Bloedgroep: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Erfelijkheid: hoogte en breedte gelijk
consequentere volgorde
Regel 23:
 
=== Erfelijkheid ===
Kinderen erven van elke ouder een van de twee allelen. Hierdoor zijn de volgende combinaties mogelijk. Zijn er twee of vier mogelijkheden bij een bepaalde combinatie van twee ouders, dan is de kans op elke mogelijkheid steeds 50% of 25%. Tussen haakjes het [[genotype]].
 
{| class="wikitable"
!
Regel 31 ⟶ 32:
|-align=center
!0
| 0
|0 || A (A0)||0
| A (A0)
|0 || B (B0)||0
| B (B0)
| A (A0) || B (B0)
|-
|colspan=16 height=10px bgcolor=white|
|-align=center
! rowspan=2|A (A0)
|B A (B0A0)
|0
|colspan=2 A (AA)||A (A0)
| A (A0AA)
|0 AB||A (A0)
|B (B0)AB
| A (A0AA)||A (AA)AB
|-align=center
|A (A0)0
|0|| A (AAA0)||0
| A (AAA0)
| B (B0)||AB0
| B (BBB0)
|AB
|B A (B0A0)||ABB (B0)
|-
|colspan=16 height=10px bgcolor=white|
|-align=center
!A (AA)
| A (A0)
| A (A0AA)||A (AAA0)
| A (AA)
| AB||A (A0) |
| AB
| A (AA)|| AB
|A (AA)|| AB
|-
|colspan=16 height=10px bgcolor=white|
|-align=center
! rowspan=2|B (B0)
|0 B (B0)
|0 AB||AB (A0B0)
|A (A0)AB
|0B (BB)||B (BBB0)
| B (B0BB)
| AB||B (BB)
|-align=center
| 0
| A (AAA0)|| AB 0
| A (A0)
|B (B0)||AB0
| B (BBB0)||AB
|A (A0)||B (B0)
|-align=center
|B (B0)
|B (B0)||AB
|AB
|colspan=2|B (B0)
|B (BB)
|B (BB)||AB
|-
|colspan=16 height=10px bgcolor=white|
Regel 86 ⟶ 87:
!B (BB)
|B (B0)
|AB||B (B0)||AB
|AB
|B (B0BB)||B (BBB0)
|B (BB)
|AB||B (BB)||AB
|-
|colspan=16 height=10px bgcolor=white|
|-align=center
! rowspan=2|AB
|A (A0)
|A (A0AA)||BA (B0A0)
| A (AA)
|AB||A (A0)||B (B0)
|AB
|B (BB)
|A (AA)||B (BB)AB
|-align=center
|B (B0)
|AAB||B (AAB0)||AB
| AB
|B (BB)||ABB (B0)
|B (BB)
|AB
|AB||B (BB)
|colspan=2|AB
|}
 
Regel 113 ⟶ 114:
Naast AB0 is er een andere belangrijke groep bloedgroepantigenen: deze wordt het resusbloedgroepensysteem genoemd. Het [[resusantigeen]] is ontdekt in 1940 bij de [[resusaap]]. Het resusbloedgroepensysteem bestaat uit meerdere antigenen, namelijk: D, C, c, E en e. Van deze groep antigenen is D het bekendst en hieraan wordt gerefereerd als men praat over resuspositief of resusnegatief. Bij resuspositieve mensen is het D-antigeen aanwezig (ook wel aangegeven met een "+") en bij resusnegatieve mensen is het D-antigeen afwezig (ook wel aangegeven met een "-").
 
Als bij een zwangerschap de moeder resusnegatief is en kindhet iskind resuspositief, dan maakt het lichaam van de moeder daar antistoffen tegen. Bij het eerste resuspositieve kind maaktheeft dit bijna nooit uitgevolgen, maar als de moeder dandaarna nogweer een resuspositief kind krijgt, dan zal het lichaam van de moeder antistoffen aanmaken en het bloed van het kind afbreken, wat, onbehandeld, dodelijk is voor het kind.
 
===AB0- en Rh-verdeling per land===