Veenkolonie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
Een '''veenkolonie''' is een [[nederzetting]] die is ontstaan doordat arbeiders naar een gebied trokken waar [[hoogveen]] werd afgegraven voor de productie van [[Turf (brandstof)|turf]].
 
Het woord kolonie staat voor nieuw te ontwikkelen gebied, het werkwoord kolonialiseren, het in bezit en gebruik nemen van. Met de aanduiding ''Veenkoloniën'' wordt meestal gedoeld op de streek in het oosten van de Nederlandse provincies [[Groningen (provincie)|Groningen]] en [[Drenthe]]. Hier lag het [[Bourtangermoeras]] dat vanaf omstreeks 1600 in cultuur werd gebracht. Zie ook het artikel [[Groninger Veenkoloniën]].
 
De oudste veenkoloniën in dit gebied zijn([[Kropswolde (dorp)|Kropswolde]], en [[WildervankOude Pekela]]) liggenwaar hetde dichtstvervening bijomstreeks de1599 stad [[Groningen (stad)|Groningen]]begon. De grootschalige [[vervening]] in Zuidoost-Drenthe begon pas vanaf 1850, nadat de eerste grote kanalen (Verlengde [[Hoogeveense Vaart]] en [[Oranjekanaal (Drenthe)|Oranjekanaal]] vanuit het westen en het Scholtenskanaal vanuit het noorden) waren gegraven. Het veen in Zuidoost-Drenthe bevatte een dikke bolsterlaag. Deze werd voornamelijk fabrieksmatig verwerkt tot turfstrooisel.
 
Veenkoloniën zijn ook buiten dit gebied te vinden: in Zuid-Drenthe en Noord-Overijssel ([[Hoogeveen (plaats)|Hoogeveen]], [[Dedemsvaart (plaats)|Dedemsvaart]]), in [[Friesland]]: [[Heerenveen (plaats)|Heerenveen]] en een tweetal in de [[Peel (Nederland)|Peel]]: [[Helenaveen]] en [[Griendtsveen]]. De eerste veenkoloniën van Nederland zijn gesticht in de [[Langstraat (streek)|Langstraat]] in West-Brabant, in de [[middeleeuwen]] onderdeel van het [[Graafschap Holland]]. Voorbeelden zijn [[Roosendaal (stad)|Roosendaal]] en [['s Gravenmoer]].
Regel 15:
 
==Sociale verhoudingen==
In de veenkoloniën bestonden in de 16de en 17de eeuw nog geen grote sociale verschillen. Langs de kanalen werd direct een perceel van 50 meter vrij graven tot op de onderliggende zandgrond. Hierop werden de wegen en boerderijen gebouwd. In de 19de eeuw namen de sociale verschillen toe terwijl de vraag naar turf door de komst van stoommachines en cokes en steenkool, die een veel hogere calorische waarde bezat, af nam. De hoogste sociale laag bestond uit veenbazen. Dezedie haddenaan het eind van de 19de eeuw grote stukken moeras opgekocht hadden en lieten deze door arbeidersseizoenarbeiders lieten ontginnen. Vaak voeldenIn de veenarbeiders16de zichen slecht17de behandeldeeuw waardoorwaren erhet juist compagnieën die relletjesinvesteerden en stakingenrelatief uitbraken.kleien, Boerenlanggerekte maaktenpercelen deverkochten tweedeaan socialepioniers laagdie uiter een boerenbedrijf begonnen. DezeDe kwamenpercelen nadatwaren hetmeestal veen150 ontgonnenbreed wasen soms wel 5 kilometer lang. VeelDe turfgraverij is seizoenswerk. We kunnen dus niet spreken van veenarbeiders werdendie na de vervening [[landarbeider]] waren. DeHet derdeseizoen socialevoor laagturfgraven bestondbegon uitin turfschippersapril en hunliep families.rond Aanvankelijkjuni vervoerdenaf. zijDaarna overtrokken de langgerektearbeiders kaarsrechteverder kanalenom [[Turfals (brandstof)|turf]],boerenarbeider laterte ookwerken. aardappelenIn ende andereherfst agrarischehielp producten.men Demet onderstede socialeoogst laagen bestonddaarna uitging veen-men enweer landarbeiders,terug scheepsknechtennaar ende [[scheepsjager]]sstreek van herkomst. De gravers van de kanalen kenden een eigen hiërarchie. De vele kilometers werden met de hand gegraven. De man die onderin stond op de bodem van het kanaal stond het laagste in aanzien en verdiende het minst. Hier is het spreekwoord 'het onderspit delven' van afgeleid. De middelste man iets meer en de man die boven aan de wal stond had het meeste aanzien en verdiende dienovereenkomstig. Uit de wereld van het kanalen graven komt dan ook de term 'hogerop komen'. Ondanks het zware werk en de vaak primitieve woonomstandigheden lokte het veen avonturiers uit heel Nederland en [[Noord-Duitsland]].
De dichter [[Koos Schuur]] dicht een stereotype. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat we dit beeld kunnen nuanceren. Men was niet uitgestoten, maar in kinderrijke gezinnen in Westfalen waren er vaak geen opvolgers in het boerenbedrijf.
De dichter [[Koos Schuur]] dichtte over het harde bestaan:
:''Novemberland''
:'Al wie hier samenkwam uit verre streken,