Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jsaturnus (overleg | bijdragen)
Vegavis (overleg | bijdragen)
Regel 12:
Prostaglandines zijn betrokken bij de opbouw van het [[maagslijmvlies]] en het darmslijmvlies. Doordat NSAID's de vorming van prostaglandines remmen, wordt het slijmvlies steeds dunner en kan het gemakkelijk geïrriteerd raken door maagzuur. NSAID's dienen daarom met voorzichtigheid worden gehanteerd, met name bij mensen die makkelijk maagklachten krijgen of eerder maag- of darmbloedingen hebben gehad en mensen die ernstige gevolgen kunnen ondervinden van een bloeding (bijvoorbeeld door gebruik van [[antistollingsmiddelen]]). Vooral COX-1 lijkt verbonden aan het ontwikkelen van maag-darmklachten. Sommige NSAID's hebben daarnaast een [[bloedstolling]]stijdverlengende werking. Hierdoor bevorderen ze het genezen van een eventuele aandoening aan de maag niet. Regelmatig wordt voor de maag om deze reden een [[maagzuurremmer]], bijvoorbeeld [[omeprazol]] of [[pantoprazol]], gebruikt wanneer mensen NSAID's moeten gebruiken. De kans op een (acute) maagbloeding bij NSAID is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder leeftijd, eerdere bloedingen en het gebruik van andere medicatie die de kans op bloedingen verhoogt. Er is geen medicatie voor de preventie van darmbloedingen door NSAID's. Wel is er binnen de groep NSAID's een verschil in risico op het krijgen van bloedingen. De verschillen zijn meestal dosis gerelateerd. Diclofenac heeft van de klassieke NSAID's b.v. de laagste kans op het krijgen van bloedingen en naproxen de grootste kans. Ook de COX-2 selectieve NSAID's als b.v. celecoxib en etoricoxib hebben een lagere kans op bloedingen in het maag-darmkanaal. Omgekeerd verhogen de COX-2 selectieve NSAID's en diclofenac bij langduriger gebruik (ca. meer dan 2 maanden) weer het risico op hart- en vaatziekten, terwijl naproxen het geen verhoging van het risico op hart- en vaatziekten geeft.<ref>{{cite web|url=http://www.pw.nl/nieuws/2013/nsaid2019s-soms-pijnlijke-keuzes | titel=NSAID's soms pijnlijke keuzes (PW)|date=26 maart 2013|accessdate=6 maart 2016}}</ref>
 
NSAID's hebben tevens een effect op de nier. Doordat ze een remmende werking hebben op de synthese van prostaglandines wordt het effect van deze prostaglandines op de [[glomerulus|zeeflichaampjesglomeruli]] in de nier (het openzetten van de bloedaanvoerende ([[afferent]]e) arteriole) tegengegaan. Dit resulteert in een vermindering van de bloedaanvoer in de nier, waardoor deze signaleert dat het circulerende volume te klein is en vocht en zout gaat vasthouden. Dit kan weer tot een hoge bloeddruk leiden.
 
De combinatie van een NSAID met een [[ACE-remmer]] is af te raden, omdat dit de ongunstige effecten van een NSAID op de nierdoorbloeding kan versterken. De NSAID leidt, zoals boven gemeld, tot constrictie van de aanvoerende arteriole, waardoor de filtratiedruk daalt. Deze daling van de filtratiedruk kan de nier compenseren door vasoconstrictie van de afvoerende (efferente) arteriole, maar als tegelijkertijd een ACE-remmer wordt toegediend kan (de angiotensine II afhankelijke) efferente vasoconstrictie niet goed meer plaatsvinden, wat kan leiden tot [[nierfalen]]. De filtratiedruk kan dan dalen tot te lage waarden, waardoor nierinsufficientie ontstaat.