Pirenne-these: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanvulling en nuancering
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De '''Pirenne-these''' is de stelling van historicus [[Henri Pirenne]] over het einde van de [[oudheid]] die zegt dat de culturele eenheid en het [[economisch systeem]] rond de [[Middellandse Zee]] niet door de [[Grote Volksverhuizing|volksverhuizingen]] werden verstoord, maar pas door de [[Islamitische veroveringen|Arabische veroveringen]]. De betekenis van de [[langeafstandshandel]] viel hierdoor terug en het zwaartepunt verschoof naar de Noordzee, vooral tussen de [[Seine]] en de [[Rijn]]. De these uit het in 1937 postuum verschenen ''Mahomet et Charlemagne'' had grote invloed en ontketende een internationaal debat, maar vindt tegenwoordig als geheel vrijwel geen aanhang meer. Het onderdeel over de [[assimilatie]] van de [[Germanen]] is daarentegen zo ingeburgerd geraakt, dat haast vergeten is hoe vernieuwend de gedachte ooit was.<ref>{{aut|[[Jona Lendering]]}}, ''Vergeten erfenis. Oosterse wortels van de westerse cultuur'', 2009, p. 51-52</ref>
 
== Inhoud van de theseOntwikkeling ==
Pirenne kwam tot zijn these in gevangenschap.<ref>{{aut|Sarah Keymeulen}} en {{aut|Jo Tollebeek}}, ''Henri Pirenne, Historian. A Life in Pictures'', p. 47, 104</ref> Hij was op 18 maart 1916 gearresteerd door de Duitse bezetter omdat hij niet zonder succes het Gentse professorenkorps mobiliseerde tegen hun plan om de universiteit te heropenen als ''Vlaamsche Hoogeschool''. De germanofiele professor was diep geschokt door de Duitse invasie en de steun die dit militarisme vond bij bevriende collega's over de Rijn, zoals Karl Lamprecht, Harnack, Schmoller, Sombart, Wundt, List en Fr. Naumann. Verschillende van hen hadden het [[Manifest der 93]] ondertekend. Pirenne, wiens 19-jarige zoon Pierre gesneuveld was in de [[Slag om de IJzer]], brak met hen. In Duitsland, waar hij van [[Russisch]]e medegevangenen hun taal leerde, dacht hij na over comparatieve kwesties en de oorsprong van de westerse beschaving. Uit het hoofd begon hij in [[Creuzbrug an der Werra]] te schrijven aan een ''Geschiedenis van Europa'', waarvan het eerste deel de kern van zijn these bevatte, inclusief het minimaliseren van de Germaanse impact op Europa. Pirennes oorlogservaring – bewust of onbewust, vertroebelend dan wel verscherpend – stond in elk geval niet los van zijn denken.
In 1922 besloot Pirenne een artikel met de woorden: "Zonder de [[islam]] zou het [[Frankische rijk]] ongetwijfeld nooit bestaan hebben, en [[Karel de Grote]] zou zonder [[Mohammed]] ondenkbaar zijn." Hij verdedigde deze boude stelling op lezingen en conferenties, en werkte ondertussen aan een synthetisch boek waarvan het manuscript bij zijn dood werd gevonden en dat in gereviseerde vorm postuum verscheen (1937).
 
Na de oorlog werd Pirenne enige jaren rector. In 1922 beslootnam Pirennehij de draad van zijn stelling terug op en publiceerde hij een artikel met de woordenslotwoorden: "Zonder de [[islam]] zou het [[Frankische rijk]] ongetwijfeld nooit bestaan hebben, en [[Karel de Grote]] zou zonder [[Mohammed]] ondenkbaar zijn." Hij verdedigde deze boude stelling op lezingen en conferenties, en werkte ondertussen aan een synthetisch boek waarvan het manuscript bij zijn dood werd gevonden en dat in gereviseerde vorm postuum verscheen (1937).
 
== Inhoud van de these ==
In het eerste deel van zijn these rekende Pirenne af met het heersende idee dat de vijfde eeuw, waarin de West-Romeinse keizers verdwenen, Germaanse koninkrijken verschenen en het [[christendom]] triomfeerde, een cesuur vormde die [[klassieke oudheid|oudheid]] van [[middeleeuwen]] scheidde. Volgens de Pirenne-these maakten de Germaanse invasies hoegenaamd geen einde aan de klassieke wereld. De veroveraars verloren al hun originele karaktertrekken en werden opgeslorpt door Rome: "De grond van Romania heeft het barbaarse leven opgedronken." Evident was de oude wereld sterk getroffen en kon men op alle gebieden een regressie vaststellen. Maar hij bleef bestaan door zijn massa, en tijdgenoten beschouwden zich niet als toegetreden tot een andere [[beschaving]]. Op cultureel, sociaal, economisch, taalkundig en institutioneel gebied bleef de mediterraanse civilisatie voortleven en vernieuwing brengen, zoals de [[monastiek]].