[[Bestand:Spaarbankboekjes Rijkspostspaarbank.jpg|thumb|Reclame voor spaarbankboekjes van de Rijkspostspaarbank eind 19e eeuw.]]
De oprichting van de Nederlandse '''Rijkspostspaarbank''' vond in [[1881]] plaats. De eerstebank directeurviel vanonder de Rijkspostspaarbankverantwoordelijkheid van het ''Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid''. Transacties waren mogelijk op ieder [[postkantoor]] in het [[Koninkrijk der Nederlanden]]. De eerste directeur was [[Arnold Kerdijk]], een progressieve liberaal die in de algemene [[spaarbank]] mogelijkhedeneen mogelijkheid zag voor detot verheffing van de arbeiders[[arbeider]]s.
Het succes van de Rijkspostspaarbank was enormgroot. Hieraan heeft met name de opvolger van Kerdijk, [[Armand Sassen]], een belangrijke bijdrage geleverd. Kerdijk stapte al een maand na de oprichting op, zijn prioriteiten lagen op een ander vlak. In de vijftig jaar na de oprichting groeide het aantal spaarrekeningen tot zo’n 2,2 miljoen in 1931.
Na de [[Tweede Wereldoorlog]] bleef de groei van de Rijkspostspaarbank echter achter bij dedie van particuliere spaarbanken. Wettelijk was bijvoorbeeld deDe rente die de Rijkspostspaarbank kon bieden was door wettelijke voorschriften beperkt, iets wat voor de concurrentenconcurrentie niet gold. De Rijkspostspaarbank moest haar dienstverlening uit gaan breiden wilde ze nog een reden tot bestaan hebben.
De Rijkspostspaarbank moest haar dienstverlening uitbreiden wilde ze nog reden tot bestaan hebben.
De belangrijkste actie was het nauwrealiseren gaanvan een nauwe samenwerkensamenwerking met de [[Postcheque- en Girodienst]]. Voor beide diensten bood dit nieuwe mogelijkheden. De samenvoegingSamenvoeging van de beide instellingen vond in 1977 plaats:, dat werd de Postgiro/Rijkspostspaarbank. In 1979 volgde nog de invoeging van de Amsterdamse [[Gemeentegiro]],. hetHet geheeloverheidsbedrijf werd in 1986 [[privatisering|geprivatiseerd]] tot de [[Postbank N.V.|Postbank]].
