Koolzaadolie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Poets
Regel 1:
[[Bestand:CanolaRapsfeld Oil bottle2007.jpg|100px{{largethumb}}|thumb|CanolaolieVelden met [[koolzaad]] in [[Duitsland]]]]
'''Koolzaadolie''' is een [[plantaardige olie]] die gewonnen wordt uit de [[zaad (plant)|zaden]] van [[koolzaad]] (''Brassica napus''). Een hoog gehalte aan [[erucazuur]] en [[glucosinolaat]] maakt de olie gewoonlijk ongeschikt voor menselijke consumptie. ErDaarom zijn speciale koolzaadolierassen ontwikkeld (canola-olie en andere dubbelnul koolzaadrassen), die relatief weinig van deze stoffen bevatten en zodoendedaardoor wel geschikt zijn voorals menselijke consumptievoedingsmiddel.
[[Bestand:Rapsfeld 2007.jpg|right|thumb|250px|Velden met [[koolzaad]] in [[Duitsland]].]]
'''Koolzaadolie''' is een [[plantaardige olie]] die gewonnen wordt uit de [[zaad (plant)|zaden]] van [[koolzaad]] (''Brassica napus''). Een hoog gehalte aan [[erucazuur]] en [[glucosinolaat]] maakt de olie ongeschikt voor menselijke consumptie. Er zijn speciale koolzaadolierassen ontwikkeld (canola-olie en andere dubbelnul koolzaadrassen), die relatief weinig van deze stoffen bevatten en zodoende geschikt zijn voor menselijke consumptie.
 
== Biobrandstof ==
==Persen van de zaden van koolzaad==
{{Zie hoofdartikel|Biobrandstof}}
Voor het koud persen van olie uit koolzaad is maximaal 5% energie nodig ten opzichte van de energiekosten in de teelt. Er blijft na de persing een restproduct over: de perskoek, die een hoge [[voedingswaarde]] heeft en als [[krachtvoer]] voor [[vee]] kan worden gebruikt.
Diesel van koolzaad is [[viscositeit|viskeuzer]] dan diesel. Een kleine aanpassing van de motor voorkomt onderdruk bij gebruik in een [[verbrandingsmotor]], door de opvoerpomp in de injectiepomp die olie aanzuigt van de tank naar de motor. Opwarming met een warmtewisselaar voorkomt dat in de motor dikke olie zich lastig laat vernevelen in de cilinders en brengt de olie dichter bij zijn ontbrandpunt. De olie blijft vloeibaar tot -15°C.
De olie kan ook worden gebruikt als [[biobrandstof]] in dieselmotoren.
 
Daarnaast wordt vaak gestart met minerale diesel en later overgeschakeld op olie. Voordat de motor uitgezet wordt moet deze eerst weer even op minerale diesel lopen om startproblemen bij de volgende start te voorkomen.
==Toepassing==
 
Tussen maart 2006 en januari 2010 mochten landbouwers in Nederland accijnsvrij olie verkopen. Hierdoor was koolzaad voor [[gemengd bedrijf|gemengde bedrijven]] een rendabel alternatief voor [[graan]]. Met een investering van 5000 euro voor een pers en zuiveringsapparatuur kan een landbouwer deels of volledig zijn eigen krachtvoeder maken. De teelt van koolzaad geeft de landbouwer naast [[stro]] ook perskoeken en olie.
Biodiesels zijn mono-alkylesters terwijl vetten drievoudige esters ([[Triglyceride|triglyceriden]]) zijn. Bij de productie van biodiesel ontstaat als bijproduct [[glycerol]] (1,2,3-propaantriol, een 3-waardige alcohol). Er worden bovendien ontbrandingsstoffen toegevoegd om het [[klopvastheid|octaangetal]] te verhogen. De [[viscositeit]] is dan minder temperatuurafhankelijk hoewel deze om te beginnen in sterke mate afhangt van de aard van de vetten die worden gebruikt voor het [[Transesterificatie|transestereficatieproces]] waarbij biodiesel ontstaat door de reactie van een (meestal primaire) alcohol met dierlijke of plantaardige vetten in aanwezigheid van een [[katalysator]].
 
Biodiesel is vergelijkbaar met minerale diesel, maar een mogelijk nadeel is de hogere [[zuurgraad]] die overigens kan worden vermeden door het productieproces te optimaliseren.
==Oliesamenstelling==
 
== Gebruik voor menselijkeMenselijke consumptie ==
[[Bestand:Canola Oil bottle.jpg|miniatuur|100px|Canolaolie]]
Koolzaadolie bevat relatief veel [[erucazuur]] (40-50% van de vetzuurfractie) wat de olie in principe ongeschikt maakt voor menselijke consumptie. VoorAls menselijk consumptievoedingsmiddel mag koolzaadolie praktisch geen erucazuur bevatten. Ondanks onderzoek dat aantoont dat dit erucazuur voor de mens niet schadelijk is, maar voor ratten wel; zie het artikel [[erucazuur]]. Daarom zijn er zogenoemde enkelnul en later ook dubbelnul koolzaadrassen ontwikkeld die laag zijn aanweinig erucazuur (minder dan 0,5% tot 1%). Debevatten olie van dubbelnulrassen bevat naast een laag erucazuurgehalte ook nogen een laag gehalte aan [[glucosinolaat]], waardoor het geschikt is voor menselijke consumptie.
 
