Obligatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 6:
Een ''mantel'' is daarbij het werkelijke schuldbewijs, waarop staat aangegeven hoeveel de [[debiteur]] aan het eind van de [[Looptijd (financiering en belegging)|looptijd]], of bij eerdere afbetaling, zal betalen aan de bezitter van de obligatie. Verder vermeldt de mantel het te vergoeden [[rentepercentage]] en de gegevens van de debiteur.
 
Het tweede deel, het ''blad'', is een verzameling van bonnetjes, de ''coupons''. Deze coupons geven per rentevervaldatum (meestal jaarlijks) recht op een rentevergoeding over het geleende [[nominale waarde|nominale bedrag]] van de obligatie. Soms wordt ook zonder fysieke obligatie de rente nog steeds ''couponrente'' genoemd en de betaling ervan ''couponbetaling'', en worden ''couponkosten'' in rekening gebracht voor die uitbetaling.
 
Voor de belegger en de uitgever is een obligatie een alternatief voor een [[aandeel]].
Regel 14:
Obligaties worden geïdentificeerd via de [[ISIN]]-code.
 
Obligaties noteren normaal gesproken in procenten. Afhankelijk van de algemene [[Rente|rentestandrente]]stand, de [[rating|betrouwbaarheid van de uitgever]], of de [[wisselkoers]] zal voor een obligatie meer of minder dan 100% van de hoofdsom moeten worden betaald ([[Nominale waarde|boven pari]]/[[Nominale waarde|onder pari]]). Als de algemene rente stijgt dan zal de koers van de obligatie dalen, aangezien de toekomstige kasstromen (die gelijk blijven) tegen een hogere rente [[Verdisconteren|verdisconteerd]] worden.
 
Er bestaat een grote variëteit aan soorten obligaties. De meest bekende keert een vaste rente uit over het nominale bedrag, maar er bestaan ook soorten die een deels of geheel [[Rente|variabele rente]] uitkeren, die eens in de zoveel tijd bepaald wordt. We hebben het dan over een 'obligatie met ''floating rate'''. De hoogte van de rente, of deze nu vast of variabel is, hangt vrij sterk af van de [[rating]] die aan de uitgevende instelling wordt toegekend. Bij ondernemingen die een B of C-rating krijgen spreekt men in de financiële wereld om deze reden wel van "high-yield bonds". Het gaat hierbij vaak om wat kleinere ondernemingen die op de vermogensmarkten minder bekendheid genieten, of die zich bezighouden met nieuwe of risicovollere activiteiten.
Regel 35:
 
== Handel in obligaties ==
[[Bestand:Obligatie-Moskau-Kiev-Woronesch.jpg||thumb|right|200px|Obligatie ter bekostiging van de aanleg van een spoorlijn in Rusland]]
Obligaties worden verhandeld op de obligatiemarkt, één van de twee belangrijkste deelmarkten van de kapitaalmarkt. In België bestaat de obligatiemarkt voornamelijk uit overheidsobligaties (vooral Obligation Linéaire/Lineaire Obligatie of ''[[OLO]]'s''). De dominante aanwezigheid van de staat op de publieke schuldmarkt kan verklaard worden door de aanzienlijke financieringsbehoeften van de overheid. Gedurende de laatste jaren is deze financieringsbehoefte wel sterk afgenomen, onder meer onder invloed van de [[Europese begrotingsdiscipline|Maastrichtnormen]] en het Pact voor Stabiliteit en Groei, die een vermindering van de staatsschuld impliceerden.
 
Regel 53:
== Roerende voorheffing ==
===België===
Het tarief van de [[roerende voorheffing]] op rente van obligaties is in [[België (hoofdbetekenis)|België]] in het verleden verschillende keren gewijzigd.
 
Sinds 1 januari 2012 wordt er in principe door de overheid 21% [[roerende voorheffing]] afgehouden. Tot dan gold een algemeen tarief van 15%. Een uitzondering wordt gemaakt voor de [[Staatsobligatie|overheidsobligatie]]s uitgegeven in december 2011 waar nog steeds slechts 15% verschuldigd is. Als de begunstigde meer dan €20020 [[roerende inkomsten]] heeft wordt 25% afgehouden via de [[Belasting (fiscaal)|belastingsaangifte]].
Regel 72:
 
{{commonscat|Bonds}}
 
{{DEFAULTSORT:Obligatie}}
[[Categorie:Obligatie| ]]