Anchiornis: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 81:
 
De arm is relatief langwerpig. Het opperarmbeen is korter dan het dijbeen en bovenaan afgerond. De deltopectorale kam beslaat het bovenste zesde van de schacht. De schacht is recht of licht golvend. Het onderste uiteinde kromt naar voren en is van voor naar achter afgeplat. In de onderarm zijn [[ellepijp]] en [[spaakbeen]] kaarsrecht. De ellepijp heeft 60% van diameter van het opperarmbeen en is een vijfde dikker dan het spaakbeen. Er is dus geen speciale verdikking of kromming om de slagpannen te ondersteunen en het ''spatium interosseum'' tussen beide botten is smal. De ''processus olecrani'' bovenaan de ellepijp is zwak ontwikkeld. Het onderste uiteinde van de ellepijp is iets naar binnen gebogen. Het spaakbeen is iets korter dan de ellepijp en beide uiteinden erven zijn licht verbreed. Het raakt het radiale in de pols met een plat vlak. Het radiale is een dikke schijf. Meer richting had ligt het driehoekige halvemaanvormige polsbotje dat behalve het tweede middenhandsbeen wellicht ook het derde raakt, zoals sommige exemplaren laten zien.
[[File:Anchiornis huxleyi wing fossil STM 0 144.png|thumb|upright=1.7|Onderarm met veren]]
 
De hand is langwerpig en langer dan de ellepijp. Het eerste middenhandsbeen is het kortste met ongeveer een derde van de lengte van het tweede middenhandsbeen. Het heeft bovenaan een scherpe richel aan de voorste buitenhoek, als de hand in [[supinatie]] gehouden wordt. Het tweede middenhandsbeen heeft een rechte schacht met beide uiteinden verbreed. De voorste onderste gewrichtsknobbel is groter dan de achterste. Het tweede middenhandsbeen is ongeveer even breed als het eerste maar het derde is veel smaller en iets korter zoals bij alle basale Paraves met uitzondering van ''[[Xiaotingia]]'' waar het even breed is. Het derde middenhandsbeen is bij sommige exemplaren ook opvallend gebogen. Het bovenste uiteinde ervan ie iets verdikt. Het eerste kootje van de eerste vinger is ongeveer even dik als het tweede middenhandsbeen maar heeft slechts 70% van de lengte daarvan. Het eerste kootje van de tweede vinger, dat een constante dikte heeft, is korter dan het licht gekromde en wat taps toelopende tweede kootje dat ongeveer even lang is als het eerste kootje van de eerste vinger. Het eerste en tweede kootje van de derde vinger zijn het kortste van de hand. Het derde kootje is langer dan de bovenste twee samen. De handklauwen zijn niet sterk gekromd en raken het bovenliggende kootje met het bovendeel van hun gewrichtsvlak. De eerste en tweede klauw zijn ongeveer even groot; de derde klauw is kleiner en platter. De klauwen hebben bovenaan hun gewrichtsvlak een lip voor de aanhechting van de pees van de strekkende spier zoals bij alle [[Pennaraptora]].