Zo isAl in de late jaren 1970 is een speciale variëteit van koolzaadolie ontwikkeld, die relatief weinig erucazuur bevat. Deze variëteitZe staat bekend onder de naam "''Canola-olieCanolaolie''", wat een [[acroniem]] is van "''CANadian Oil Low Acid''", en soms ook onder de naam LEAR-olie ("''Low Erucic Acid Rapeseed''").<ref name="Brynoff 2006">{{Citeer journal | author = Brynoff S. | year = 2006 | month = mei | title = Quelling urban legends - The truth about canola oil. | journal = Nutracos | pages = 19-22 | issn = 1720-4011 | language = en | url = http://www.b5srl.com/downloadArticles.php?aut=BRYNOFF%20STEVEN%3Cbr%3E&mode=product&prod_down=1&product_code=0000000792&n=1&default_table=_product_due | accessdate = 2016-07-20 | archiveurl = http://web.archive.org/web/20160720214925/http://www.b5srl.com/downloadArticles.php?aut=BRYNOFF%20STEVEN%3Cbr%3E&mode=product&prod_down=1&product_code=0000000792&n=1&default_table=_product_due | archivedate = 2016-07-20 | dead-url = no | format = pdf}} Dit artikel is door de uitgever gratis toegankelijk gemaakt.</ref> Canola-olie mag niet meer dan 2% erucazuur en niet meer dan 30 micromol glucosinolaten per gram bevatten.
 
== Krachtvoer ==
VoorNa het koud persenpersing van olie uit koolzaad is maximaal 5% energie nodig ten opzichte van de energiekosten in de teelt. Er blijft na de persing een restproduct over: de perskoek, diedat een hoge [[voedingswaarde]] heeft en in de vorm van perskoek als [[krachtvoer]] voor [[vee]] kan worden gebruikt.
 
== Vetzuursamenstelling ==
{| class="wikitable"
!colspan=3|Vetzuursamenstelling van koolzaadolie
Regel 55 ⟶ 66:
|}
 
===Gebruik als biobrandstof===
{{Zie hoofdartikel|Biobrandstof}}
 
Diesel van koolzaad is [[viscositeit|viskeuzer]] dan diesel. Een kleine aanpassing van de motor voorkomt onderdruk bij gebruik in een [[verbrandingsmotor]], door de opvoerpomp in de injectiepomp die olie aanzuigt van de tank naar de motor. Opwarming met een warmtewisselaar voorkomt dat in de motor dikke olie zich lastig laat vernevelen in de cilinders en brengt de olie dichter bij zijn ontbrandpunt. De olie blijft vloeibaar tot -15°C.
 
Daarnaast wordt vaak gestart met minerale diesel en later overgeschakeld op olie. Voordat de motor uitgezet wordt moet deze eerst weer even op minerale diesel lopen om startproblemen bij de volgende start te voorkomen.
 
Biodiesels zijn mono-alkylesters terwijl vetten drievoudige esters ([[Triglyceride|triglyceriden]]) zijn. Bij de productie van biodiesel ontstaat als bijproduct [[glycerol]] (1,2,3-propaantriol, een 3-waardige alcohol). Er worden bovendien ontbrandingsstoffen toegevoegd om het [[klopvastheid|octaangetal]] te verhogen. De [[viscositeit]] is dan minder temperatuurafhankelijk hoewel deze om te beginnen in sterke mate afhangt van de aard van de vetten die worden gebruikt voor het [[Transesterificatie|transestereficatieproces]] waarbij biodiesel ontstaat door de reactie van een (meestal primaire) alcohol met dierlijke of plantaardige vetten in aanwezigheid van een [[katalysator]].
 
Biodiesel is vergelijkbaar met minerale diesel, maar een mogelijk nadeel is de hogere [[zuurgraad]] die overigens kan worden vermeden door het productieproces te optimaliseren.
 
== Gebruik voor menselijke consumptie ==
Koolzaadolie bevat relatief veel [[erucazuur]] (40-50% van de vetzuurfractie) wat de olie in principe ongeschikt maakt voor menselijke consumptie. Voor menselijk consumptie mag koolzaadolie praktisch geen erucazuur bevatten. Ondanks onderzoek dat aantoont dat dit erucazuur voor de mens niet schadelijk is, maar voor ratten wel; zie het artikel [[erucazuur]]. Daarom zijn er zogenoemde enkelnul en later ook dubbelnul koolzaadrassen ontwikkeld die laag zijn aan erucazuur (minder dan 0,5% tot 1%). De olie van dubbelnulrassen bevat naast een laag erucazuurgehalte ook nog een laag gehalte aan [[glucosinolaat]], waardoor het geschikt is voor menselijke consumptie.
 
Zo is in de late jaren 1970 een speciale variëteit van koolzaadolie ontwikkeld, die relatief weinig erucazuur bevat. Deze variëteit staat bekend onder de naam "''Canola-olie''", wat een [[acroniem]] is van "''CANadian Oil Low Acid''", en soms ook onder de naam LEAR-olie ("''Low Erucic Acid Rapeseed''").<ref name="Brynoff 2006">{{Citeer journal | author = Brynoff S. | year = 2006 | month = mei | title = Quelling urban legends - The truth about canola oil. | journal = Nutracos | pages = 19-22 | issn = 1720-4011 | language = en | url = http://www.b5srl.com/downloadArticles.php?aut=BRYNOFF%20STEVEN%3Cbr%3E&mode=product&prod_down=1&product_code=0000000792&n=1&default_table=_product_due | accessdate = 2016-07-20 | archiveurl = http://web.archive.org/web/20160720214925/http://www.b5srl.com/downloadArticles.php?aut=BRYNOFF%20STEVEN%3Cbr%3E&mode=product&prod_down=1&product_code=0000000792&n=1&default_table=_product_due | archivedate = 2016-07-20 | dead-url = no | format = pdf}} Dit artikel is door de uitgever gratis toegankelijk gemaakt.</ref> Canola-olie mag niet meer dan 2% erucazuur en niet meer dan 30 micromol glucosinolaten per gram bevatten.
 
{{Appendix|2=