Jacob Burckhardt: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+afb
1 bron(nen) gered en 0 gelabeld als onbereikbaar #IABot (v1.4.2)
Regel 19:
* De historicus [[Peter Burke]] stelt zich ook vragen over de waarde van Renaissance als periodebegrip. In zijn boek 'The Renaissance' (1987) neemt hij duidelijk afstand van de Renaissance als gouden tijdperk van de cultuur. Hij wijst erop dat Burckhardt de zelfverheerlijkende visie van geleerden en kunstenaars uit die periode kritiekloos had overgenomen.
 
Als gevolg van deze 'revisionisten' dreigde de term 'Renaissance' onder historici in onbruik te raken. Sommigen riepen op om een einde te maken aan het gebruik van de term, die zij zagen als een product van ''[[Presentisme (literaire en historische analyse)|presentisme]]'' - het [[Anachronisme|anachronistisch]] gebruik van de geschiedenis om moderne idealen te verheerlijken.<ref>''[httphttps://web.archive.org/web/20100528150716/http://www.wsu.edu/~dee/REN/IDEA.HTM The Idea of the Renaissance'', Richard Hooker, website van Washington State University] (Archive.org)</ref> Voor zover zij de term 'Renaissance' gebruiken, bedoelen zij hiermee de overgangstijd van Middeleeuwen naar Nieuwe Tijd zonder de connotatie van een culturele bloeiperiode voor heel Europa. In dat geval worden in de regel zowel de vijftiende als een groot deel van de zestiende eeuw tot de Renaissance gerekend.
 
Binnen de Westerse [[kunstgeschiedenis]] was [[Erwin Panofsky]] ([[1892]]-[[1968]]) een voorstander van de periodisering zoals Burckhardt voorstaat. Hij verdedigt in zijn boek 'Renaissance and renascenses in western art' ([[1960]]) Burckhardts opvatting van de Renaissance als een breukperiode met de voorafgaande Middeleeuwen. Meer en meer lijkt echter het standpunt terrein te winnen dat er geen sprake is geweest van een bruuske overgang van Middeleeuwen naar Renaissance. 'Middeleeuwse' figuren als [[Dante Alighieri]] (1265-1321), [[Francesco Petrarca]] (1304-1374) en [[Giovanni Boccaccio]] (1313-1375) zouden richtinggevend en inspirerend zijn geweest voor het ontstaan van een nieuw geestelijk klimaat en zo het pad hebben voorbereid.