen die niet betaalden werden hardhandig aangepakt. Voor een moordpartij was hij ook niet vies. Eens zou hij zelfs zijn eigen vrouw hebben beschoten. Het geweer ketste echter en dat redde het leven van zijn vrouw. Zijn dochter Sjoukje is met haar man en twee jonge kinderen eind december 1824 verdronken, niet ver van het Tolhuis, nadat ze van een bezoek aan hun vader per bootje op huis aan gingen.De volgende tolgaarder was vanaf 1846 zijn schoonzoon Romke Harkes van der Meulen (1792-1870). In november 1869 verdronken zijn twee zonen, onder invloed tijdens een storm, in de Houtwiel. Dit was niet ver van het tolhuis, en volgens overlevering zouden Romke en zijn vrouw het hulpgeroep van hun kinderen hebben aangehoord.<ref>[[Trouw (krant)|Trouw]] d.d. 20 december 2003: [http://www.trouw.nl/krantenarchief/2003/12/20/2181669/Een_goddeloze_wandeling.html Een goddeloze wandeling]</ref>
|