Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hannes Karnoefel (overleg | bijdragen)
links, sp
Regel 150:
Het Duitse Keizerrijk was een moderne federale rechtsstaat, met aristocratische én democratische elementen. Wetten kwamen tot stand door de toestemming van de [[Rijksdag (Duitsland)|Rijksdag]], het gekozen nationaal parlement, en de Bondsraad, het orgaan van de vorsten. De Pruisische koning was de voorzitter van de Bondsraad met de titel Duitse keizer. De keizer stelde de rijkskanselier aan, die de facto de regeringsleider was. Omdat de liberalen in de Rijksdag sterk waren (later ook katholieken en sociaaldemocraten) was de politiek van rijkskanselier [[Otto von Bismarck|Bismarck]] moderner dan verwacht. Vanaf 1884 verwierf Duitsland ook [[Duitse koloniën|koloniën]] (vooral in Afrika).
 
Tijdens het Keizerrijk vonden de hoogtijdagen van de [[industriële revolutie]] in Duitsland plaats. Naast verschillende [[liberalisme|liberale]], [[katholicisme|katholieke]], [[socialisme|socialistische]] en [[pacifisme|pacifistische]] stromingen ontstonden ook [[antisemitisme|antisemitische]] en hypernationalistische[[nationalisme|(hyper)nationalistische]]. Rond 1900 was Duitsland ééneen van de meest ontwikkelde landen en was het Duits na het Frans en het Engels ééneen van de belangrijkste talen van de wereld. Het politieke stelsel bleef echter achter: de regering werd niet door het parlement bepaald.
 
=== Tijdperk der wereldoorlogen ===