Offshore: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 25:
 
=== Californië ===
Waar de waterdiepte in de Golf van Mexico geleidelijk toeneemt, is deze bij Californië al dicht bij de kust te diep voor platforms die op de zeebodem rusten. Om ook in deze wateren te kunnen boren, begon [[RoyalShell Dutch ShellOil|Shell]] in 1948 een consortium met [[ConocoPhillipsConoco|Continental]], [[Unocal Corporation|Union]] en [[Superior Oil Company|Superior]] (CUSS). In 1953 begonnen ze met proefboringen vanaf de verbouwde ''Submarex''. Hierbij werd geboord vanaf een boorvloer over de zijde, wat problemen gaf met de slagzij. Hierop werd de ''CUSS I'' gebouwd, die boorde door een [[moonpool]] in de midscheeps. De ''CUSS I'' kon op ankers boren in waterdieptes tot ruim 100 meter.
 
De ''CUSS I'' werd overgenomen door [[Global Marine]], die ook een serie grotere [[Boorschip|boorschepen]] liet bouwen. Bij grotere waterdieptes werd ankeren problematisch, en daarom maakte de ''CUSS I'' in 1961 tijdens [[Project Mohole]] — een poging om door de [[aardkorst]] te boren in de [[Mohorovičić-discontinuïteit]] — gebruik van [[Scheepsschroef|schroeven]] om op positie te blijven bij een waterdiepte van zo'n 3500 meter, het begin van [[dynamic positioning]]. Desondanks maken nog veel boorschepen en semi-submersibles gebruik van ankersystemen, die lichter zijn geworden door over te stappen van kettingankers naar draadankers en zo bruikbaar zijn tot zeker 1500 meter en met vooraf geplaatste ankers tot nog minstens 1000 meter dieper.